Vochtig split

Wij hebben in onze voortuin een randje grind naast de bestrating. Eigenlijk is het geen grind, maar split. Dat is sjiek grind. Maar als je geen tuinarchitect bent, kun je ook gewoon zeggen dat er een strook met grijze steentjes ligt. Op dit moment zie je daar niets van, want er liggen vooral bloesemblaadjes. En als ik daar met een bezem overheen ga, veeg ik al mijn mooie split weg. Zonde.

Ik denk dat ik zo’n vier of vijf keer per jaar op mijn hurken bij het grind zit om de blaadjes weg te halen. Zo’n mooie strook split, dat moet gewoon zichtbaar zijn. Het is wel een beetje stom werk. Ik ben er namelijk heel precies in. Altijd als de buurvrouw met de hond naar buiten komt en ik zit net mijn split te ontbladeren, voel ik me Malle Pietje. Een man moet stoer zijn. Die moet hout kloven of ravotten met een grote Berner Sennen. Ik zit gehurkt met een emmertje en peuter blaadjes tussen de steentjes weg. Geen buurvrouw die daar vochtig van wordt.

Zelf kan ik wel enorm opgewonden raken van een schone strook split. Grijze steentjes zonder blad, daar wil ik best een half uurtje Gekke Henkie voor zijn. In het begin maakte ik er ook foto’s van als ik klaar was. Ik spoot dan eerst het grind nat. Donkergrijs split, compleet ontbladerd. Maak me gek. Mijn vrouw heeft nooit gemerkt dat ik soms stiekem met de foto’s naar het toilet ging. Net als dat mijn ouders nooit de folders van verschillende tuincentra onder mijn matras hebben ontdekt.

Binnenkort moet ik maar weer eens aan de slag. De wind lacht om mijn splitstrook. Een stoere man zou misschien een bladblazer kopen, maar dat vind ik te makkelijk. Bladblazers zijn voor luie mensen. Ik kijk iedere dag omhoog naar de grote boom bij onze voortuin. Hij heeft nog niet al zijn blaadjes verloren, maar ik geloof dat ik toch vast mijn emmertje pak. Ik kan niet wachten. Ik mis mijn grind.