Vrouwen en techniek

Voordat ik eerst op een hele hoop tenen trap, ik weet dat er vrouwen zijn die erg goed zijn in alles wat elektronisch is. Heldinnen zijn het, voorvechtsters van de vrouwenemancipatie in de techniek en elektronicawereld, en ze verdienen allemaal een wisselbeker. Ben je zo’n topwijf en lees je dit, voel je dan vooral niet aangesproken door mijn volgende stelling: vrouwen zijn een ramp met techniek.

Ter illustratie komen hier mijn eigen verhalen. Ik ben zelf een grote ramp met alles wat een beetje elektriciteit gebruikt. Op de een of andere manier hebben alle apparaten in mijn omgeving een pact gesloten om mij het leven zo zuur mogelijk te maken. Er is altijd wel iets dat het níet doet. Heeft mijn laptop geen kuren, dan is mijn televisie aan het flikkeren. Doet de droger het fijn, steekt de wasmachine een denkbeeldige tong naar me uit. Doe ik mijn nachtlampje aan, valt de plafondlamp uit. De magnetron/ovencombi heeft helemaal een hekel aan me, geloof ik. Soms is mijn pizza na vijf minuten verkoold, soms is hij na een halfuur nog bevroren. En dan staat dat onding toch écht op dezelfde stand.

Mijn mobiel is nog wel het leukste voorbeeld. Als ik vandaag de dag het KPN businesscenter durf in te lopen, duiken alle mobielreparateurs al angstvallig onder de toonbank. Ik hoor ze gespannen fluisteren: ‘Oh nee, niet weer! Alsjeblieft, laat ze me niet gezien hebben!’ Dan ga ik natuurlijk vol leedvermaak op mijn tenen staan, buig me over de toonbank voorzover dat lukt met mijn lengte – of eerder kortte – en, de neiging om ‘BOE!’ te roepen onderdrukkend, vraag ik poeslief of iemand me wil helpen; mijn scherm flikkert. Of mijn toetsen doen het niet. De telefoon wil niet meer sliden, wat een slidephone toch wel hoort te doen. Als ik bel, hoort niemand me praten. Als ik bel, hoor ik niemand praten. Mijn camera is roze. Mijn mp3-speel functie geeft alleen nog maar ruis. En meer van dat soort heerlijke problemen. Nu ben ik ook wel te koppig om een betrouwbaar koelkastmodel Nokia te kopen en wil altijd een móóie mobiel met lekker veel functies zodat ik erop kan rotzooien, maar een mobiel zou toch gewoon moeten functioneren?

Mijn laptop is ook een klassieker. Hoe vaak heb ik wel niet, helemaal in paniek, mijn beste vriend, die tevens een held is met computers, gemaild of gebeld en snikkend in de telefoon gekrijst wat er nu weer mis was? Op een laptop zitten natuurlijk zo veel functies en programma’s dat het niet gek is als er een keer iets niet doet. Het is echter wél vreemd dat hij, als je hem pas twee dagen hebt, al kuren begint te vertonen die een paar jaar oude computer nog niet zou moeten hebben. Zoals soms ineens functies toeschrijven aan toetsen die die functie niet zouden moeten hebben. Af en toe zit ik iets te typen, en dan ineens typ ik één woord, dan besluit mijn computer dat vier letters van dat woord achtereenvolgens ‘alles selecteren’, ‘knippen’, ‘opslaan’ en ‘afsluiten’ betekenen. Resultaat: álles wat ik typte is in het niets verdwenen, want Word heeft helemaal uit zichzelf – grote jongen hoor – een leeg bestand over mijn enorme lap tekst opgeslagen. Zo heb ik, met knarsende tanden en vuurspuwende ogen, menig essay opnieuw moeten typen. Ook mijn columns bleven niet gespaard. Inmiddels heb ik me aangeleerd om iedere drie minuten mijn tekst op te slaan, elke keer weer onder een andere naam. Dat zorgt wel voor een hoop overbodige bestanden, maar hé, als mijn computer weer pesterig doet, heb ik ieder geval nog een stukje van wat ik eerst had.

Internet is ook een ‘all-time favourite’. Sinds ik ben verhuisd naar Utrecht, heb ik het snelste internet dat er maar mogelijk is. Dat zou heel leuk kunnen zijn, ware het dat het ook daadwerkelijk werkte. Het probleem is dat ik, als ‘erkende ramp met elektronica’, ook niet echt iets kan fiksen als het weer eens allemaal ontploft. Met waterige puppy-oogjes mijn huisgenoot aankijken wil ook wel eens helpen, want hij doet ‘iets in de ICT’, dus dan zou je toch wel mogen aannemen dat hij iets van computers en internet afweet. Helaas heb ik tegen de tijd dat ik hem durf te vragen alles al in een onherroepelijke staat van zelfdestructie gebracht door leuk in instellingen te prutsen en op het ‘geavanceerd’-knopje te drukken waar ik met mijn vaardigheden eigenlijk mijlen van weg zou moeten blijven, en moet ik maar accepteren dat er weer een functie van mijn computer heengegaan is.

Eigenlijk is dat precies wat mij nekt. Het koppige onvermogen om te accepteren dat ik maar gewoon nergens aan moet komen. Ik wil het gewoon zelf kunnen regelen, maar dat kan ik helemaal niet. Al moet ik toegeven dat ik af en toe een mooie triomf behaal. Zoals de keer dat mijn beste vriend me weigerde om torrentprogramma's en het downloaden van films en cd’s via torrents uit te leggen omdat ‘Ik het toch niet zou begrijpen’. Ik heb diezelfde middag lekker zitten surfen op internet, een programma gedownload en helemaal zelf uitgevogeld hoe ik torrents moest downloaden – iets dat eigenlijk debiel gemakkelijk is. De volgende dag kwam ik met een enorme grijns op school en pochte met glinsterende ogen wat me allemaal wel niet gelukt was. Een nogal wrange overwinning toen ik er diezelfde middag achter kwam dat ik allerlei viruszooi en trojan horses had binnengehaald maar ach, dat wist m’n beste vriend immers niet?

Misschien moet ik maar gewoon proberen te accepteren dat ik er maar beter van af kan blijven. Dat zou waarschijnlijk een hoop gedoe en reparatiekosten schelen. Dus voor de overige digibeten onder ons, voornamelijk dan toch vrouwen – sorry, dames – deze raad: Blijf er van af en roep een of andere geleerde techneut in. Die kan het écht beter.