Aanslagen Xinjiang troffen zeventien locaties
Een plaatselijke regeringswoordvoerder zei dat het de bedoeling was 'terreur in de maatschappij' te zaaien. Drie rebellen waren volgens hem nog voortvluchtig. De woordvoerder reageerde niet op vragen over een mogelijk verband met de Olympische Spelen.
Het was de tweede terroristische aanslag in het islamitische Xinjiang in een week. Op 4 augustus werden in de stad Kashgar, bij de grens van Afghanistan en Pakistan, zestien leden van de grenspolitie gedood. Zestien personen raakten gewond. Net als na de aanslagen van gisteren eiste niemand de verantwoordelijkheid op.
De politie gaf zondag een verklaring uit waarin wordt gezegd dat agenten acht rebellen uitschakelden en doodden. Twee rebellen zouden zichzelf hebben opgeblazen; drie waren voortvluchtig.
Het staatspersbureau Xinhua meldde dat er bomaanslagen werden gepleegd met behulp van omgebogen stukken pijp en tanks met vloeibaar gas. De doelwitten waren onder meer een politiepost, een winkelcentrum en een hotel.
De aanvallers zouden 's morgens vroeg een met explosieven geladen auto hebben ingereden op een politiepost. Een bewaker was op slag dood, twee agenten en twee burgers raakten gewond. Een van de gewonde burgers stierf naderhand aan zijn verwondingen.
De politie ontdekte op een markt vijf rebellen die zich verborgen hielden in een winkelpand en met bommen begonnen te gooien toen zij werden ontdekt. Twee van hen werden doodgeschoten, drie anderen bliezen zichzelf met zelfgemaakte bommen op.
Analisten zeggen dat de rebellen mogelijk banden onderhouden met de Islamitische Beweging voor Oost-Turkestan (Etim), die streeft naar onafhankelijkheid van het traditioneel islamitische en Turkssprekende Xinjiang. De partij heeft vestigingen in Pakistan en enkele van haar leiders hebben mogelijk contacten met Al-Qaida-cellen.
De operatie in Kuqa vond plaats ondanks de verscherpte veiligheidsmaatregelen die in Xinjiang werden genomen na het incident in Kashgar. Onder moslims in de de autonome regio leeft sinds lang grote weerstand tegen de Chinese overheersing. Radicale cellen hadden voorafgaand aan de Spelen gewaarschuwd voor aanslagen.
Na het geweld van zondag sloten de autoriteiten de regio Kuqa, waar zo'n vierhonderdduizend mensen wonen, tijdelijk van de buitenwereld af. Militairen met machinegeweren patrouilleerden op straat en de bewoners mochten hun huizen niet verlaten. Later op de dag mochten mensen weer naar buiten, maar de meeste winkels bleven gesloten.