Politie mocht medewerker met schulden ontslaan
De politie mag een medewerker die zijn schulden jarenlang niet kon betalen ontslaan. Dat heeft de Centrale Raad van Beroep geoordeeld in een tussenuitspraak over het ontslag van een medewerker van een meldkamer van de politie.
De zaak is aangespannen door de politie, die het er niet mee eens is dat uitkeringsinstantie UWV de ontslagen medewerker een WW-uitkering geeft. Volgens het UWV valt het de agent te verwijten dat steeds loonbeslagen bij hem zijn gelegd, maar vormden die loonbeslagen geen goede reden om hem te ontslaan.
De Centrale Raad van Beroep is het echter eens met de politie dat de functie van politieambtenaar met zich meebrengt dat 'aan hem bijzondere eisen mogen worden gesteld'. Voortdurende loonbeslagen schaden volgens de raad het aanzien van de politie. Ook ontstaat er een veiligheidsrisico, omdat de medewerker chantabel is. Het UWV is volgens de raad voorbijgegaan aan het 'bijzondere karakter van de functie van de werknemer'.
De medewerker was in 2005 al berispt om de loonbeslagen. In juli 2009 werd hij voorwaardelijk ontslagen. Dat ontslag werd in maart 2010 ten uitvoer gebracht.
De politie kon volgens de rechters niet anders dan de agent ontslaan toen bleek dat opnieuw terecht loonbeslag was gelegd. "Er is daarmee een situatie ontstaan waarin het redelijkerwijs niet van het politiekorps kon worden gevergd de arbeidsrelatie met werknemer nog langer te laten voortduren", aldus de raad.