FOK!toen: 100 jaar na de Slag bij Passendale

De Derde Slag bij Ieper

Uit de Sydney Mail van 8 augustus 1917
Uit de Sydney Mail van 8 augustus 1917

Voor de Derde Slag bij Ieper oftewel de Slag bij Passendale brengt de Britse opperbevelhebber Douglas Haig het Vijfde Leger van generaal Gough in stelling. Ten zuiden daarvan ligt het Tweede Leger van generaal Plumer. In de planning ligt een groot offensief over een breed front. Zo maakten de Britten voor het eerst gebruik van een zestal tankdivisies, bestaande uit een totaal van 216 Mark IV-tanks. Nog niet eerder was er door zoveel tanks aan één aanval meegewerkt.

Op 12 juli 1917 bestoken de Duitsers de Britse stellingen met zo'n 50.000 brisant- en mosterdgasgranaten (yperiet). Bij deze aanval komen zo'n 2500 Britten om het leven. Vier dagen later begint het voortdurende geallieerde artilleriebombardement met 3019 kanonnen waarbij in totaal zo'n 4,2 miljoen projectielen werden afgevuurd op de Duitse stellingen. Volgens de verhalen was het gerommel van de bommen tot in Zuid-Engeland te horen. Op 26 juli vindt boven het Polygoonbos ten zuiden van Zonnebeke het grootste luchtgevecht van de Eerste Wereldoorlog plaats waarbij in totaal 94 vliegtuigen waren betrokken.

Uit de Sydney Mail van 17 oktober 1917
Uit de Sydney Mail van 17 oktober 1917

Heen en weer
Op de ochtend van 31 juli begon het aanhoudend te regenen. Door de zware artilleriebombardementen was het slagveld veranderd in een grote moddervlakte. De logge Mark IV-tanks hadden een groot nadeel en dat was dat ze alles behalve waterdicht waren, waardoor de motor menigmaal afsloeg. Door al het oorlogsgeweld hadden landkaarten ook geen enkel nut meer. Zo waren sommige dorpen volledig van de kaart geveegd, waren er beekjes en riviertjes ontstaan op allerlei plaatsen en was er maar bar weinig over waarop de soldaten zich kon orienteren. Mede hierdoor ontbrak iedere coördinatie met de infanterie. Tanks reden doelloos rond tot ze door de vijandelijke infanterie werden geraakt. In de daaropvolgende maanden zouden tanks dan ook geen enkele rol van belang meer spelen.

In de daaropvolgende drie dagen zou de negen divisies van het Britse Vijfde Leger een opmars maken van zo'n twee kilometer waarna het offensief muurvast kwam te zitten in de modder van de Wilhelmstellung. Duitse tegenaanvallen zorgden vervolgens dat de Britten zich daarna weer terug moesten trekken. Pas op 16 augustus zou het offensief hervat worden. Het Britse Vijfde leger had ditmaal haar vizier gericht op het dorp Langemark, een dorp dat in april 1915 de dubieuze eer had om het toneel te zijn van de allereerste grootschalige gifgasaanval (met chloorgas) ooit. De Duitsers bleken zich met een opvallend hardnekkig verzet te verdedigen. In de eerste maand van de Derde Slag bij Ieper beliepen de verliezen aan doden en gewonden ongeveer 75.000 geallieerden en 50.000 Duitsers.

De ruines van Langemark
De ruines van Langemark

Dat er in die jaren ook al aan fake nieuws werd gedaan was te zien in de Engelse kranten die wisten te melden dat de Britse troepen een grote overwinning hadden behaald. Toen echter bekend werd ten koste van hoeveel mensenlevens dat was gegaan was het moreel aan het thuisfront ver te zoeken.

Op 10 augustus lanceerden de Britten een grote mislukte aanval op de hoogten rond Geluveld. Vanaf de strategische locatie konden de Duitsers de gehele rechterflank van de Britten onder vuur nemen. Gedurende de tweede helft van augustus zou er weer hard gevochten worden in de omgeving van het dorp Langemark. Na enkele warme dagen leek er een einde te komen aan de modderbende maar er kon nog steeds geen gebruik worden gemaakt van tanks. Het einde van de oorlog leek steeds verder weg te zijn.

Uit de Sydney Mail van 3 oktober 1917
Uit de Sydney Mail van 3 oktober 1917

Australië schiet te hulp
Ook de Britse opperbevelhebber Douglas Haig had al snel in de gaten dat het offensief vast was gelopen en liet Generaal Gough door Plumer vervangen. Plumer was een ouderwetse strijdheer die vocht met de stap-voor-stap-tactiek waarbij beperkte doelen werden beoogd. Ook kregen de Britten vanaf dat moment ondersteuning van de geharde ANZAC-troepen (Australian & New Zealand Army Corps). Op 20 september werd er met succes gevochten rond de Meenseweg, op 26 september bij het Polygoonbos en op 4 oktober bij Broodseinde, waar de Duitsers grote verliezen leden.

Ondertussen was het doel van de eerste fase van het offensief nu het einddoel van de hele campagne geworden: het veroveren van de puinhopen van Passendale. De combinatie van aanhoudende najaarsregen, de compleet doordrenkte grond en het vernielde afwateringssysteem van de streek, hadden het landschap veranderd in een immense modderzee, waarin zowel mens, dier als machines verzopen. Toch slaagden de Britter erin om de Wilhelmstellung te doorbreken en namen de Duitse bunkers stuk voor stuk in.

