Tumult dreigt door behandeling beroep Berlusconi
Het Italiaanse Hof van Cassatie heeft woensdag zijn besluit verdedigd om het hoger beroep dat Silvio Berlusconi heeft aangetekend tegen een veroordeling wegens belastingfraude al op 30 juli te behandelen. Het hof zegt haast te moeten maken met de behandeling om te voorkomen dat de zaak verjaart. Aanhangers van Berlusconi in het parlement hebben gedreigd het parlement drie dagen lam te leggen uit protest tegen het besluit van het hof.
Berlusconi's advocaten leverden de voor de behandeling van het beroep benodigde papieren op 19 juni bij het hof in en gewoonlijk duurt het daarna maanden voor er een datum voor de eerste zitting wordt gepland. Het Hof van Cassatie is de laatste rechterlijke instantie waarbij Berlusconi in beroep kan gaan tegen zijn veroordeling. Als het hof de veroordeling bevestigt mag Berlusconi vijf jaar geen openbaar ambt bekleden en zijn aanhangers zien de snelle behandeling van het beroep als een poging van justitie om de oud-premier uit de politiek te stoten.
De centrumlinkse Premier Enrico Letta zegt niet te geloven dat de handelwijze van het hof gevolgen zal hebben voor zijn coalitieregering, maar het is een feit dat die om te overleven de steun van Berlusconi niet kan missen. De centrumrechtse PdL van Berlusconi maakt deel uit van de regering.
In mei handhaafde het hof van beroep in Milaan de veroordeling van Berlusconi wegens belastingfraude. Hij is ook tot vier jaar gevangenisstraf veroordeeld, maar of hij die straf zal moeten uitzitten als zijn veroordeling definitief wordt, is gezien zijn leeftijd de vraag. Berlusconi is 76.
Berlusconi is in zijn twintig jaar durende politieke loopbaan talloze keren voor de rechter gedaagd, voor uiteenlopende zaken. Vaak werd hij vrijgesproken en als dat niet gebeurde ging hij net zolang in beroep tot de feiten waren verjaard. Vorige maand nog werd hij wegens het betalen voor seks met een minderjarige tot zeven jaar gevangenisstraf en een levenslang verbod op deelname aan de politiek veroordeeld. Berlusconi is tegen dit vonnis in beroep gegaan.
