Giro: Etappe 15 - Een dag voor de vluchters?

Zoals verwacht moest het spektakel van de veertiende rit toch vooral van de laatste tien kilometer komen. Het was vooraf de vraag of de klassementsrenners er een boeiend schouwspel van wilden maken, maar toen FDJ al vroeg op kop begon te rijden werd dat meteen duidelijk. De vluchters kregen geen ruimte en dus zouden de jongens van het algemeen klassement gaan strijden om de dagwinst.

Quintana had zijn zinnen ook duidelijk op deze rit gezet en liet zijn mannen op kop rijden. Na wat speldenprikjes her en der kwam Quintana een aantal kilometer voor de top met een serieuze aanval, niemand leek hem te kunnen volgen. Dumoulin koos zoals altijd voor zijn eigen tempo en leek niet heel veel te verliezen op de Colombiaan. Sterker nog, na een tijd kwam Dumoulin zelfs dichterbij. Hij raapte alles op wat tussen hem en Quintana reed en bleef maar op kop rijden, met iedereen in zijn wiel.

Hij bleef maar dichterbij komen, tot hij ineens in het wiel zat. Toen kwam misschien wel het mooiste moment van de rit, een halve seconde hield Dumoulin de benen stil. Hij leek te twijfelen, even in het wiel zitten of meteen demarreren? Demarreren natuurlijk, proberen Quintana een mentale tik te geven. Dat lukte aardig, in de laatste meters van de rit moest Quintana lossen. Zakarin hoefde niet te lossen, hij leek te profiteren van al het werk van Dumoulin, maar daar dacht Tom anders over.

Hij dacht even terug aan de rit naar Cumbre del Sol in de Vuelta van 2015 en besloot nu hetzelfde te doen. Hij sprintte nog naar het wiel van Zakarin, ging erop en erover en won eigenlijk met gemak. Het zijn impressionante prestaties van Dumoulin, wat hij tijdens deze Giro allemaal aan het doen is mogen we op z'n minst bijzonder noemen. Hij is op weg naar iets heel moois, maar de zware derde week moet nog komen.

Het is nog steeds te vroeg voor conclusies, hoewel de voorlopige conclusie wel mag zijn dat Tom buitenaards is. Hij staat nu al op zeven ritzeges in een grote ronde, voor een Nederlander is dat niet slecht. Voor de allesbeslissende derde week komt moeten we wel eerst nog even de tweede week afronden. Dat doen we met een rit richting Bergamo, met in de laatste 50 kilometer een parcours dat gelijk is aan dat van de Ronde van Lombardije. Het lijkt een ideale rit voor de vluchters.

De route van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
De route van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

Het profiel van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
Het profiel van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

De startplaats
Net als in de Giro van 2014 kende deze Giro een aankomst op Oropa. Daags na die rit in 2014 zou het peloton vertrekken vanuit Valdengo en ook dat zal tijdens deze Giro zo zijn. Voor 2014 was de koers nog nooit in het nietige dorpje van amper 2500 inwoners geweest, maar nu in een paar jaar tijd ineens twee keer.

Valdengo ligt op amper 10 kilometer afstand van Biella, waar de voet van de klim naar Oropa ligt. De renners hebben dus na die enorm korte rit van gisteren ook nog eens een korte verplaatsing gehad, dat is voor het herstel altijd lekker. We zijn, omdat we zo dicht bij de finishplaats van gisteren zijn, uiteraard nog steeds in Piëmonte, maar die regio gaan we vandaag wel definitief verlaten.

Valdengo is niet echt een dorp dat bol staat van de boeiende verhalen. Er komen ook maar weinig bekende mensen vandaan. Alleen Giuseppe Pella kan genoemd worden als enigszins bekend persoon. Hij is in 1953 nog even president van Italië geweest, maar diende al snel weer zijn ontslag in omdat zijn daden niet echt op veel steun konden rekenen. Qua gebouwen heeft het dorp maar een duidelijk hoogtepunt, boven op een heuveltje ligt een kasteel dat er best mag zijn. De renners starten in het centrumpje van Valdengo, voor de deur van het lokale stadhuis.