Op 4 oktober bereiken de Britten de Flandern I-Stellung, een stelling die koste wat kost door de Duitsers in handen moest worden gehouden. In tegenstelling tot hun gebruikelijke tactiek werden alle Duitse troepen naar de voorste linie verplaatst. Het resultaat was een bloedige catastrofe. Terwijl de Britse artillerie onafgebroken de Duitse linie bestookt gaan de Australische en Britse infanterie in de aanval. Bij aankomst in de Duitse posities worden hoofdzakelijk uiteengereten lichamen van Duitse soldaten aangetroffen. Als ook de Australiërs doorbreken geven honderden Duitsers zich al snel over. Van het volledige Duitse Infanterie-Regiment 79 waren nog maar 137 man in leven, de rest was gesneuveld, gewond geraakt, krijgsgevangen gemaakt of vermist. De Australische 10de brigade verloor in totaal 25 officieren en ruim 889 soldaten. Bij de vier andere ANZAC eenheden kwamen in totaal 8075 manschappen om het leven. Op Passendale na hebben de geallieerden nu alle hoge posities ten westen van Ieper weer in handen. Ondertussen was het ook nog eens opnieuw begonnen te regenen.

De restanten van een Duitse artileriestelling
De restanten van een Duitse artilleriestelling

Een bloedige uitputtingsslag
Bij het begin van de Derde Slag van Ieper was Passendale één van de eerste aanvalsdoelen en de Britse opperbevelhebber Haig had nog steeds zijn zinnen op het Belgische heuvelruggetje gezet. Hij wil het dan ook koste wat kost veroveren. De Derde Slag van Ieper was een bloedige uitputtingsslag geworden, met tactische in plaats van strategische doelen. In plaats van een snelle doorbraak naar de Belgische kust kon Haig alleen nog maar proberen om de vijandelijke troepen uit te putten. Net als bij de Slag van Verdun en de Slag aan de Somme werd bij de Slag bij Passendale duidelijk dat oorlog een onpersoonlijke geïndustrialiseerde strijd geworden waarbij mensen als niets anders dan materiaal worden gezien. Mensenlevens speelden alleen nog maar een rol in statistieken.

Op 12 oktober regent het nog steeds pijpestelen. Haig geeft het bevel om de aanval in te zetten maar deze gaat niet zonder slag of stoot. De oktobermaand van 1917 blijkt één van de natste jaren van de afgelopen eeuw te zijn en heeft er wederom voor gezorgd dat het slagveld is veranderd in een soort van moeras. De zwaar bepakte ANZAC-soldaten staan dan ook al snel tot hun middel in de blubber en kunnen niet eens meer het verschil zien tussen de voormalige wegen en de rest van het modderige landschap. Wapens weigeren dienst door vervuiling en de artillerie kan ook weinig beginnen omdat de kanonnen niet vooruit te krijgen zijn. De weinige granaten die de Duitsers wel bereiken ontploffen deels niet vanwege te weinig weerstand in de zachte bodem, anderen zorgen hooguit voor wat opspattende modder.

De aanval van de Australiërs loopt al snel stuk op de verbeten Duitse verdediging. Toch vochten de mannen tot diep in de nacht uitgeput door. De geallieerde aanval op passendale was vooral desastreus voor de Nieuw-Zeelandse troepen. In minder dan vier uur kwamen 845 soldaten om het leven en raakten nog eens 1855 manschappen gewond. Op 13 oktober geeft Haig het bevel de aanval te stoppen. Hij laat de uitgeputte Australische en Nieuw-Zeelandse troepen voor een groot deel vervangen door Canadezen.

Op vrijdag 26 oktober 1917 beginnen de Canadezen aan de opmars naar Passendale. De plaats werd inmiddels door de soldaten Passion-dale genoemd, het dal van het lijden. Op de laatste dag van die maand komen de soldaten aan bij de buitengebieden die ooit Passendale waren. Bij de opmars van de Canadezen komt het dorpje steeds voller met lijken te liggen. Het zou nog tot 6 november duren voordat de overblijfselen van Passendale door de Canadezen ingenomen konden worden. Vier dagen later zou het geallieerde offensief opnieuw vastlopen.

Passendale voor en na de slag (bron: Wikipedia)
Passendale voor en na de slag (bron: Wikipedia)

De bedroevende resultaten van de Derde Slag van Ieper
Volgens de Britse opperbevelhebber Douglas Haig was de rondom Passendale uitgevoerde campagne geheel geslaagd. Haig, die eerder al de dubieuze titel 'Slachter van de Somme' had gekregen, mocht zich nu ook 'de Schot die de meeste Engelsen aller tijden vermoordde' noemen. Dat de vooraf beoogde doelen bij lange na niet werden bereikt was volgens Haig van geen belang.

Met de Slag van Passendale wist het geallieerde leger het front in zo'n dikke drie maanden zo'n acht kilometer te verplaatsen. Aan Britse zijde vielen tijdens dit offensief zo'n 310.000 soldaten, waarvan in het geval van 90.000 man helemaal niks terug werd gevonden. Bij de Fransen vielen zo'n 85.000 slachtoffers. Aan de Duitse kant lieten zo'n 260.000 soldaten het leven. Paarden en kanonnen verdwenen voor altijd in de Belgische grond. Wat de Slag van Passendale vooral goed liet zien was hoe zinloos zo'n mensenverslindende slachtpartij was, die uiteindelijk weinig tot niets op zou leveren. Helaas hebben we er een eeuw later nog steeds maar verdomd weinig van geleerd.