Europese eenheidsworst

Al zolang ik mij kan herinneren is Frankrijk mijn favoriete vakantieland. Ik hou van de diversiteit in het landschap, de prachtige taal en de culinaire verrassingen. De landerige sfeer van oude mannen keuvelend op een bankje, de met zorg gevulde bloembakken die de grauwgrijze huizen opkleuren, de potjes jeux des boules in de parken, de alpinopetjes en de stokbroden met de krant onder de arm. Frankrijk is als een charmante gastheer; het heeft alles in huis om je te verleiden.


Ik weet nog goed hoe ik als kind de reis er naartoe al als een avontuur beleefde. Ruim van tevoren werden de paspoorten gecheckt, reischeques  besteld en guldens voor Franse francs ingewisseld. Stel namelijk dat de bank niet genoeg francs meer op voorraad had, dan had je een serieus probleem. Eenmaal onderweg drukte mijn vader de gaspedaal flink in, om ‘m vervolgens alleen even los te laten bij een tankstation, de grensovergang en uiteindelijk bij de plaats van bestemming. Ik tekende ondertussen in mijn schrift de route mee, dat leek me handig voor later. Onderweg even rustig plassen, was bij ons geen optie. Maar de beloning eenmaal daar aangekomen was groots; een authentiek Frans chocoladebroodje!


De grensovergang ervoer ik als een spannend en bijzonder moment. De douaniers in strak uniform dwongen mijn respect al af door even gefronst door het raam de auto binnen te kijken. Ik durfde amper adem te halen door de dreiging die uitging van de aanwezige pistool en de bungelende  knuppel. Op de terugweg had ik trouwens echt een geldende reden voor wat angstzweet. Mijn ouders hadden dan namelijk altijd nét iets teveel wijnflessen weggemoffeld tussen de vakantiespullen en onder mijn en mijn broers voeten. Ik zag mezelf nog niet levenslang brood met spinnen eten en keek, in mijn pogingen onschuldig te lijken, waarschijnlijk schuldiger dan ooit.


En dan die laatste vakantiedag, dat was altijd erop of eronder. Óf de Franse francs waren namelijk bijna op en dan moest je het als gezin de hele dag doen met hooguit nog wat droog stokbrood. Óf er waren juist nog zoveel francs over dat er nog flink geshopt moest worden. Eenmaal thuis de briefjes nogmaals  bij de bank inwisselen leidde namelijk tot regelrechte  kapitaalvernietiging. En met resterende muntjes kon je, behalve verzamelen, sowieso niets. Dus was het een veel beter plan om deze om te zetten in Franse koekjes, wijn en andere genotsmiddelen.


Ook afgelopen jaar ging de reis, inmiddels met het eigen gezin, naar Frankrijk. En weer heb ik van het land, de mensen en de sfeer genoten. Toch merk ik dat er, door het openstellen van de grenzen tot een Verenigd Europa, veel is veranderd. Het is naar mijn mening, naast alle beoogde en gebleken voordelen, helaas ook een aanslag op de authenticiteit van de verschillende landen. Aan reizen binnen de Europese grenzen is weinig spannends meer te beleven, anders dan of je wel of niet de eindeloze files kunt omzeilen. Dat je een grens gepasseerd bent, weet je door de SMS die je op je mobiel binnenkrijgt betreffende de aldaar geldende tarieven. Bijna alles wat in Frankrijk verkrijgbaar is aan producten, kun je inmiddels ook in Nederland kopen en vice versa. De piepers en de pot pindakaas kunnen met een gerust hart thuisgelaten worden en behalve drugs blijft er weinig over wat de moeite waard is om te im- of exporteren. Ook de Fransen geven zich uiteindelijk helemaal gewonnen door naast de Europese prijzen niet meer het bedrag in Franse francs aan te geven. Alles is eenvoudiger en toegankelijker geworden. Maar daardoor dus ook gewoner.


En toch smaakt een Kir nog steeds het best op een zonnig Frans terrasje, kan een bosje zonnebloemen niet op tegen een heel veld vol en is het verschil tussen een heuvel en een berg niet te overbruggen. Beleving kent nu eenmaal gelukkig nog wel grenzen. Dit jaar gaat de reis dus weer naar la douce France!