Het kasteel van Valdengo (Foto: WikiCommons)
Het kasteel van Valdengo (Foto: WikiCommons)

De route
Het grootste deel van deze rit is enorm vlak en enorm saai. We rijden maar weer eens een dag door de Povlakte, want het minst interessante deel van Italië moet natuurlijk wel genoeg aandacht krijgen. In de eerste kilometers is er nog een klein bultje, dat kan nog wel een beetje bepalend zijn bij het vormen van een kopgroep, maar verder hebben we weer hetzelfde verloop als tijdens de vorige rit. Rechte en brede wegen, door een landschap dat niet op veel schilderijen terug te vinden zal zijn.

De renners rijden door wat dorpjes, zoals Ghislarengo, waar de passages wat smaller zijn en waar ook de gebruikelijke rotondes weer om de hoek komen kijken. Zonder veel problemen zullen de renners richting het oosten blijven rijden, terwijl ze dorpjes als Fara Novarese en Agnellengo passeren. Van Agnellengo is het een kleine tien kilometer fietsen tot Oleggio, over grotendeels rechte wegen.

Buiten Oleggio rijden de coureurs het nationaal park van de Valle del Ticino binnen. In dit park is er een kleine afdaling richting de rivier Ticino, met zelfs een paar bochten. Gekkigheid. Na dit spannende intermezzo gaat het weer 15 kilometer vooral rechtdoor, met een aantal bochten dat je op één hand kan tellen en nog een paar rotondes. Na die 15 kilometer rijden de renners door Busto Arsizio, waar na 64 kilometer de eerste tussensprint van de dag is. Busto Arsizio is een oude textielstad met een paar kerkjes die best mooi zijn.

Busto Arsizio biedt wel wat moois (Foto: Panoramio)
Busto Arsizio biedt wel wat moois (Foto: Panoramio)

Na deze eerste tussensprint rijden de renners een tijd over wat smallere en bochtigere wegen, met zowaar ook een paar bomen langs de kant van de weg. Het parcours is dus iets minder geestdodend dan tijdens de vorige rit. Na een aantal kilometer wordt de weg wel weer wat breder, maar het blijft wel redelijk bochtig. Ook vlak, vooral heel vlak.

Tussen de dorpjes Lomazzo en Arosio komen de renners over een afstand van ongeveer 15 kilometer 20 rotondes tegen, met de verkeersveiligheid is het in deze streek wel goed gesteld. Na het festival der rotondes fietsen de renners verder richting Briosco en hier verlaten we het vlakke land. We komen in een landschap terecht met wat meer heuvels.

Zo gaat het na Briosco bijvoorbeeld een kilometer omhoog aan 5%. Niet direct heel spannend, maar alles beter dan een volledig vlakke weg. Even verderop volgt er nog een kort klimmetje van 1,5 kilometer aan 4% richting Bevera. In dit dorpje slaan de renners rechtsaf en komen ze weer op een bredere en rechtere weg terecht. Het is dan ook weer een tijdje vlak.

Na 120 kilometer komen de renners door Calco en dan volgt er een korte maar simpele afdaling richting de rivier Adda. Na deze rivier gaat het weer een kilometer aan 5% omhoog en na dit klimmetje zijn we al dicht in de buurt van de tweede tussensprint van de dag. Tot dit tweede tussensprintje rijden de renners over brede en vlakke wegen.

In Almenno San Salvatore is dan na 140 kilometer de tweede tussensprint van de dag. We zijn nu ook al dicht in de buurt van de finale. In Almenno San Salvatore loopt het ook weer even een kilometer aan 4 à 5% omhoog en even daarna komen de renners over een bochtige weg langs de rivier Brembo te rijden.

Na 145 kilometer rijden ze dan heel dicht langs Sedrina, de geboorteplaats van een van de beste Italiaanse renners ooit, Felice Gimondi. Een van de weinige renners die het ooit voor elkaar heeft gekregen om alle grote rondes te winnen. De Giro won hij zelfs drie keer en dan reed hij ook nog eens zes keer podium, daarnaast werd hij wereldkampioen en won hij grote klassiekers als Milaan-San Remo, Parijs-Roubaix en zijn Ronde van Lombardije. Zijn naam mag tijdens deze 100e Giro zeker niet ontbreken. We moeten deze rit maar beschouwen als een ode aan hem.

Een blik op Sedrina (Foto: Panoramio)
Een blik op Sedrina (Foto: Panoramio)

Nadat de renners langs Sedrina zijn gefietst hoeven ze nog maar een aantal kilometer over vlakke wegen te fietsen richting Zogno. In Zogno komen ze terecht op het parcours van de Ronde van Lombardije van 2016. We gaan de laatste drie beklimmingen van die klassieker nu afwerken en dat is eigenlijk weer een gemiste kans. Het was namelijk niet zo ingewikkeld geweest om er nog een vierde klim of zelfs een vijfde klim aan toe te voegen.

