Zij overleden in 2024
4. Desi Bouterse
Desiré Delano Bouterse werd geboren op 13 oktober 1945 in Domburg, Suriname. Hij groeide op in een multiraciale familie en verhuisde in 1968 naar Nederland, waar hij diende in de Nederlandse krijgsmacht en werd opgeleid tot onderofficier. In 1975 keerde hij terug naar Suriname, kort voor de onafhankelijkheid van het land, en sloot hij zich aan bij het nieuw gevormde Surinaamse leger.
Militaire coup en leiderschap
Op 25 februari 1980 leidde Bouterse een militaire coup, bekend als de Sergeantencoup, waarbij de regering van premier Henck Arron werd afgezet. Als voorzitter van de Nationale Militaire Raad werd hij de de facto leider van Suriname. Zijn regime werd gekenmerkt door repressie, met als dieptepunt de Decembermoorden van 1982, waarbij vijftien prominente tegenstanders van het militaire bewind werden geëxecuteerd. Deze gebeurtenissen leidden tot internationale veroordeling en sancties.
Politieke carrière en presidentschap
Na een periode van militaire heerschappij werd in 1987 de democratie hersteld, maar Bouterse behield invloed als legercommandant. In 1999 werd hij in Nederland bij verstek veroordeeld tot elf jaar gevangenisstraf wegens drugssmokkel, maar hij ontliep uitlevering. In 2010 werd hij democratisch verkozen tot president van Suriname en werd in 2015 herkozen. Zijn regering voerde populistische sociale programma's in, geïnspireerd door het socialisme van de Venezolaanse president Hugo Chávez, maar werd ook gekenmerkt door economische instabiliteit en hoge inflatie.
Vervolging en veroordeling
In 2007 begon een militair tribunaal met de vervolging van Bouterse en anderen voor hun rol in de Decembermoorden. In december 2019 werd hij veroordeeld tot twintig jaar gevangenisstraf. Bouterse bleef echter op vrije voeten en bleef zijn functie als president uitoefenen tot het einde van zijn termijn in 2020. Na zijn veroordeling in 2023 werd hij een voortvluchtige, aangezien hij weigerde zich te melden voor detentie.
Overlijden
Op 24 december 2024 overleed Desi Bouterse op 79-jarige leeftijd aan leverfalen, veroorzaakt door chronisch alcoholgebruik. Hij stierf terwijl hij op de vlucht was om zijn gevangenisstraf te ontlopen. Zijn overlijden vormt het einde van een controversieel tijdperk in de Surinaamse geschiedenis, waarin hij een centrale rol speelde in zowel de militaire als politieke ontwikkelingen van het land.