Eenmaal, andermaal, niet verkocht
Een uiterst sfeervol dijkhuisje uit 1901 met van die fraaie authentieke details. Het balkenplafond, de mansardekap met inpandige houten constructie, het oude glas-in-lood raampje. Zoals de vloer bij ons kraakt, kraakt 'ie nergens. Om nog maar te zwijgen over de 30m2 grote veranda op het zuidwesten, waar we tot in de avond op de schommelstoel van de zon kunnen genieten in onze grote tuin aan het water. Wat wonen we toch goddelijk.
Daar dacht mijn vriendin anders over. Pardoes. Na een kleine zes jaar was ze erachter gekomen dat het qua grootte geen Versailles was. Ook bleek bij wel heel erg nader inzien de straat voor het huis wat aan de drukke kant. Er rijden namelijk auto's.
Dus dient er verhuisd te worden. Ik nam een dag de tijd om alle tegenargumenten op een rij te zetten en plande een overlegmoment in ons drukke bestaan. Het woonplezier, de onvermijdelijke restschuld, de makelaarskosten, de ligging en wat dies meer zij. Ik zette alles in om haar van gedachten te laten veranderen.
Fortuna Sittard-Telstar integraal aanschouwen zou minder tijdverspilling betekenen. Mevrouw was al bij de makelaar langs geweest.
'Oja, ik was de gezellige buurt nog vergeten!' Mijn laatste troef.
'Morgen komt hij taxeren.'
Zoals ik al vreesde, was er sprake van een forse waardedaling. Een procent of 20. Niet alleen spoelden we daarmee ongeveer 60 duizend euro door het putje, ook zou de aanvraag van een nieuwe hypotheek geen sinecure zijn. Het leek me beter om toch nog maar even te wachten tot de markt weer wat zou aantrekken. Zo'n haast hadden we toch niet?
'Ik heb een mooi huis gezien in een nieuwbouwproject. Binnen drie dagen moeten we ons inschrijven.'
Wat heb ik God misdaan dat hij me hetero heeft gemaakt?
Een week later stond er een bord in de tuin. Te koop. Thuiskomen werd meteen een stuk minder plezierig. Dezelfde week was er een kijker. Ramen lappen, stofzuigen, keuken boenen, badkamer laten glanzen, onkruid wieden, schuur schoonmaken, snuisterijen ruimen, bloemen op tafel, lekker luchtje spuiten. De rest deed mijn vriendin.
Helaas bleek de kijker een man van ruim 2 meter. De balken hangen boven op een hoogte van 1m95. Hij vond het heel sfeervol, maar ging het niet kopen.
Gedreven door enige haast werd er vier dagen later een open huis gepland. Laagdrempelig heet dat. Ramen lappen, stofzuigen, keuken boenen, badkamer laten glanzen, onkruid wieden, schuur schoonmaken, snuisterijen ruimen, bloemen op tafel, lekker luchtje spuiten.
De rest deed mijn vriendin.
Ondertussen had de hypotheekadviseur berekend dat we circa 30 duizend euro op de spaarrekening zouden moeten hebben staan om een hypotheek te krijgen, als ons lieflijke huisje voor die tijd nog niet was verkocht. Ons appeltje voor de dorst beslaat een schamele 4 cijfers. Gelukkig kwam er opnieuw een kijker, en nog één en nog één. 'Leuk', 'gezellig', 'enig', 'gaaf', 'charmant'. Alles werd uit de kast getrokken om kenbaar te maken dat ons huis in de smaak viel.
Niemand deed een bod.
De tijd begon te dringen, want we kregen het door mijn vriendin gekozen huis toegewezen. Een huis met veel ruimte en een autoluwe doodlopende straat voor het huis. Een huis zonder balkenplafond, glas in loodraampjes en veranda.
Acht weken, dan moet de financiering rond zijn. Paniek!
Dus werd er gesleuteld aan de vraagprijs. Restschuld bleek een abstract begrip. En weer werd het huis geopend voor eenieder. En weer werden de ramen gelapt, het stof gezogen, de keuken geboend, het onkruid gewied en alle andere acties om niets aan het toeval over te laten. Twee stellen wandelden binnen. 'Zeer geïnteresseerd', aldus meneer de makelaar.
Dat was anderhalve week geleden. We hebben niets meer van ze gehoord. Wel nog drie bezichtigingen gehad. De ramen zij nog nooit zo schoon geweest. De badkamer heeft nog nooit zo mooi geblonken.
Het huis is nog niet verkocht.
Vier weken, dan moet er witte rook zijn voor de hypotheekverstrekker.
Morgen is er weer een bezichtiging.
Hopelijk is 'ie twee meter.