Als de dag in nacht overgaat

Soms heb je van die ervaringen. Ervaringen die je pakken, die in eerste instantie mysterieus overkomen, maar gedurende de tijd te mysterieus kunnen blijven. Omdat je wil ervaren wat er over het leven wordt gezegd. Soms denk je eraan en verlang je naar die kennis. Een inzicht dat jou alleen is verteld, maar nog niet is overkomen. Je erkent je beperkte eigenwijsheid en gaat weer verder. Maar de lucht die het besef met zich inademt, benauwd. Omdat je weet dat er nog zoveel meer komen gaat.

Ik loop soms wel eens hard. Niet omdat ik er echt van geniet, maar meer omdat ik denk dat het gezond is. Een beetje conditie kan geen kwaad. Ik begin altijd met een paar rondjes Vondelpark, omdat ik weet dat ik geen dingen moet forceren. Tijdens het hardlopen probeer ik de moed in te zamelen, om dit minstens drie keer per week vol te houden. Structuur. Dat is het antwoord. Zo denk je.
In een van mijn bijna onmogelijke pogingen om dit te volharden, omdat ik mezelf voor de zoveelste keer wilde bewijzen, ontmoette ik hem. Ik had hem wel eens eerder gezien. Een man van rond de zestig schat ik. Een hele karakteristieke huid, die wel honderden jaren oud leek te zijn. Tijdens mijn rekoefeningen op een boomstronk kwam hij naast mij te staan. Zijn gezicht gericht naar de mist die de ochtend diende. Als een podium waarop de zon elke ochtend haar kunstjes doet.
‘Zo, vanochtend bedacht om je te onderscheiden door hard te gaan lopen' zei hij uitlokkend en ironisch. Terwijl ik met mijn rug naar het pad stond maar onvermijdelijk de duizenden pasjes in ritme kon horen kon ik niet anders dan een kleine lach uitbrengen.
‘Ja meneer, ik weet ook niet precies hoe het werkt, maar dit schijnt je wat beter in de goede richting te helpen'.
Tot spijt voor het verhaal weet ik niet meer precies hoe het gesprek verder op gang is gekomen, maar ik kwam in eerste instantie in een herkenbaar gesprek, zo dacht ik, van een oude man die zijn ongenoegen wilde uiten. Lichtelijk teleurstellend. Hij begon een verhaal over het obsessief hardlopen van de mensen van tegenwoordig om vervolgens een vergelijk te maken met de wereld van nu. Hij vond dat het kale hardlopen dat hij observeerde in veel gevallen niets anders is dan een instandhouding van een westerse cultivatie. Een cultuur waarvan hij over de kern van ontstaan zelf niet wilde oordelen, omdat hij metafysische uitspraken bij uitstek verloren tijd en geheel ondefinieerbaar vond. Een gedachten die ik op zich wel herkende. En tegelijkertijd twijfelde of ik deze invalshoek wel mijn ochtend waard vond. Zonder dat ik überhaupt een kans of een mogelijkheid zag om het betoog af te kappen, besloot ik om te luisteren naar wat hij te zeggen had.
Hij ging verder en vertelde over de kapitalistische ideologie en hun kolonisatie op de gedachten van de westerse mens. Hoe de grondleggers wel handelingen hebben willen structuren op basis van veronderstellingen, waarbij de gevolgen zijn uitgemond in een zitcultuur. Negen uur per dag alleen maar bewegen met hun ogen en bewegen met hun wijsvinger op de ‘computermuis'. En het kale hardlopen, waar hij het de hele tijd over had, mocht niet worden gezien als een compensatie, maar als een instandhouding van die cultuur. Een cultuur die te erg is opgegaan in haar veronderstellingen. Assumpties waarover wij geen recht -en kunde hebben om deze binnen een systeem te verstaan.
Ik raakte betrokken bij het gesprek, niet perse vanwege onze klik, maar omdat ‘we' nu al een tijdje bezig leken te zijn. Drie kwartier schat ik in. Toen ik vroeg over de wortels van zijn gedachten, begonnen we iets intiemer te praten. Hij vertelde dat hij veel heeft gereisd. Negen jaar had hij gewandeld door Azië. Met weinig geld, puur voor de ervaring. Ik denk bij mezelf dat het misschien ook met een bepaalde wroeging te maken heeft gehad met zijn leven hier, maar vergeet mijn vooroordeel snel weer. Hij vertelt over zijn ervaringen. Negatief en positief. Over mensen die hij is tegen gekomen, die voor hem toen nog onbekende levensopvattingen naleefde. Hij vertelde over zijn gevoelens van lijden aan de ene kant en ultiem genot aan de andere kant. Over hoe dicht het ware lijden bij geluk ligt. Allemaal net iets te uitgebreid voor nu.
Tot we een beetje uitgepraat raakte. Mijn rol als luisteraar -en zijn rol als reisverhalenverteller waren uitgevoerd. En net op dit punt waarop je aanvoelt dat een spontane ontmoeting tussen twee vreemden een beetje aan het uitdoven is, zegt hij iets. Wellicht doordat al zijn herinneringen gekoppeld zijn aan diepe emoties. Hij zegt iets dat me altijd is bij gebleven. Misschien iets dat alleen op deze manier kan worden overgebracht. Van mens tot mens. En zo was het ook. Voor het eerst in het gesprek zag ik hem, sprak hij tot mij en ik luisterde. Geen rollen.
‘Als ik eraan terugdenk realiseer ik me hoe lang het wel niet is geleden dat ik echt zag. Dat ik echt zag dat de dag, nacht werd. Als twee vloeibare delen die niet doorbroken elkaars zijnde werden. Die energie. Dat stuurde mij altijd de goeie kant op. Je kan hardlopen wat je wilt, maar probeer op zijn minst dit erin te vinden. Aan kaalheid heb je niks. En wees niet getreurd. Als je het niet hierin vind, dan komt het vast wel. Hoe veel deze wereld ook in stand wordt gehouden door handelingen naar twijfel. Soms doet ware emotie de twijfel verdwijnen, en zul je het ook zien. Dat betwijfel ik niet'.

Jaren zijn deze woorden me bijgebleven. Misschien door mijn troost ten opzichte van een man die alles al had ervaren, en nu een beetje was uitgeblust. Soms kunnen mensen hele verhalen vertellen die te overdreven zijn voor hoe de wereld echt is. Soms kunnen in diezelfde verhalen de woorden zo je hart raken. Omdat je gewoon voelt dat ze waar zijn.

Vele jaren later. In een emotioneel diep moment. Met muziek als begeleider heb ik het mogen zien ontstaan. Heel langzaam. Hoe magisch het is als dag en nacht in elkaar overgaan.


Golvend geluid
Emoties langzaam gedoofd
Twee lichamen
In elkaar
Maar onverweven
Tot de tellen samenkomen
Tijd gaat door hun heen
De helaasheid
Omdat ze niet beseffen kunnen
Alleen ik ben getuige
Van het deel dat tussen dag en nacht bevroor
En hoe zij heel langzaam
En uiterst magisch
Haar identiteit verloor