Na de tussensprint in Almenno San Salvatore hadden de renners ook rechtdoor kunnen fietsen, op weg naar Ponte Giurino om daar aan de klim naar Berbenno te beginnen (8 kilometer aan 4%), kort daarop gevolgd door de klim naar Sant'Antonio Abbandonato (6,5 kilometer aan 9%). Deze twee beklimmingen zaten ook in Il Lombardia van 2016, maar voor deze rit vond men dat schijnbaar van het goede teveel. Vooral het gemis van Sant'Antonio Abbandonato is spijtig, dat is een heerlijke klim.

Enfin, doordat we na Almenno San Salvatore niet richting het binnenland fietsen maar de Brembo blijven volgen beginnen we pas in Zogno aan de eerste echte klim van de dag, Miragolo San Salvatore. Een klim van de tweede categorie die bijna negen kilometer lang is en 7% gemiddeld. Een pittige klim, die vooral richting het eind nog behoorlijk steil wordt. In de laatste kilometer gaat het aan 9% gemiddeld omhoog, met zelfs een uitschieter naar 11%. Na 159 kilometer, op 40 kilometer van de streep, komen de renners boven op deze klim.

Het profiel van de Miragolo San Salvatore (Bron: Giro d'Italia)
Het profiel van de Miragolo San Salvatore (Bron: Giro d'Italia)


Het is in elk geval een mooie omgeving (Foto: Panoramio)
Het is in elk geval een mooie omgeving (Foto: Panoramio)

Na de top van deze klim is het een kilometer vlak, maar daarna volgt een lastige afdaling. De weg is hier niet zo breed, het wegdek is niet overal even goed en er zijn behoorlijk veel bochten. Vooral het tweede deel van de afdaling is behoorlijk technisch, omdat er nogal wat scherpe haarspeldbochten volgen.

Na vijf kilometer dalen komen de renners beneden uit in Rigosa en bereiken ze weer een bredere weg. Het zal nu ook meteen weer omhoog gaan lopen, de klim naar Selvino begint direct. Deze klim is een stuk makkelijker dan de vorige, hij is maar zeven kilometer lang en slechts 5,4% gemiddeld. In het begin is de klim wel even steil, het begint met een kilometer aan 7%, maar daarna wordt het niet zo steil meer en gaat het behoorlijk gelijkmatig aan 5% omhoog.

Na 171 kilometer koers komen de renners boven op deze klim van de derde categorie, nog minder dan 30 kilometer te gaan. Selvino zelf is overigens vooral een dorpje waar je wil zijn als er sneeuw ligt, het is vooral een wintersportoord. Je struikelt er over de hotelletjes en bungalows, die nu ongetwijfeld enorm leeg zullen zijn.

Na de klim volgt een lange afdaling van 12 kilometer, met ontzettend veel haarspeldbochten. Door al die bochten is de afdaling behoorlijk technisch, hoewel de weg wel breed is. Buiten de haarspeldbochten om stelt de afdaling niet veel voor, maar een aantal van die haarspeldbochten zelf zijn behoorlijk pittig. Op ongeveer 16 kilometer van de streep komen de renners beneden in Nembro.

De klim naar Selvino (Bron: Giro d'Italia)
De klim naar Selvino (Bron: Giro d'Italia)

De renners hebben de vallei van de Fiume Serio bereikt en deze rivier volgen ze tot Bergamo. Twaalf kilometer lang zal het min of meer vlak zijn, terwijl de renners over een rechte en brede weg richting Bergamo fietsen. Op acht kilometer van de streep rijden we Bergamo binnen en gaan we op weg naar de Città Alta, het oude en hogergelegen centrum van Bergamo.

In de buitenwijken van Bergamo komen de renners een paar stevige bochten tegen, onder andere eentje op 6,5 kilometer van de streep. Daarna gaat het wel even een kilometer zo goed als rechtdoor, tot men op vijf kilometer van de streep, terwijl de weg al licht omhoog loopt, linksaf slaat en kort daarna rechtsaf. Na die haakse bocht naar rechts begint de klim naar Alta Bergamo.

