[special] Jim Thorpe deel 2

In januari 1913 publiceerden Amerikaanse kranten een verhaal dat Thorpe professioneel honkbal had gespeeld. Thorpe had inderdaad semi-professioneel honkbal gespeeld bij Rocky Mount, North Carolina in 1909 en 1910, en kreeg daar een een kleine vergoeding voor.

Ondanks dat het publiek zich er niet druk over maakte, nam de Amateur Athletic Union de zaak erg serieus. Thorpe schreef nog een brief naar de AAU maar het hielp niet. De AAU nam hem zijn amateurstatus af en verzocht het IOC hetzelfde te doen. Later dat jaar besloot het IOC unaniem om Thorpe zijn medailles af te nemen en hem professional te verklaren. Het enige positieve voor Thorpe was dat zodra het nieuws bekend werd hij direct aanbiedingen kreeg van Major League teams.

Hij tekende een contract bij de New York Giants in 1913 en speelde daar twee seizoenen. Nadat hij het seizoen 1916 volledig mistte kwam hij in 1917 terug om voor de Giants te spelen, maar hij werd vroeg in het seizoen verkocht aan de Cincinnati Reds. Hij werd later in het seizoen teruggekocht door de Giants. In 1918 speelde hij slechts sporadisch en op 21 mei 1919 werd hij geruild voor Pat Ragan van de Boston Braves. In zijn honkbalcarrière scoorde Thorpe 91 punten en had een slaggemiddelde van 0.252 over 289 wedstrijden. Hij bleef honkbal spelen in de lagere divisies tot 1922.


Ondanks zijn honkbalcarriere had Thorpe het football niet verlaten. In 1915 tekende hij een contract bij de Canton Bulldogs. Ze betaalden hem $250 per wedstrijd, een enorm bedrag in die tijd. Het team was succesvol en won de titel in 1916, 1917 en 1920. De Bulldogs waren één van de 14 teams die in 1920 de APFO vormden, wat 2 jaar later de huidige NFL zou worden. Thorpe kon de eerste president van de APFA worden maar besloot te blijven spelen voor Canton, en daar tegelijk ook coach van te worden. Tussen 1921 en 1923 speelde Thorpe voor La Rue en Ohio Oorang Indians, een team dat volledig uit Indianen bestond.
Thorpe speelde nooit in een professioneel kampioensteam, ook al speelde hij voor zes verschillende teams tussen 1920 en 1928. Hij stopte met football toen hij 41 was en speelde 52 wedstrijden in de NFL.

Thorpe schijnt ook nog een basketbalcarriere te hebben gehad. In 1927/1928 zou hij hebben gespeeld in New York en Pennsylvania. Deze periode is echter niet goed gedocumenteerd en Thorpe's biografen weten weinig hierover.
Ook buiten de sport had Thorpe een roerig leven. In 1913 trouwde hij met Iva Miller, die hij had ontmoet op Carlisle en ze kregen vier kinderen ( waarvan één er op 2-jarige leeftijd overleed). Thorpe was op sommige momenten een zware drinker, wat waarschijnlijk de oorzaak was van hun scheiding in 1924. Hij hertrouwde in 1926 met Freeda Kirkpatrick en ook met haar kreeg hij vier kinderen. Na zijn atletiekcarrière moest hij werk zoeken (Football en honkbal waren destijds namelijk nog amateursporten) maar Thorpe vond het moeilijk om te werken buiten de sport. Hij had nooit voor lange tijd een lange baan en de crisis in de jaren 30 maakte het er niet eenvoudiger op. Hij verdiende wat bij westernfilms en ging in 1945 aan het werk in de koopvaardij. 4 jaar eerder scheidde zijn tweede vrouw van hem omdat hij regelmatig wekenlang van huis weg was.


In 1950 had Thorpe geen geld meer toen hij kanker kreeg. Uit liefdadigheid werd hij in het ziekenhuis toegelaten. In 1950 riep de Associated Press hem uit tot wereldsportman van de eerste helft van de 20e eeuw. Hij werd ook uitgeroepen tot beste footballer uit diezelfde periode. Op het eind van de eeuw was hij wat gezakt op 'atleten van de eeuw lijstjes', maar stond nog steeds overal in de top.
Drie jaar later kreeg Thorpe zijn derde hartaanval terwijl hij aan het eten was met zijn derde vrouw, Patricia Askew. Dankzij kunstmatige beademing kon hij gered worden maar niet veel later verloor hij het bewustzijn en overleed op 28 maart 1953, op 65 jarige leeftijd.
Thorpe's familie wilde een monument voor hem in Oklahoma, maar de gouverneur stond dit niet toe. Het kleine plaatsje Mauch Chunk zag er een attractieve bussiness in en sloot in deal met Thorpe's weduwe Patricia. Ze betaalden het monument enveranderen de naam van hun plaats in Jim Thorpe. Zijn monument, met het citaat van Gustav V, staat er nog steeds.
In 1963 kreeg Thorpe de hoogste onderscheiding van de NFL, hij was één van de zeventien spelers die werden opgenomen in de Hall of Fame die op dat moment geintroduceerd werd. In 1986 werd Thorpe uitgeroepen tot beste defensive back in de geschiedenis van het collegefootball. In 1982 besloot het IOC Thorpe alsnog uit te roepen tot olympisch kampioen van de vijfkamp en de tienkamp op de olympische spelen van 1912. De replica's van de medailles ( de orginelen zijn gestolen en nooit teruggevonden) werden in januari 1983 uitgereikt aan twee van zijn kinderen. Hiermee kreeg Thorpe definitief een illustere plek kreeg in de geschiedenisboeken.