Keroppi zit wederom bij de orthodontist

Keroppi zit wederom bij de orthodontist

1994

Ik lig bij de tandarts in de stoel en knijp mijn ogen dicht omdat het felle licht van zijn lamp in mijn ogen schijnt. Dat is ook het enige ongemak wat ik hoef te ondergaan bij de tandarts. De routine is immers simpel: hij kijkt 2 minuten (onder goedkeurend gemompel) in mijn mond, de stoel wordt weer rechtop gezet en hij vertelt dat alles er goed uitziet en dat ik over een half jaar weer langs mag komen.
En ja hoor, ook deze keer klinkt tijdens de inspectie goedkeurend gemompel. Alleen.. hoorde ik daar een wat kritischer 'ge-hmm'?
De tandarts vraagt me om mijn tanden op elkaar te zetten, en weer te openen. Braaf volg ik zijn aanwijzingen op en vraag me af waar dit nou weer voor nodig is. Dat antwoord krijg ik als de stoel weer rechtop gezet wordt. Want in plaats van het gebruikelijke 'ziet er netjes uit, tot over een half jaar' praatje, krijg ik te horen dat ik een flinke overbeet heb en dat ik naar de orthodontist moet om dit te laten verhelpen.
Met een mengeling van nieuwsgierigheid en angst op mijn smoeltje kijk ik de tandarts aan. Want van de ene kant is het natuurlijk reuze interessant, zo een beugel. Van die slotjes op je tanden, waarvan je dan zelf de kleur van de elastiekjes mag bepalen. In gedachten maak ik al de meest vrolijke combinaties van kleuren. Maar van de andere kant, wie weet doet het wel pijn, of moet ik met zo een gruwelijke 'petjes-beugel' rondlopen...

Uiteindelijk ben ik een aantal jaren bezig geweest met het 'metamorfosen' van mijn gebit. Ik heb het halve arsenaal aan orthodontistische hulpmiddelen in mijn mond gehad, maar het resultaat mocht er wezen: een prachtig gebit! En dat nog voordat mijn puberteit begon, dus echt problemen heb ik nooit gehad met het feit dat ik met een bekkie vol metaal liep.
De boel werd aan de onderkant gespalkt en ik dacht dat ik nu voor de rest van mijn leven gebeiteld zat. Maar het lot besliste anders.

Bij een dwarse persoonlijkheid schijnen namelijk ook dwarse tanden inbegrepen te zitten. Want bij mijn allerlaatste controle bleek dat een van mijn ondertanden zich uit de spalk had losgebroken en stukje bij beetje weer naar voren was geschoven. De orthodontist hield niet van imperfectie, dus de onderkant van mijn gebit werd wederom voorziet van slotjes. Gelukkig door de locatie, en het feit dat ik voor grijze in plaats van paarse/gele/oranje elastiekjes koos, niet al te opvallend. Een half jaar was ik in de weer, maar eindigde wederom met een prachtig gebit.
Ditmaal geen spalk besloot de orthodontist, ik kreeg een losse nachtbeugel.

2004

"Verdomme! Waar is dat ding!" Als een tornado raas ik door mijn kamer op zoek naar mijn nachtbeugel voor mijn ondertanden. Erg consequent droeg ik dat ding al niet meer, maar een blik in de spiegel leerde me vanochtend dat mijn 'dwarse tand' weer eens naar voren aan het schuifelen was. Een niet onbekend fenomeen, maar meestal op te lossen door een aantal nachten weer braaf mijn nachtbeugel te dragen.
Alleen was dat ding is dus in geen velden of wegen te bekennen, vooral omdat het nog geen 4 cm groot is en grotendeels transparant. Ik gaf mijn zoektocht op.
Maar in nog geen anderhalve week blijkt de tand in kwestie toch redelijk wat naar voren gekomen te zijn. Niet dat het ook maar iemand, buiten mij dan, opvalt. Maar ik heb toch niet jaren bij een orthodontist gelopen om alsnog met een rommelig gebit te eindigen?

Omdat ik niet meer in de woonplaats van mijn ouders woon is het onhandig om bij mijn voormalig orthodontist weer in behandeling te gaan. Dus ik pak het telefoonboek erbij en zoek een nieuwe orthodontist. Nou ging het vinden van een huisarts en een tandarts me betrekkelijk gemakkelijk af, maar een orthodontist... wat een hels karwei.
Of ze nemen geen patiënten meer aan, of je krijgt een telefoonbeantwoorder die mededeelt dat ze maandag, woensdag en vrijdag gesloten zijn. Ja het blijkt hard werken te zijn in deze branche...

Maar de aanhouder wint en dus stap ik op een ochtend de praktijk binnen van mijn nieuwe orthodontist. Zoals verwacht zit ik tussen de basisschool en middelbare school kids. Ik verdubbel zowat de gemiddelde leeftijd in de wachtkamer.
Nadat ik ben meegevoerd door een orthodontist-assistent mag ik mijn verhaal houden en wordt meneer-de-orthodontist opgepiept. Niet een gladde, iets te gebruinde man, zoals in de praktijk waar ik vroeger zat. Nee dit is meer het "corpsbal" type. He gezellig! Maar nadat hij zijn licht over mijn situatie heeft laten schijnen (met de assistent wisselt hij een aantal onbegrijpelijke vaktermen uit) word ik weer toevertrouwd aan de lieve meisjes die er werken.
Wederom krijg ik slotjes op mijn tanden gemonteerd terwijl mij verteld wordt wat ik moet doen (goed poetsen, spoelen met fluoride) en laten (stokbrood en toffees eten).
Mijn stoel wordt rechtgezet en ik mag het resultaat gaan bewonderen.

Een vertrouwd gezicht eigenlijk, al dat metaal. Ik krijg een beetje een deja-vu naar een aantal jaren terug. Maar het kan me allemaal weinig schelen, want zelfs als ik lach zie je bijna niks van!