Even duizelen

Soms steek je iets op van het kwelbuis kijken, zowaar. Zoals deze week. Natuurlijk kwam ik zo'n beetje halverwege het verhaal binnen rollen, dus moest ik achteraf nog even het internet op om het beeld compleet te krijgen. En het zette mijn dikke hoofd aan de gang. Zit er een column in? Ik denk van wel.

Het ging over Youtube, en dan met name over de hoeveelheid beeldmateriaal die daar per tijdseenheid binnenkomt. Dat is op dit moment 300 uur, dag in dag uit. Per minuut! Naar een week omgerekend is dat 3 miljoen uur kijkplezier. Anders gezegd: als je 40 uur per week, 50 weken per jaar de oogst van één week moest doorspitten dan deed je daar 1500 jaar over. Oftewel: stel dat je drie uurtjes per week Youtube-filmpjes kijkt, dan krijg je een miljoenste deel te zien van wat er werkelijk binnenkomt. Duizelt het u al? Dat wordt nog wel een beetje erger.

We kennen allemaal de opklimmende rij van kilo via mega, giga, tera naar petabyte. Kilo heeft drie nullen en dan komen er steeds drie bij, oftewel duizend keer zo groot, peta heeft 15 nullen. Een beetje computer heeft tegenwoordig een geheugen dat in terabytes wordt gemeten; hier in huis staan er een paar met 5 terabyte geheugenruimte. Dat is eigenlijk idioot veel als je weet dat de Bijbel 5 megabytes ruimte inneemt. Je kunt in zo'n geheugen dus de tekst van een miljoen bijbels kwijt. Maar goed, we weten dat beeldmateriaal veel meer geheugenruimte inneemt dan tekst. Ik weet nog dat in de jaren tachtig onze allereerste computer een geheugen had van 20 megabyte. En dat kreeg je echt niet vol, zonder internet. Maar het was dan ook alleen tekst dat erop stond.

Ik ben even gaan doorrekenen wat er per jaar bij Youtube binnenkomt. Dat is ongeveer 500 petabyte. Geen idee meer? Goed, we gaan vertellen hoe het zit met die opslag. Want Youtube moet alles wat binnenkomt natuurlijk opslaan. Dat doen ze in units die 500 terabytes per stuk aankunnen, zeg maar de geheugenruimte van honderd moderne computers. Van die units hebben ze er per jaar dus 1000 nodig om de binnengekomen spullen op te slaan. Let wel, ieder jaar 1000 erbij, zeg maar een gebouw van 100 bij 100 meter. Iedere dag, zeven dagen per week zetten ze drie van die units neer, die dan meteen worden gevuld met beeldmateriaal. En er loopt continu een ploeg mensen rond om de boel te onderhouden. Als je ergens op een industrieterrein een groot grijs gebouw ziet, meestal praktisch zonder opschriften of firmanamen, dan kun je er haast donder op zeggen dat dit weer een dataopslag is. Want Youtube is natuurlijk niet de enige, verre van dat. Het werkelijke verhaal qua data-opslag is nog enige tientallen malen groter.

Goed, we gaan de boel even van een andere kant bekijken. Als wiskundegek ben ik gewend aan veel nullen, en ik kan me er ook wat beter een beeld bij vormen, maar de gemiddelde lezer denkt algauw: ja, het zal wel, Gramps. Dus kunnen we die petabyte visualiseren? Okee, hier komt-ie. Er wordt sinds enkele duizenden jaren geschreven. In Mesopotamië begon dat met het spijkerschrift, in Egypte met de hiëroglyfen. Toen men het trucje eenmaal doorhad begon het feest pas echt. De hoeveelheid tekst die in al die jaren is geschreven is vrijwel onvoorstelbaar: boeken, maar ook kattebelletjes, kranten en tijdschriften, noem maar op. Je weet eigenlijk niet welke hoeveelheid dat fysiek is, maar dat het ontzagwekkend is, daar kunnen we het zonder verdere discussie over eens zijn. Nou, al dat geschreven materiaal vanaf de grijze oudheid tot nu toe beslaat een geheugenruimte van 50 petabyte. Tienmaal die hoeveelheid komt er jaarlijks alleen al bij Youtube binnen!

Zo langzamerhand komt nu het moment van zakendoen. Als je naar de afgelopen dertig jaar kijkt, dan is het opslagmedium een factor honderdduizend ingedikt. Die harde schijf van 20Mb uit 1985 nam net zoveel ruimte in als een schijf van 2 Tb nu. Maar daar zit echt een limiet aan, en die komt nu snel dichterbij. Voorbij het niveau van moleculen kun je niet verder miniaturiseren. En de computerwereld gebruikt heel veel zeldzame metalen, terwijl het herwinnen ervan uit afgedankte hardware nog in de kinderschoenen staat. De voorraden van bijvoorbeeld europium, neodymium en dysprosium zijn eindig en bovendien nogal rottig verdeeld. China is de absolute baas op dat gebied en zelf knoerhard aan het groeien. Of het een broodje-aapverhaal is weet ik niet, maar er schijnt een klein hoekje van Groenland te bestaan waar heel veel te winnen valt. En verder zit er ontzettend veel in de grond in.... juist, Afghanistan. Zolang de taliban daar loopt te lazeren wordt daar niks gedolven. Maar voorlopig kun je voor het winnen van die metalen toch het best naar een milieustraat gaan, waar het percentage van die metalen tweemaal hoger is dan in delfstoffen.

En zo komen we onherroepelijk toch bij het kostenaspect van dit onvoorstelbaar massale gebeuren. De kosten van de benodigde metalen in hardware zijn de afgelopen jaren zo'n beetje ontploft. Verder miniaturiseren wordt lastig. Men is zelfs al bezig met onderzoek of men met DNA geen geheugenruimte kan laten groeien. Op enig moment gaat men dus anders redeneren. Nu is het de wereld insturen van je filmpjes nog gratis. De clubs die voor opslag en onderhoud zorgen halen hun poen van elders. Wanneer evenwel de kosten daarvan te hoog worden, komt men automatisch bij de producent van het beeldmateriaal terecht. Je kunt er uren over bakkeleien, maar het leeuwendeel van dat beeldmateriaal komt uit recreatieve bron; het heeft vooral een vermaaksdoel. En heel veel materiaal wordt wel de wereld ingestuurd, maar nauwelijks bekeken. Dus zal men gaan optreden. Hoe? Er zijn heel wat manieren te bedenken. Bijvoorbeeld de eerste tijd gratis, daarna betalen. Waarbij de succesnummers een voorkeursbehandeling krijgen. Je kunt ook denken aan het belonen van mensen die hun troep offline halen. Ook het feit dat veel evenementen door talloze mensen tegelijk worden opgenomen speelt een rol. Als er een concert is geweest, krijg je vaak honderden filmpjes tegelijk op het internet gepleurd, meestal van bedenkelijke kwaliteit. Als je ook nog eens voor plaatsing van je troep moet gaan betalen, gaat de lol er heel gauw af.

Kortom: de opslagwereld is onvoorstelbaar massaal, maar door de vele ongewisse factoren zal het zeker niet zo blijven als het nu is. Panem et circenses, dat is het, en de Romeinen moesten ook voor hun circenses betalen. Dat zal hier op de een of andere manier ook wel gaan gebeuren.

Maar: please don't shoot the messenger.