Schieten op een vliegveld

Duizenden Duitsers, hordes zombies en ontelbare ruimtewezens, ik heb ze allemaal kapotgeschoten. Was dat nou leuk? Nee, dat was niet leuk, dat was genieten. Dolenthousiast was ik vanmiddag toen ik de gameconsole uitzette. Spontaan ben ik de straat opgerend en ben ik op willekeurige mensen gaan insteken. En bloeden dat ze deden, bloeden, echt niet normaal jonge! Want zo werkt het, het ene moment hang je met een controller in je handen voor de tv, het volgende moment ram je een mes door de strot van Barry de fietsenmaker.

Chargeer ik? Ja, hè? Want chargeren daar ben ik dol op. Net als marcheren. Marcheren in het virtuele leger van hersenloze jonge mensen die de laatste jaren videogames verkiezen boven cinema en literatuur. Niet voor niets natuurlijk, want jongens, wat zijn die games toch lekker gewelddadig, daar kan geen film of boek tegenop. Ja, Natural Born Killers ging best ver en het recente ‘Wij’ van Elvis Peeters las je het liefst met je ogen dicht, maar in vergelijking met de videospellen is het allemaal niets. Je schiet met een geweer van pixels op een figuur van pixels. Hoe grof is dat.

Gewelddadige games zorgen voor gewelddadige jongeren, dat cliché wordt inmiddels al jaren door de gemiddelde gamer uitgekotst. Politici en journalisten zijn het echter nog lang niet beu, steeds opnieuw gaan er stemmen op om games met geweld te verbieden. Vooral in de nasleep van een schoolse schietpartij waaruit blijkt dat de dader games speelde. Ik ben niet van plan hier nu in de verdediging te springen, dat laat ik wel aan de redactie van FOK!Games over. Nee, ik wil mijn onvrede over een ander aspect in de ‘games veroorzaken agressie’-discussie uiten: de volledig afwezige kennis van de debaters. Vrijwel elke videospellendiscussie in kranten of op tv wordt gedomineerd door mensen die amper weten wat een joystick is. Mensen die hakkelend spreken over dingen als ‘een nieuwe game driehonderdzestig xbox’ en ‘een computerspelletje met 3D auto’s’. Mensen die een stevige mening hebben, maar zich zichtbaar niet in de materie hebben verdiept. Jammer, want daardoor verzandt elke serieuze discussie over het onderwerp al snel in het onbeduidende geneuzel van een stel leken.

Je hebt er wel lef voor nodig. Zo overtuigd zijn van je mening terwijl je die alleen hebt gebaseerd op de, al bestaande, oppervlakkige beeldvorming in de media. Heel hard roepen dat iets zo en zo moet, terwijl je niet meer kennis van zaken hebt dan de gemiddelde lezer of tv-kijker. Een mening die net zo urgent is als die van Barry de fietsenmaker, als hij in Studio Voetbal zijn ideale opstelling voor Oranje uit de doeken doet. Bovenal is het een pijnlijke aanblik voor mensen die wel verstand van het onderwerp hebben, die wel achtergrondinformatie hebben. De gemiddelde debater stelt een onkunde tentoon die nog het meest lijkt op een willekeurige reportage van FOX News over Nederland. "After euthanasia and infanticide, the next move in the Netherlands is probably a suicide pill, not for those who are terminally ill, but just tired with life. While it hasn't been legalized and is probably still several years off, people are already talking about the idea."

Natuurlijk, ook op FOK! zie je zo nu en dan een columnist die harder roept dan zijn of haar expertise toelaat. Hier hebben we echter de reactie-mogelijkheid als redmiddel. Wanneer ik schrijf dat je jouw kinderen toch het best kunt opvoeden door de corrigerende trap in het kruis, dan zal ik er in de reacties op gewezen worden dat het helemaal nergens op slaat wat ik verkondig. Dat ik bovendien helemaal geen kennis van zaken heb omdat ik niet eens kinderen heb en ze ook niet zal krijgen omdat ik vroeger te vaak een balcorrigerende trap heb ontvangen. Mijn mening, mijn column, daalt gelijk in waarde, de nuance die eerst afwezig is duikt op. De leek zal het, kortom, allemaal veel minder serieus nemen. Columns in kranten of discussies op tv werken niet zo, daar kan alles geroepen worden zonder dat er iemand de mogelijkheid heeft een corrigerende trap uit te delen. Echt, wat zouden deze media gebaat zijn bij iemand die af en toe roept wat een onzin het is. Of gewoon regelmatig roept: Mensen met meningen, pas d’r op!

Naar aanleiding van het onlangs verschenen Call of Duty: Modern Warfare 2 was het weer raak. In de game zit een optionele scène waarin een stel terroristen op een vliegveld een bloedbad aanricht. In het filmpje onderaan deze column is het level te zien, die moet je straks maar eens kijken. Geen prettige aanblik overigens, die over de grond strompelende lichamen, het bloed en het gegil. Iemand met kennis van zaken zou vragen stellen als: ‘Zijn videogames geschikt om zo’n onderwerp te behandelen?’ ‘Past deze scène in het spel of is het een buitensporig gewelddadige en overbodige schreeuw om aandacht?’. Maar nee, dat waren niet de vragen die gesteld werden op tv of in de krant. Wat wel gevraagd werd: Is dit wat we willen dat onze kinderen zien? Als het goed is zien ‘onze kinderen’ dit helemaal niet, de game richt zich namelijk op een volwassen doelgroep. Het spel mag niet eens verkocht worden aan kinderen. Een andere veelgestelde vraag: Wat is hier leuk aan? Een ridicule vraag. ‘Je hebt net Schindler’s List gezien hoor ik? Wat vind je daar leuk aan? Oh, je vindt ‘leuk’ niet een goede term in dit verband? Maar je kijkt die film toch in je vrije tijd, voor je plezier? Nou dan. Dus, wat is er leuk aan?’

Games zijn leuk en zijn voor kinderen, dat was de opvatting van de debaters in de Modern Warfare discussie. Als je met dat beeld in je hoofd onderstaand filmpje gaat kijken, is het niet zo raar dat je geschokt raakt, dat je hard en fel roept dat het allemaal een schande is. Want dit is niet leuk en dit is niet voor kinderen. Je kunt er ook voor kiezen het filmpje te zien als een aanklacht tegen terrorisme, als rechtvaardiging voor de ‘war on terror’ waar het spel om draait. Een mogelijkheid om dichtbij de gruwelijkheid van massamoorden te komen, zonder dat daarvoor slachtoffers vallen. Maar nee, de leken huilen liever in het bos. Videogames op een volwassen manier behandelen, de media zijn er nog lang niet klaar voor.