'Gewoon' een bovengemiddelde wielrenner

Persoonlijk kan ik er heel moe van worden. De eeuwige discussies over de Nederlandse wielrenners. Als jonge wielrenner zijn er nog niet zoveel problemen. Je wint eens een onbelangrijke rit en met een beetje geluk behaal je een ereplek in een belangrijke koers tijdens een vormpiek. Iedereen is blij met de verrassing en al het goede wordt je toegewenst.

Wanneer je gewoon gezellig je sport uit wil oefenen zonder veel kritiek, zou ik het gewoon hierbij houden. Door een middelmatige wielrenner te worden en te blijven krijg je nooit kritiek. Wanneer je één of twee keer per jaar een uitschieter hebt prijst iedereen je de hemel in. De ideale manier om ontspannen je carrière door te lopen zonder al te veel druk. Als je kopman bovendien nog eens een belangrijke koers wint, kun je ook nog vanuit een soort van underdogpositie een gedeelte van de eer opeisen, omdat jij degene was die hem uit de wind hebt gehouden. Iedereen vindt je sympathiek en met je bescheidenheid ga je fluitend je carrière door.

Helaas is niet iedereen gezegend met dit talent. Sommige wielrenners staan nu eenmaal bij hun geboorte vooraan in de rij bij het uitdelen van de wielerbenen. Voordat ze het weten rijden ze veel te goed en komen ze in de hoogste categorie die we de laatste decennia kennen in Nederland: de subtop. Een aantal verkeerd getimede uitschieters en je belandt zomaar in deze categorie. Wanneer een verdwaalde journalist de magische Tour in zijn mond neemt in combinatie met jouw naam ben je nog verder van huis. Vanaf nu ben je van Nederland en is enkel een overwinning in een grote ronde voldoende. Als subtopper betekent dit dat je het grootste deel van je carrière gaat teleurstellen en je uiteindelijk als Michael Boogerd jezelf moet gaan verdedigen tegenover Mart Smeets vanwege je vele top 3-plaatsen in de topklassiekers. Je wint tien jaar meer dan welke Nederlandse coureur dan ook, maar meneer vraagt of je wel het maximale eruit hebt gehaald.

De man die op dit moment dit lot ten deel valt, is uiteraard Robert Gesink. Robert Gesink is een fantastische wielrenner en op dit moment van zijn carrière een goede subtopper. Dit houdt in dat hij af en toe een mooie koers kan winnen wanneer hij in topvorm is. Daarbuiten kan hij goed meedoen. Waarom wint hij dan niet de Tour? Omdat nog tweehonderd professionele wielrenners dit proberen. Al deze renners trainen zich uit de naad en de beste wint. Hij is niet lui, hij is niet zwak, hij is niet ongemotiveerd. Gesink is gewoon een fantastische renner die naar zijn kunnen presteert. Wellicht gaat dit de rest van zijn carrière zo door en kan hij nog vele mooie ereplaatsen behalen. Wanneer we geluk hebben, kan hij nog een stap omhoog zetten naar de absolute top (à la Philippe Gilbert en Cadel Evans) en kan hij bij de grote jongens gaan horen.

Geniet tot die tijd van zijn prestaties en zeur niet zo. Jouw baas vraagt toch ook niet elke dag waarom je niet de beste kantoorpik bent van het gebouw?