Jan

Voortaan eens per twee weken op woensdagavond onze nieuwe columniste Debby-Jo:

Als de wekker gaat strekt een hand vanonder de deken vandaan, geeft een goed gerichte mep richting het indringende geluid en de wekker zwijgt. Jan draait zich genoegzaam om in zijn warme bed.
“Moet je er niet uit?” klinkt de snerpende stem van zijn eega.
‘Kon ik die maar een mep geven waarna ze zou zwijgen’, denkt Jan en duwt zijn gezicht iets dieper in zijn kussen.

Een uur later trapt Jan zijn fiets en zijn gewicht tegen de harde wind in. Stormkracht negen hadden ze voorspeld, en zijn vrouw vond hem eigenwijs dat hij toch ging fietsen. ‘Van een beetje beweging is nog nooit iemand doodgegaan’ , was het verweer in gedachten van Jan.
Hij stalt zijn fiets in de gerenoveerde fietsenstalling en loopt het gebouw binnen. Als hij in de lift staat probeert hij er zich een voorstelling van te maken hoe vaak hij al in deze lift heeft gestaan. Hij struikelt daarbij over het aantal gewerkte dagen min de verlofdagen per jaar maar komt op een schatting van ruim tienduizend keer. Al vierenveertig jaar werkt hij bij hetzelfde bedrijf, begonnen op zijn twintigste en nooit meer weggegaan.
Ach, hij heeft het hier best naar zijn zin gehad maar hij verheugt zich al jaren op zijn pensioen dat volgend jaar dan eindelijk werkelijkheid wordt.
Lekker vissen, wandelen en fietsen. Eindelijk al die boeken lezen waar hij steeds maar niet aan toekomt en stiekem denkt hij erover om zelfs het schrijven ook weer op te pakken.
Aan het eind van de dag staat Jan weer in de lift en fietst daarna naar huis terwijl een waterig zonnetje in zijn gezicht schijnt. Thuis wacht zijn vrouw hem op met boerenkoolstamppot, zijn favoriete eten. Klokslag zeven uur zet Jan het Journaal aan en roert in zijn koffie met veel warme opgeklopte melk en ziet het onbewogen gezicht van de premier het slechte nieuws brengen.
Jan verslikt zich in zijn koffie en zapt de rest van de avond langs alle nieuwszenders in de hoop dat hij het verkeerd gehoord heeft. Verkeerd begrepen heeft.

Hij heeft het niet verkeerd begrepen. De pensioengerechtigde leeftijd wordt opgetrokken naar 67 jaar. Vreemd als je bedenkt dat ze daarnaast de werkloosheid tegen willen gaan. Noemen ze dat niet een contradictie?
’s Nachts ligt Jan te woelen in zijn bed. Zijn vrouw probeert zijn gedachten te verzetten door haar warme mollige lijf tegen de zijne te drukken maar Jan is er met zijn gedachten niet bij. Zijn vrouw vindt het niet erg. Maanden later vindt ze het wél erg maar Jan wil niks meer.
Hij lacht niet meer, hij praat niet meer, hij vrijt niet meer, hij eet slecht en hij wil ook niet meer werken. Maar op zijn werk hebben ze een streng verzuimbeleid en Jan moet werken anders wordt hij ontslagen. Weekend na weekend ligt hij zwijgend op bed. Zijn hengel staat eenzaam in de schuur.
Zijn vrouw is ten einde raad maar de dokter weet het ook niet meer, Jan wil geen medicijnen. Ze praat, huilt en smeekt maar Jan zwijgt in alle talen en keert elke nacht zijn vrouw de rug toe.
In alle stilte vreet Jan zich van binnen op. Zijn opgebouwde vitaliteit die hij een leven lang heeft opgebouwd door niet te roken, veel te bewegen en te genieten van het leven is in een half jaar tijd verdwenen. Zijn vrouw heeft het opgegeven en is een verhouding aangegaan met de huisarts.

Op een morgen draait de vrouw van Jan zich naar hem toe en tast gewoontegetrouw onder de deken naar zijn geslacht. Jan voelt ijskoud aan. Hij is eindelijk stijf.