Steenbergen zwemt naar goud op 100m vrij, ook estafetteploeg pakt goud

De tweede finalesessie van het Europees kampioenschap langebaanzwemmen in Rome heeft voor mooi Nederlands succes gezorgd: niet alles verliep zoals gehoopt, maar uiteindelijk vielen er wel twee fraaie gouden medailles te vieren.

200m rugslag vrouwen, finale
Al vanaf het begin was duidelijk dat er weinig spanning zou zijn in de strijd om goud en dat bleek het geval: Marherita Panziera was een maat te groot voor de rest en in 2:07,13 minuten zwom de Italiaanse naar het goud, voor de Britse Katie Shanahan (2:09,26) en Dora Molnar uit Hongarije (2:09,73).

50m vlinderslag mannen, finale
Na Nederlandse records in de series en halve finales lukte het Nyls Korstanje in de finale niet: met zijn toptijd van de halve finales (22,88) zou hij goud gepakt hebben, maar Korstanje bleef met 23,10 seconden steken op plek vier. Het goud was in 22,89 voor de Italiaan Thomas Ceccon, voor de 22,97 van de Fransman Maxime Grousset en de verrassende Portugees Diogo Ribeiro (23,07).

100m vrije slag vrouwen, finale
Nederland is weer terug op het koninginnenummer en wel dankzij Marrit Steenbergen, bij wie het enorme talent er eindelijk écht uit aan het komen is. Met een dik nieuw persoonlijk record van 53,24 seconden zwom ze toch wel wat verrassend naar het goud, voor de 53,62 van de Française Charlotte Bonnet en de 53,63 van de Britse Freya Anderson.

100m schoolslag mannen, finale
Arno Kamminga zou een gooi doen naar het goud, maar hij bleek verre van fit genoeg en kwam er niet aan te pas: zevende in 59,68 seconden. Het stadion barstte ondertussen uit haar voegen, want Nicolo Martinenghi tikte na 58,26 seconden aan als kampioen, voor landgenoot Federico Poggio (58,98). De Litouwer Andrius Sidlauskas kreeg met 59,50 het brons omgehangen.

100m schoolslag vrouwen, halve finales
Met een uitstekende 1:07,26 minuten wist Tes Schouten haar persoonlijk record te benaderen en, belangrijker, noteerde ze de zevende tijd van iedereen, goed voor een finaleplek op zaterdag.

100m vrije slag mannen, halve finales
Na een goed optreden in de series viel Stan Pijnenburg in de halve finales toch wat tegen: zijn 48,94 seconden betekende de dertiende tijd en geen plek in de finale. Grote indruk maakte David Popovici, bepaald niet voor het eerst. De nog altijd maar 18-jarige Roemeen snelde naar een wereldtijd van 46,98 seconden: slechts drie mannen waren ooit sneller en het zit maar 0,07 seconden boven Cesar Cielo's wereldrecord, destijds gezwommen in een superpak.

50m vlinderslag vrouwen, halve finales
Met Maaike de Waard en Kim Busch had Nederland twee ijzers in het vuur en dat liep prima af: met 25,97 seconden noteerde De Waard de vierde tijd en ook Busch plaatste zich met haar 26,17 voor de finale, in haar geval als achtste. De Zweedse Sarah Sjöström stak met kop en schouders boven de rest uit en was met 25,10 seconden de snelste.

800m vrije slag vrouwen, finale
Het ging geruime tijd mooi gelijk op tussen Simona Quadarella en Isabel Gose, waarbij de Italiaanse wel constant iets voor de Duitse zwom. In de laatste paar baantjes moest Gose het tempo laten gaan en in 8:20,54 zwom Quadarella voor eigen publiek naar het goud, voor Gose (8:22,01) en de jonge Turkse Merve Tüncel (8:24,33).

4x100m wisselslag gemengd, finale
Met Kira Toussaint, Arno Kamminga, Nyls Korstanje en Marrit Steenbergen behoorde Nederland zeker tot de kanshebbers, maar zoals altijd was het lastig te volgen: niet elk land had de mannen en vrouwen op dezelfde positie staan. Toussaint deed het prima, Kamminga was iets beter dan eerder in de individuele finale en Korstanje zwom een sterke race, waarna Steenbergen met een dijk van een 100 meter vrij af wist te sluiten: goud in 3:41,73 minuten, voor Italië (3:43,61) en Groot-Brittannië (3:44,69).