Laat je niet voor de gek houden!

Dat lichaamstaal (non-verbale communicatie) veel zegt over een persoon, dat weet natuurlijk iedereen. Maar dat zoiets wel eens méér kan zeggen dan het verbale gedeelte, daar zijn we ons niet altijd van bewust. Wat niet vreemd is, want zoiets gaat -inderdaad- vooral op gevoel. Denk bijvoorbeeld eens aan de wachtrij voor de kassa bij de buurtsuper. Je ziet meteen wie er haast heeft en wie niet. Kijkt iemand steeds op zijn horloge en vervolgens geërgerd voor zich uit, dan vindt deze persoon waarschijnlijk dat hij zijn tijd aan het verkwisten is bij de kassa.
Klinkt herkenbaar, hè?
Hij zegt het niet, maar zijn houding en de ongeduldige blikken op het horloge spreken boekdelen. Daar komt geen gesproken taal aan te pas. Zijn lichaamstaal zegt genoeg.

Zo gauw je je wat bewuster wordt van de signalen die mensen afgeven door middel van lichaamstaal, zal je merken dat deze en de verbale manier van communiceren elkaar soms tegenspreken. Iemand kan liegen of het gedrukt staat, maar lichaamstaal is minder goed te manipuleren dan gesproken woorden. We nemen de man in de supermarkt er nog eens bij: hij kan wel zeggen dat hij geen haast heeft, maar geloof je dat als hij er zo ongeduldig bij staat? Ik ben geneigd om uit te gaan van de signalen die hij afgeeft, niet van de woorden die hij gebruikt.
Hetzelfde zien we ook bij onzekere mensen. Een bekend voorbeeld is het over elkaar heen slaan van de armen. Hiermee creëer je namelijk onbewust een soort schild voor jezelf. Het is een teken dat je je niet op je gemak voelt en jezelf wil beschermen tegen de 'boze buitenwereld'.

Het besef dat anderen die lichaamstaal herkennen als onzekerheid, maakt het voor de persoon in kwestie overigens niet makkelijker. En wat doe je dan? Juist. Je haalt je armen voor je lichaam weg en zoekt naar een andere houding. Iets wat iets zekerder overkomt. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Want waar laat je die armen? Ze sloom langs je lichaam laten hangen staat ook niet erg charmant, en bovendien voelen onzekere mensen zich in díe houding vaak nog minder op hun gemak dan daarvoor.
Dus wat doe je? Je stopt je handen in je jaszak. Of je pakt een pen, paperclip, sleutelhanger of iets anders om 'mee te spelen'.
Dat dit ook weer een teken van gespannen- of onzekerheid is, dat spreekt voor zich.

Al met al is het in het dagelijks leven dus niet gemakkelijk om je lichaamstaal te 'faken'. Het is overigens niet onmogelijk, maar het vergt wel enige oefening. Zoals bijvoorbeeld bij onzekerheid. Je kan jezelf een andere houding aanmeten, en die kan je een stuk zekerder laten overkomen op anderen, maar voor jezelf kan dit erg onecht lijken. Je gedraagt je namelijk op een manier die voor jou niet vanzelfsprekend is. De neiging om je armen over elkaar heen te slaan is groot, juist omdat je je niet op je gemak voelt in je 'nieuwe houding'.

Ook ik ben niet een van de meest zekere types die op de aardbol rondwandelt. Dus het spelen met pennen en af en toe wegkijken als iemand mijn richting opkijkt, is mij niet vreemd. 't Artikeltje in m'n moeders oude Flair over dit onderwerp, was dus ook één brok herkenning voor mij. Iets wat zowel confronterend als hoopgevend is.
Onlangs sprak ik hierover met een goede vriend. En ja, hij herkende bovenstaande gedragingen ook. 't Lijkt wel of we allemaal bijna hetzelfde reageren in gelijkende situaties. Spontaan komt dat zinnetje uit één van mijn eerdere wwkw's weer naar boven: “de mens als kuddedier”. Zou hier dan toch enige waarheid in zitten?