De klim is ongeveer één kilometer lang en 8% gemiddeld. Vooral richting de top wordt het enorm steil, met een strook aan 12% en ook nog eens steentjes in plaats van asfalt. De weg wordt een aantal keer behoorlijk smal, vooral in het steile gedeelte en op het moment dat de renners door een stadspoort fietsen. Het slot van de klim is ook nog eens behoorlijk bochtig.

Op iets meer dan drie kilometer van de streep komen de renners boven en gaat het in dalende lijn verder richting de meet. De weg is in de afdaling een stuk breder en tot op anderhalve kilometer van de streep volgt er geen lastige bocht. De bocht op anderhalve kilometer van de aankomst mag er dan meteen ook wel weer zijn, het is een scherpe bocht naar rechts waarna de renners door een stadspoort fietsen met een enorm smalle weg. Ze gaan van een weg van 10 meter breed naar eentje van amper drie meter breed, dat soort dingen zijn altijd leuk.

In de Ronde van Lombardije liep het afgelopen jaar goed af, dus dat zal nu vast ook het geval zijn. Na deze bocht gaat het wel een aantal meter rechtdoor, tot op iets minder dan éen kilometer van de streep, dan volgt er een scherpe bocht naar links. In de laatste meters gaat het dan volledig rechtdoor, in licht dalende lijn. Het laatste bochtje naar rechts uit de de koers van de vallende bladeren hebben ze geschrapt. Na iets minder dan 199 kilometer zit de tweede week er dan op.

De slotkilometers van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
De slotkilometers van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

Het profiel van de slotkilometers van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
Het profiel van de slotkilometers van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

De finishplaats
De renners finishen dus in het nieuwere, lager gelegen deel van Bergamo. Het zal de achtste keer worden dat er een rit eindigt in deze stad met 120.000 inwoners. Bergamo is een sprookjesachtige stad, vooral de oude stad is een lust voor het oog. Het is een stad met veel verschillende invloeden, zowel de Etruskische, Keltische als Romeinse invloeden uit vervlogen tijden zie je hier nog steeds terug.

In het verleden hebben er ook grote wielrenners gewonnen in de straten van deze parel. Zo won in 1976 Felice Gimondi in Bergamo, uiteraard. Zo dichtbij zijn geboortegrond en in zijn geliefde Lombardije moest hij hier wel winnen. Een andere grote naam is die van Giuseppe Saronni, hij won in 1983 een rit met aankomst in Bergamo, een naam die is afgeleid van een Germaans-Lombardisch woord voor berghuis.

In 2007 won Stefano Garzelli hier en de laatste keer dat de Giro hier een aankomst kende, in 2008, ging de overwinning naar een renner die ook morgen aan het vertrek zal staan, de Wit-Rus Kanstantsin Sivtsov, of Siutsou, daar ben ik na al die jaren nog niet achter.

Bergamo is ook een stad met een rijke wielerhistorie, talloze grote renners zijn hier geboren. Wat te denken van Giovanni Fidanza, een oude sprinter die ooit nog eens de puntentrui won in de Giro. Of Flavio Guipponi, die in 1989 tweede werd in de Giro. Stelt natuurlijk niks voor in vergelijking met Eddy Mazzoleni, dat was helemaal een lollige renner.

Een van de trouwste knechten en vrienden van Vincenzo Nibali, Alessandro Vanotti, komt ook uit Bergamo. Lorenzo Rota, namens de boefjes van Bardiani actief in deze Giro komt ook uit deze stad en ik wil graag afsluiten met een persoonlijke favoriet: Claudio Corti. Ook de oude ploegbaas van Barloworld en Colombia komt uit deze prachtige stad.

De zon rijst boven het prachtige oude deel van Bergamo (Foto: WikiCommons)
De zon rijst boven het prachtige oude deel van Bergamo (Foto: WikiCommons)

TV & het weer
De laatste rit voor de rustdag vertrekt om 12:10 en na een opwarmrondje van vijf minuten schiet de koers dan echt op gang. Tussen 16:59 en 17:30 worden de renners aan de finish verwacht. Het leuke deel van de rit, dat met de klimmetjes, zal beginnen rond 15:45. Eurosport is er volgens mijn gids pas rond 15:00 bij, want die minkukels moeten blijkbaar weer motorsport uitzenden ofzo. Eurosport, home of cycling. Maar dan net niet helemaal.

