Formule 1 ging dit jaar sneller dan vorig jaar

De Fomule 1 is het afgelopen jaar ongeveer een halve seconde per ronde sneller geweest dan in 2014, het jaar waarin de huidige turbomotoren werden ingevoerd. De regelgeving was dit jaar niet veel anders dan een jaar eerder, wel waren er kleine veranderingen aan de neus van de wagens, heeft Pirelli de constructie van de achterbanden iets aangepast en zijn de wagens een klein beetje zwaarder dan vorig jaar.

Desondanks zijn de kwalificatietijden gemiddeld 0,519 seconde per ronde omlaag gegaan. Grote verschillen werden er gemeten in Singapore en Brazilië, maar dat kwam door wijzigingen aan de circuits. Tijdens races werd er gemiddeld overigens iets minder tijd gewonnen dan in kwalificatie. De snelste raceronden waren 0,350 seconde per ronde sneller dan een jaar eerder. De grootste sprong werd gemaakt tijdens de seizoensopening in Australië waar het 1,533 seconde per ronde sneller ging.

Logischerwijs zorgde de doorontwikkeling van de motoren bij de meeste races ook voor een hogere topsnelheid. In Australië en Rusland werd er op het rechte stuk 11 km/u gewonnen. De allerhoogste topsnelheid dit seizoen werd genoteerd door Pastor Maldonado. Tijdens de Grand Prix van Mexico behaalde de Lotus-coureur een snelheid van 366,4 km/u. Ondanks de kritiek op de huidige turbomotoren, is dat niet eens zoveel langzamer dan het alltime-snelheidsrecord in de  F1. Deze staat nog altijd op naam van de Colombiaan Juan-Pablo Montoya die in 2005 op Monza een snelheid van 372,6 km/u liet optekenen.