EU stelt hoger aandeel gebruik hernieuwbare energie vast

Vertegenwoordigers van de EU-lidstaten en het Europees Parlement zijn overeengekomen om de komende jaren meer hernieuwbare energie te gaan gebruiken dan oorspronkelijk gepland. Volgens de verantwoordelijke onderhandelaar moet in 2030 in totaal 42,5 procent van het energieverbruik afkomstig zijn uit hernieuwbare bronnen - dus uit wind-, zonne- of waterkracht.

Tot nu toe is het vaste aandeel 32 procent. De EU-landen moeten de nieuwe doelstelling via nationale maatregelen uitvoeren. Voordat de nieuwe doelstelling van kracht kan worden, moeten het parlement en de EU-lidstaten er nog over stemmen.

Door de Russische aanval op Oekraïne had de Europese Commissie vorig jaar voorgesteld het aandeel hernieuwbare energie te verhogen tot 45 procent in 2030. Ook het Parlement was met deze eisen de onderhandelingen ingegaan. De EU-lidstaten wilden een streefcijfer van 40 procent. Momenteel is het vastgestelde aandeel hernieuwbare energie 32 procent in 2030.