Hoe dan ook, met of zonder Eurosport, in Bergamo zal het zonnetje gaan schijnen. Geen regen en ellende zoals in de Ronde van Lombardije vaak gebruikelijk is, maar 24 graden, geen neerslag en ook bijna geen wind. Meer dan prima koersweer.

Nog een blik op Bergamo (Foto: Panoramio)
Nog een blik op Bergamo (Foto: Panoramio)

Favorieten & voorspelling
Tot mijn spijt heb ik me voor de Giro over laten halen om mee te doen aan enkele pooltjes, waaronder het spelletje van cyclingmaster. Dat was een slecht idee, want ineens komt dan in keiharde cijfers naar voren hoe slecht je voorspellingen wel niet zijn. Wat na een tijd ook duidelijk wordt is dat heel veel mensen dezelfde renners kiezen, renners die vaak genoemd worden bij bepaalde sites met een goede reputatie.

Het blijkt dus dat mensen die meedoen aan pooltjes niet zelf nadenken, maar gewoon klakkeloos iets overnemen in de hoop dat ze dan veel punten scoren. Het blijkt ook dat mensen steevast het scenario volgen dat zulke sites schetsen. Als die sites reppen over een massasprint, wordt het een massasprint. Wordt het voor de vluchters, dan nemen we vluchters.

Zo'n beetje alle sites zijn het er over eens dat de rit die nu volgt er eentje voor de vluchters is. Dus gaat iedereen, zonder verder na te denken, zijn team vullen met vluchters. Als statement tegen deze hersenloosheid neem ik nu de top vijf van een niet nader te noemen site over.

1. Fraile. Baskerens præstation på 11. etape var intet mindre end imponerende og vidner om, at han er i sit livs form. Denne finale er nærmest skræddersyet til ham. Han er stærk på den lange stigning, som han problemfrit kan overleve, og han er meget eksplosiv på den korte brostensbakke. Dertil kommer, at han er hurtig i en spurt. Da han har vist, at han er en af feltets allerstærkeste ryttere, er det svært at se, hvem der skal slå ham, hvis han rammer udbruddet. Vi tvivler på, at mange vil kunne følge ham på bakken i Bergamo, og de, der kan, kan næppe slå ham i en spurt. Den store udfordring bliver at ramme udbruddet, men med hans nuværende form er der gode odds for, at det vil lykkes. Derfor tror vi på endnu en Fraile-sejr.

2. Visconti. Lov til at jagte en etapesejr. Det vil han sikkert også få lov til på denne etape, der passer ham helt perfekt. Ganske vist synes han ikke at have sin bedste form, og derfor kan den lange stigning blive en udfordring, hvis han rammer udbruddet. Normalt er den dog ikke sværere, end at han sagtens kan klare den, og Selvino med den efterfølgende eksplosive finale er lagt til rette til Bahrain-rytteren. Med sin gode spurt har han egenskaberne til at gøre det færdigt.

3. Konrad. At han stadig er ganske frisk, og det må give mod på mere. Han har tabt så meget tid, at han bør få en vis frihed, og finalen passer ham ganske fint. Således er han god på relativt kort stigninger, er eksplosiv på Bergamo-bakken og meget hurtig i en spurt. Som for alle andre er udfordringen at ramme udbruddet, men lykkes det, vil han være en af favoritterne.

4. Sanchez. Har vist, at han er nærmest skræmmende stærk i øjeblikket, og modsat mange andre klatrere har han power på det flade, der øger sandsynligheden for, at han rammer udbruddet. Lykkes det, bliver den store udfordring for ham at følge de bedste klatrere på den sværeste stigning, der kan blive lidt for vanskelig for ham. Lykkes det for ham at komme med over, bliver han livsfarlig i en eksplosiv finale, der passer ham godt, og hvor han kan gøre brug af sine gode spurt.

5. De Plus. Er ved at bekræfte sit store talent. Den unge belgier var flyvende på 11. etape, hvor han havde fortjent et langt bedre resultat. Desværre ødslede han lidt for meget med energien, men det viste i det mindste, at han er en af feltets stærkeste ryttere. Han vil være opsat på at komme med i udbrud. Han mangler lidt eksplosivitet til finalen, men han er så stærk, at han alligevel kan gøre forskellen på stigningerne.

Overigens zou ik de mensen van Eurosport niet uitnodigen voor mijn verjaardagsfeestje.