60% jongeren niet geïnteresseerd in politiek

Jongeren van 15 tot 18 jaar geven aan weinig interesse te hebben in politiek. Als zij 18 jaar zijn en mogen stemmen, neemt de politieke interesse evenwel toe. Jongeren zeggen daarentegen wel veel vertrouwen te hebben in de politiek, meer dan ouderen. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS over betrokkenheid bij de politiek uit het onderzoek Sociale samenhang en welzijn.

Het onderzoek Sociale samenhang en welzijn is een enquête die in de periode 2012–2018 is gehouden onder bijna 54.000 personen van 15 jaar of ouder. In de enquête wordt onder andere gevraagd naar de betrokkenheid bij politieke onderwerpen en het vertrouwen in de Tweede Kamer en de Europese Unie.

Van de jongeren (15 tot 25 jaar) geeft 40 procent aan tamelijk tot zeer geïnteresseerd te zijn in politiek. Deze interesse is het laagst onder 15-tot- 18-jarigen (32 procent). Bij de leeftijdsgroepen 18 tot 22 jaar en 22 tot 25 jaar is dat meer dan 40 procent. Onder ouderen (25-plus) is de politieke interesse nog groter.

Voor alle leeftijdsgroepen geldt dat minder vrouwen dan mannen aangeven geïnteresseerd te zijn in politiek. Van de jonge mannen (15 tot 25 jaar) is 44 procent geïnteresseerd, van de jonge vrouwen is dat 35 procent.

Veel vertrouwen in Tweede Kamer
Jongeren hebben meer vertrouwen in de Tweede Kamer en in de Europese Unie dan ouderen. Van de 15- tot 18-jarigen geeft twee derde aan tamelijk tot veel vertrouwen te hebben in de Tweede Kamer, bijna 80 procent zegt fiducie te hebben in de Europese Unie.

Vanaf 18 jaar neemt dat vertrouwen snel af. Onder 18- tot 22-jarigen is het vertrouwen in de Tweede Kamer al 13 procentpunt lager, onder 22- tot 25-jarigen nog eens 10 procentpunt. Het minste vertrouwen etaleren de 65- tot 75-jarigen: minder dan 1 op de 3 zegt de politiek te vertrouwen.