'Biobrandstof misdaad tegen menselijkheid'
Het omzetten van gewassen in biobrandstof is een misdaad tegen de menselijkheid, omdat dit voedselschaarste creëert en daarmee de voedselprijzen omhoog stuwt waardoor miljoenen arme mensen honger moeten lijden. Deze opmerkelijke uitspraak deed Jean Ziegler, die sinds 2000 onafhankelijk VN-expert is op het gebied van recht op voedsel.Ziegler pleit voor een stop van vijf jaar op de productie van biobrandstof, om een dreigende humanitaire ramp af te wenden. Het wetenschappelijk onderzoek omtrent biobrandstof maakt zulke vorderingen dat het mogelijk moet zijn om over vijf jaar biobrandstof te maken uit landbouwafval, in plaats van tarwe, maïs, suikerriet en andere gewassen.
Door overheden wordt het gebruik van biobrandstof in plaats van conventionele brandstoffen gestimuleerd omdat dit de uitstoot van CO2 doet dalen. De VS en Brazilië sloten begin 2007 een akkoord om de productie van ethanol op te voeren. Dit zou goed zijn voor de werkgelegenheid en het milieu en ook de afhankelijkheid de instabiele oliemarkt verminderen. Voor de productie van 50 liter ethanol is 232 kilo maïs nodig en dat is bijvoorbeeld genoeg om een kind in bijvoorbeeld het Afrikaanse Zambia een jaar van voedsel te voorzien.
De prijs van tarwe is het afgelopen jaar verdubbeld en die van maïs zelfs verviervoudigd. Hierdoor kan de bevolking van arme landen het geïmporteerde voedsel niet meer betalen. "Dus is het een misdaad tegen de menselijkheid om agrarisch productieve bodem te veranderen in bodem (...) die wordt opgestookt in biobrandstof", zei Ziegler vrijdag op een persconferentie in New York. Onlangs werd nog bekend dat acht Nederlandse biobrandstofproducenten gingen samenwerken om mee te kunnen doen in de Europese top.
Prijs tarwe verdubbeld door biobrandstof
Met dank aan Dr-Kill-Phil-Bill voor de submit.
