Zoenende jongens op koopavond

Een nieuwe column van onze vaste gastcolumnist SCH.

Mijn ouders waren er nog een beetje beduusd van. Ze kwamen terug van de koopavond en wat was hun grootste belevenis? Ze hadden twee zoenende jongens gezien. Zoenend met elkaar dus. Dat gebeurde niet dagelijks in de Friese provincieplaats waar ik ben opgegroeid en dus raakten mijn ouders er niet over uit gepraat. Dat het een smerig gezicht was maar vooral dat het zo provocerend was. Die jongens deden het erom. Die jongens stonden precies op die tijd op die plek met verstrengelde tongen omdat mijn ouders daar langs zouden komen. Daar waren mijn ouders diep van overtuigd getuige hun verontwaardigde relaas.

Timide bracht ik er tegenin dat ik ze na een koopavond nog nooit zo overstuur hadden gehoord over een zoenend heterostelletje maar het klonk niet erg overtuigend. De tegenwerping kwam dan ook uit de mond van een jongeman die wanhopig zocht naar het moment om zijn ouders te vertellen dat hij feitelijk één van die jongens was. De durf, de moed en het moment om voor zijn geaardheid uit te komen hadden hem tot dan toe ontbroken. En nu wist hij weer waarom.

Ik moet soms denken aan die koopavond als ik twee jongens op straat zie zoenen. Wat niet zo vaak gebeurt overigens. Gelukkig maar. Dat 'uit elkaars bek vreten' hoeft van mij niet zo in het openbaar maar dat is een heel andere kwestie.
Twee mannen, of twee vrouwen maar dat is ook alweer een verhaal op zich, die in het publiek getuigen van de liefde voor elkaar: dat valt op. Het valt zelfs mij nog steeds op. Als ik twee mannen hand in hand zie lopen denk ik: hey, zie ik dat goed, daar lopen twee mannen hand in hand. Voor de duidelijkheid: ik woon niet meer in die provincieplaats maar in één van de vier grote steden. Als ik twee mannen op straat zie zoenen dan denk ik: jeemigdepeemig, asjemenou: twee zoenende mannen midden op straat. Bij hand-in-handlopende of tongende heterostelletjes denk ik er vooral aan wat ik die avond zal gaan eten of probeer ik me te herinneren hoe die ene knul uit Peking Expres ook alweer heet.

Ik vind het trouwens prima hoor, dat hand in hand lopen. Goedzo, denk ik bij zo'n homostel. Zelf loop ik loop liever niet hand in hand vooral omdat het zo ongemakkelijk is. Alsof je aan een lijntje zit. Mijn vriend wil het liever niet 'omdat het zo opvalt'. Wat dus wel waar is maar niet zo'n goede reden is. Wij liepen overigens al niet hand in hand toen er nog geen kuddes Marokkaans geteisem door de stad zwierven. Toen waren het vooral de fluorescerende trainingspakken met hun Anita's die ons een smerige blik toewierpen. Het is niet zo dat we zonder handjes lopen omdat we bang zijn maar omdat we liever niet opvallen.

Het is in Nederland al decennia een code dat je wel homo mag zijn zolang je het maar niet van de daken schreeuwt. Tegenwoordig loop je volgens sommigen het gevaar dat je zelfs van zo'n dak wordt gegooid. Omdat er ergens een vage brochure circuleert waarin vermeld wordt dat homo's op de kop van een hoog gebouw moeten worden geflikkerd. Vooral dat op de kop vind ik niet zo fijn. Mijn laatste wens zou zijn om gewoon rechtstandig naar beneden te mogen zodat ik nog iets van Utrecht kan zien en dan liever van de Dom dan van die lelijke Neudeflat die allang had moeten worden afgebroken. Ik ben er trouwens voor om het wel van de daken te schreeuwen. Ik maak doorgaans in het eerste half uur duidelijk dat ik homo ben. Daar voel ik me prettig bij en het voorkomt spraakverwarring. Dat gaat overigens niet zo bewust, het is nou eenmaal vrij normaal om iets over je zelf en je thuissituatie te vertellen.

Ik ben niet zo optimistisch over de tolerantie. Ook niet pessimistisch trouwens. Homo's zijn wel gelukkig ook al lopen ze niet hand in hand. Het blijft altijd wat delicaat want mensen blijven mensen en die houden in doorsnee niet zo van minderheden. Kwestie van het maaiveld. Het zou natuurlijk wel een godsgeschenk zijn als er een paar profvoetballers voor hun geaardheid uit komen. Liefst van Marokkaanse afkomst. Dat ze bij Feyenoord hand in hand van het veld afhuppelen, zeg maar.

Mijn ouders zijn allang over hun schrik heen. Dat alles ondanks hun predikant die ze destijds vertelde dat hun zoon op deze manier onmogelijk gelukkig kon worden. Met hem heeft mijn moeder nog een appeltje te schillen. Heit en mem zijn er aan gewend dat twee mannen lief voor elkaar kunnen zijn, dat ze niet per se jurken dragen en zelfs gewoon samen een huishouden draaiende kunnen houden. En ze weten dat homo's elkaar niet op koopavond staan te zoenen om te provoceren maar omdat ze van elkaar houden.