Belachelijk rekenwerk

 Door allerhande vijven en zessen in de private sferen heb ik voor mijn verhaal van dinsdag 16.00 uur nu eens niet  tot maandagavond, nee, -nacht de tijd, nu mottut op zondagmiddag al af. Komtie, over een onderwerp dat al vele jaren fascinatie in mijn techneutenzieltje veroorzaakt.

Cijfers. Ik betoog desgevraagd en ook ongevraagd vaak dat wij als cijferaars aartslui zijn. Ik denk dat ons dagelijks leven zich zelfs niet boven de duizend afspeelt. Dus alle getallen die we doorgaans gebruiken blijven onder dat cijfer. O? Ja. En nog eens ja. Als het meer is, zoals bij een bedrag van dertigduizend euro voor een auto praten we gemakshalve over dertig mille, dus  weer lekker een factor duizend gekrompen en de geplaagde hersentjes de nodige rust gegeven.  In de bouw wordt al jaren geprobeerd om alle maten in millimeters te noemen. Nou, dat kun je lekker vergeten, het blijft ouwerwets meters en centimeters. En een millimeter is een streep.

En dat huis van drie ton? Klein getal, want we hebben het niet over driehonderdduizend euro. Althans zo weinig mogelijk, en de maandelijkse afbetaling is weer een getal beneden de duizend. Ach, het is ook wel makkelijk om grotere getallen te vereenvoudigen door toepassing van een kunstgreep. Je noemt een miljoen millimeter een kilometer. Anders woonde ik 24 miljoen millimeter van mijn werk, en dat geeft nogal eens aanleiding tot fouten en misverstanden, met name in de media. Daar weten ze, een paar uitzonderingen daargelaten al helemaal geen raad meer met een paar nullen extra.  Met allerhande enormiteiten tot gevolg. Zo las ik onlangs in een autoblad dat wij met zijn allen samen 16 miljoen euro per jaar aan accijnzen ophoesten. Kijk, daar teken ik voor, dat is iets meer dan twee euro per jaar per auto.  In werkelijkheid is het natuurlijk 16 miljard. De schrijvert heeft dus geen benul van het verschil tussen een miljoen en een miljard. Lekker toch? Laten we hopen dat die prutser niet in de politiek terechtkomt.

Dus duizend is al groot? Nou… Het kan heel wat pittiger. In de wiskunde is het heel makkelijk om grote getallen te schrijven als een macht van het getal 10. Het grootste ooit gedefinieerde getal heeft al een poosje mijn belangstelling. Ik zou het willen uitschrijven, of liever printen, alle papiertjes in een bol stampen zodat er geen spiertje lucht meer bij kan en dan uitrekenen hoe groot die bol wordt. Dat is dus effe heen en weer cijferen. Welke lettergrootte, wat voor papier, inhoud van een bol, hoe zat dat ook alweer? Ik was er algauw achter dat een lettergrootte 10 twee millimeter per nulletje vergt. Aan het rekenen dus. Ontreddering, kleiner schrijven jochie, nog veel kleiner en dat papier is ook al veel te dik. Tachtig grams, je lijkt wel maf. Uiteindelijk kwam ik uit op vloeipapier van vijftig velletjes in een millimeter. Op een vlakje van 1 bij 1 centimeter printte ik 1200 nullen. Kijk, dat is nog eens doelmatig papiergebruik. Dertigduizend nullen op een sigarettenvloeitje. En dan die hele handel in een bol gestampt. Rijst toch de vraag hoe groot die bol is. Voetbal? Nee, nogal wat groter. Aardbol.

Ga me niet vertellen dat het niet klopt, dat doet het wel. En of ik gestoord ben wordt ook niet bediscussieerd. Het is het Getal van Skewes, beschreven in de jaren 50 van de vorige eeuw. En het toont aan dat wiskunde heel wat groter is dan realistische mogelijkheden als uitprinten van een groot getal.
In de wiskunde is er dan ook nog een manier om zo’n idioot getal weer te geven met welgeteld 8 (acht) cijfertjes, wat deels ook mijn fascinatie voor wiskunde verklaart. Ik zal het hieronder opschrijven, waarna het hoofdschudden, al dan niet ongelovig een aanvang kan nemen.
            34 
        10
    10
10

Gramps