Handtekeningen

Laatst was ik bezig de boel hier in huis een beetje op te ruimen. Ik stuitte vervolgens op een doos vol voetbalspulletjes. Kaarten en handtekeningen. Enkele op de kaart, de meeste op stukjes papier. Soms was de inkt zelfs al wat vaag geworden. In een ander geval had ik hier al eens op ingespeeld, bijvoorbeeld op de bal met handtekeningen van de Italiaanse selectie. Die hadden ze er ooit eens opgezet kort voor een vriendschappelijk duel in Nederland, ergens rond 1990. De stift waarmee ik ze had overgetrokken, blijkt een goede te zijn geweest. Handtekeningen verzamelen, typisch een bezigheid uit je jeugd.

Wie, zoals ik, woont in een dorp dat niet al te ver van Rotterdam is gelegen, loopt een goede kans Feyenoorders tegen het lijf te lopen. Die club heeft de gewoonte om spelers die liever niet in het hectische stadsleven willen vertoeven, onder te brengen in omringende dorpen. Zo kwam het dat Willem van Hanegem hier ooit gewoond heeft. De Kromme is niet gebleven, zijn voormalige teammaat Wim Jansen wel. Wie boodschappen gaat doen of op woensdag over de markt wandelt, loopt kans om Jansen daar tegen te komen. Nooit zal ik vergeten dat ik, nog als basisschoolleerling, samen met twee klasgenoten door het winkelcentrum liep, onderwijl het wel en wee van Feyenoord besprekend. Voor ons een man met krullen in een groen met zwarte jas, die zich ineens omdraaide en geamuseerd glimlachte: Wim Jansen!

Toch sprak Wim ons als jongetjes nooit zo tot de verbeelding als een andere plaatsgenoot, Joop Hiele. Het adres van deze voormalige keeper van Feyenoord verspreidde zich op de voetbalclub als een lopend vuurtje en er ontstond een heuse rage om maar zoveel mogelijk handtekeningen van Joop te verzamelen. We wachtten bij zijn huis, vroegen een handtekening en gingen weer weg. Of we volgden Joop stiekem en vroegen bij de winkels om een handtekening. Altijd gaf hij die en ik vraag me af of hij sowieso wel in de gaten had dat het soms weer dezelfde jochies waren. Voetbalprofs zijn ijdel, dus als hij het wel merkte, zal het hem nog weinig hebben kunnen schelen. De fanatiekste verzamelaars hadden rond de zestig Hieles, ik kwam zelf denk ik tot even in de twintig. Overigens waren we maar wat trots toen "onze" Joop ooit tegen West-Duitsland in het doel mocht gaan staan. Hans van Breukelen ontbrak en Theo Snelders leek hem te vervangen, maar die kreeg een zenuwinzinking en daar stond Joop. Geinige vent, die overigens ook niet meer hier woont. Stanley Brard, ook een dorpsgenoot, sprak ons op de één of andere manier beduidend minder aan.

Het was spannend om een handtekening te vragen aan een beroemde voetballer. Iets dat ook hoort bij vroeger, want op een gegeven moment zie je de lol er niet meer van in. Nu zou het niet eens meer in me op komen om een voetballer om een handtekening te vragen. Soms ook al omdat ze jonger zijn dan ik nu ben, maar meer omdat je op latere leeftijd het besef krijgt dat het ook maar gewoon mensen zijn zoals ieder ander. Wie wekelijks een duel in de hoofdklasse zaterdag bezoekt, ziet ook geregeld voormalige profs opduiken. Die je na afloop ook gewoon kunt aanspreken, om maar eens te benadrukken hoe gewoon die mannen eigenlijk zijn. Natuurlijk, Leo Koswal of Arno Splinter is wel iets anders dan pakweg Phillip Cocu, maar toch. Als je Roland Jansen, jarenlang doelman in het betaalde voetbal, in de kantine een lootje ziet kopen voor het rad van avontuur, dan is de mythologische status die voetballers hebben ver weg. Om maar te zwijgen van voormalig international Bert Konterman, die voorbij schuifelt op een manier zoals iedereen zou kunnen doen.

Ik vraag me zelfs af of de kinderen van tegenwoordig dit verschijnsel nog wel kennen. Zullen ze ook nog op onderzoek gaan als ze horen dat in hun buurt een voetballer woont? Zullen ze net als wij vroeger deden wedstrijdjes houden wie de meeste handtekeningen kan verzamelen? Het is leuker dan de voorgedrukte kaarten die tegenwoordig uitgedeeld worden of die opgestuurd worden naar de kinderen. Leuker dan inloggen op de persoonlijke website van de voetballers in kwestie. Leuker dan je als virtuele vriend van Ron Vlaar of Gijs Luirink aanmelden op Hyves. Opvallend veel al dan niet virtuele vriendinnen hebben die jongens trouwens.

Nee, de moderne tijd maakt veel dingen makkelijker, maar neemt ook wel de nodige charme weg. Pure nostalgie, die oude handtekeningen bekijken. Nog ééntje van "de Spijker", toen die zijn oude club SHO kwam bekijken ergens rond 1992. Maar vooral veel van Joop Hiele. Waarvan ik me afvraag hoeveel zijn naam jongeren van pakweg zestien of jonger nog zegt. Hoewel ik weet dat ik er niets aan heb, besluit ik toch de doos weer te sluiten en te houden. Nostalgie gooi je niet weg, die koester je.