Britten pakken IJsland via anti-terreurwet
De diplomatieke betrekkingen tussen Groot-Brittannië en IJsland zijn op een dieptepunt beland nu blijkt dat de schade door het IJslandse bankendebacle veel groter is dan gedacht. Vele tientallen Britse gemeenten, maar ook instellingen zoals Scotland Yard en de Londense metro hebben rekeningen en deposito's bij IJslandse banken.
Voor zover bekend staat er liefst 860 miljoen pond (1,1 miljard euro) aan publiek geld op het spel, en dit bedrag zal vermoedelijk nog verder oplopen nu steeds meer instanties hun belangen melden. Daarnaast gaan Britse bedrijven mogelijk voor miljarden het schip in.
De boosheid over de IJslandse houding is groot, nu het land zelfs niet bereid lijkt de basisgarantie van zijn centrale bank (tot zo'n 20 duizend euro) na te komen. Veel particulieren meenden dat het wel goed zat met de regeling van een westers land als IJsland, maar hebben nu het gevoel te maken te hebben met een schurkenstaat.
Die mening lijkt de Britse regering te delen. Aan particuliere spaarders is al medegedeeld dat zij niet zullen lijden onder de IJslandse onbetrouwbaarheid, en de overheid zal alle spaartegoeden garanderen.
Nu blijkt dat ook lokale overheden niet bij hun geld kunnen, is de Britse regering in woede ontstoken. Met een wet die is bedoeld voor anti-terreurmaatregelen worden nu tegoeden van IJslandse bedrijven in Groot-Brittannië bevroren. Het betreft de Anti-Terrorism, Crime and Security Act die werd aangenomen na de aanslagen van september 2001.
Premier Brown noemde het gedrag van IJsland donderdag 'illegaal' en 'volstrekt onacceptabel'. 'We bevriezen de bezittingen van IJslandse ondernemingen waar we kunnen. Waar nodig zullen we verdere actie ondernemen tegen de IJslandse autoriteiten.'
Intussen zou voor enkele miljarden aan beslagen zijn gelegd. Volgens de premier heeft de IJslandse toezichthouder niet alleen het eigen volk in de steek gelaten, maar ook de Britten.
In IJsland is de Britse opstelling slecht gevallen, zeker aangezien het de belangrijkste handelspartner van het bijna failliete land betreft. De IJslandse regering beticht de Britten er nu van de problemen erger te hebben gemaakt door massaal hun geld terug te vragen
De getroffen Britse lokale overheden en bedrijven hoeven in tegenstelling tot particulieren echter niet op onvoorwaardelijke staatssteun te rekenen. Dit heeft tot onrust geleid in de betreffende gemeenten, waar burgers vrezen dat publieke diensten hieronder zullen lijden. Achter de schermen wordt tussen de twee landen verder onderhandeld.