CD: Krokus - Big Rocks
Het is dit jaar alweer 42 jaar geleden dat de band Krokus werd opgericht. Van die legendarische eerste line-up zijn alleen bassist Chris von Rohr en gitarist Fernando von Arb nog present, al heeft zanger Marc Storace, die sinds 1979 deel uit maakt van de Zwitserse heavy metal band, ook een behoorlijke staat van dienst. Vooral aan het begin van de tachtiger jaren was Krokus één van de toonaangevende bands in de metalwereld en bracht epische platen als Metal Rendez-vous (1980), One Vice at a Time (1982), To Rock or Not to Be (1995) en Hoodoo (2010) uit.
Inmiddels zijn we dus 42 jaar verder en verscheen de afgelopen week de plaat Big Rocks, het achttiende studioalbum van Krokus waarop de band een eerbetoon brengt aan een aantal van de bands die gedurende de afgelopen jaren als inspiratiebron dienden voor de Zwitsers. Dat daar liedjes bij zitten van bands zoals Black Sabbath ('NIB'), Steppenwolf ('Born To Be Wild'), The Who ('My Generation'), Led Zeppelin ('Wholla Lotta Love') en Eddie Cochran ('Summertime Blues'), al moeten we bij het laatstgenoemde nummer eerder aan de uitvoering van Blue Cheer denken, zal weinigen echt verrassen.
Des te verrassender is dan wel de keuze voor liedjes van The Troggs ('Wild Thing'), The Spencer Davis Group ('Gimme Some Lovin''), Neil Young ('Rockin' In The Free World'), Bob Dylan ('Quinn The Eskimo') en The Rolling Stones ('Jumpin' Jack Flash'), die uiteraard wel allemaal in een typerend Krokus-jasje worden gepresenteerd. Zanger Marc Storace beschikt na al die jaren nog steeds over een prima strot die zo nu en dan wel wat doet denken aan die van wijlen Bon Scott (AC/DC). Het door Chris van Rohr geproduceerde album wordt door de bandleden zelf aangekondigd als 'No Fillers - No Ballads - No Bullshit' en daar kunnen wij het helemaal mee eens zijn.