Leers ontkent achterhouden brief Europees Hof
Minister voor Integratie en Asiel Gerd Leers (CDA) ontkent dat hij een brief van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens over de uitzetting van Iraakse asielzoekers heeft achtergehouden. Dat schrijft hij donderdag in een brief aan de Tweede Kamer.
De brief komt enkele uren voor het spoeddebat dat de Tweede Kamer donderdagavond houdt met de minister. Het is al de derde keer deze week dat Leers om deze kwestie wordt ontboden in de Kamer. Het debat werd aangevraagd door Tofik Dibi (GroenLinks). Hij wil van Leers weten waarom de brief van het hof -die 22 oktober werd verstuurd- pas begin deze week bekend werd, een paar dagen voor de geplande uitzetting van een groep uitgeprocedeerde asielzoekers.
In die brief staat namelijk dat het Europese hof opnieuw gaat bekijken of het wel verantwoord is asielzoekers terug te sturen naar dat land. En uitgeprocedeerde asielzoekers kunnen in afwachting van die uitspraak met succes beroep aantekenen tegen gedwongen uitzetting.
Dibi wilde weten waarom Leers deze brief niet naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Ook had de bewindsman de Raad van State moeten inlichten, stelde hij. Dibi en een groot deel van de linkse oppositie vinden het niet verantwoord om de Irakezen het land uit te zetten. De situatie in het door oorlog geteisterde land is te gevaarlijk, oordelen zij.
Leers laat echter weten dat een afschrift van de bewuste brief wel degelijk naar de Raad van State is gestuurd. En rechters hebben vervolgens verzoeken om voorlopig geen Iraakse asielzoekers uit te zetten, toegewezen met een verwijzing naar deze brief, schrijft Leers.
De minister blijft van mening dat hij geen aanleiding zag om het schrijven van het Europese hof naar de Tweede Kamer te sturen, omdat er geen rechterlijke uitspraak in stond en de brief geen betrekking had op een individuele zaak.
De geplande uitzetting van Irakezen is deze week overigens niet doorgegaan. Dat gebeurde op basis van een andere uitspraak van het mensenrechtenhof, die dinsdag werd gedaan. In een toelichting op dat besluit, die Leers ook naar de Kamer heeft gestuurd, staat dat het hof dit besluit heeft genomen omdat het berichten ontving dat de de Irakezen die zouden worden uitgezet, mogelijk nog niet in de gelegenheid waren geweest hiertegen bezwaar aan te tekenen.
Als het aan Leers en een nipte meerderheid van de Tweede Kamer had gelegen, waren zij gewoon het land uitgezet. Hij vond de situatie in het land veilig genoeg.
