In Memoriam: Keith Emerson (1944 - 2016)
Gisteren overleed de Britse toetsenist Keith Emerson in zijn huis in Santa Monica op 71-jarige leeftijd. Emerson was bij het grote publiek vooral bekend als bandlid van de supergroep Emerson, Lake & Palmer, maar had veel meer in zijn mars. In deze In Memoriam blikt FOK! terug op het leven van de veelzijdige muzikant.
Keith Emerson (1944 - 2016)
De jonge jaren
Keith Noel Emerson wordt op 2 november 1944 geboren in het Britse stadje Todmorden in Yorkshire. De familie was naar het zuiden van Engeland verhuist tijdens de Tweede Wereldoorlog. Als kind maakt Emerson voor het eerst kennis met klassieke muziek, een genre dat van grote invloed zou zijn op zijn latere muzikale loopbaan. Als Emerson 14 jaar oud is blijkt hij al een begenadigd pianist te zijn. Halverwege de jaren zestig verhuist de tiener naar Londen waar hij in bandjes als The Vips, John Brown's Bodies en Gary Farr and the T-Bones speelt. Met laatstgenoemde band tourt hij door het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en West-Duitsland, als begeleidingsband van hun mentor T-Bone Walker.
Als The Vips op zeker moment een optreden doen in Frankrijk breekt er een gevecht uit in de zaal. Als Emerson vervolgens met zijn Hammond het geluid van explosies en machinegeweren weet te reproduceren is de knokpartij snel afgelopen. Ook de overige bandleden zijn onder de indruk van de actie van Emerson en vragen of hij dat voortaan bij elk concert kan doen. In 1969 is Emerson aanwezig bij een historische studio-sessie, waar hij samen met gitarist Buzzy Feiten, bassist Chuck Rainey en drummer Mitch Mitchell een drietal nummers opneemt, die in 1973 zouden worden uitgebracht onder de noemer Music from Free Creek.
The Nice
In 1967 richt Emerson, samen met bassist Keith Jackson (ex-Gary Farr and the T-Bones), gitarist David O'List (ex-The Attack) en drummer Ian Hague (ex-Chris Farlowe & The Thunderbirds), een begeleidingsgroep op voor zangeres P.P. Arnold. Nadat Hague is vervangen door Brian Davison (ex-Mark Leeman Five, ex-Habits) en zangeres P.P. Arnold naar Amerika terugkeert gaat de band steeds vaker alleen optreden onder de nieuwe bandnaam The Nice. Het duurt dan ook niet lang voordat de groep een platencontract krijgt aangeboden door Immediate Records.
Nadat de band datzelfde jaar nog heeft getourd met artiesten zoals Jimi Hendrix, Pink Floyd, The Move en Amen Corner, verschijnt eind 1967 hun eerste album The Thoughts of Emerlist Davjack. Ook is de groep dat jaar voor het eerst te gast in John Peel's radioshow Top Gear. Met hun kassieke invloeden en eigenzinnige repertoire is The Nice één van de allereerste bands die in combinatie weet te maken van psychedelische en progressieve rock.
Nadat eind 1968 O'List uit de band wordt gezet besluit The Nice om verder te gaan als trio. In november van dat jaar verschijnt Ars Longa Vita Brevis, de tweede elpee van The Nice. Op dit album zijn de klassieke invloeden nog meer te horen dan op de voorganger, met onder meer in indrukwekkend arragement van J.S. Bach's 'Brandenburg Concerto No. 3'. Ook is The Nice één van de allereerste bands die muziek opneemt met een groot orkest. In het daaropvolgende jaar staat The Nice op het beroemde Isle of Wight Festival. Ook tourt de band met groepen als Yes en The Bonzo Dog Doo-Dah Band.
Ook verschijnt in 1969 het titelloze derde album van The Nice. Het album, dat in Amerika zou worden uitgebracht onder de titel Everything As Nice As Mother Makes It, komen we een plaatkant met studiomateriaal en een plaatkant met live opnames tegen. Met hun bewerking van Tim Hardin's 'Hang on to a Dream' zou de groep ook in andere landen bekend worden. Emerson is datzelfde jaar ook te horen als sessiemuzikant bij opnames van Rod Stewart and the Faces en speelt met de rest van The Nice ook op de elpee Flat Baroque and Berserk van Roy Harper.
Als de groep vervolgens gevraagd wordt om een stuk muziek te componeren voor het Newcastle upon Tyne Arts Festival, resulteert dat in de 'Five Bridges Suite'. Op 17 oktober speelt de band het complete stuk met een orkest in Croydon, waarvan opnames worden gemaakt die later op het gelijknamige album zouden worden uitgebracht. Eind 1969 is Emerson echter wel een beetje uitgekeken op The Nice en besluit om, samen met Greg Lake van King Crimson, een nieuwe band op te gaan richten.
Uit de Leeuwarder Courant van 18 april 1970
Emerson, Lake & Palmer
Met voormalig Atomic Rooster-drummer Carl Palmer richten Keith Emerson en Greg Lake de supergroep Emerson, Lake & Palmer op. Emerson was in die tijd één van de allereerste artiesten die ook live op zou treden met zijn gigantische Monster Moog-synthesizer, een gevaarte van zo'n drie meter lang en 250 kilo die door een viertal roadies moest worden getild. Als de groep haar debuut maakt op het 1970 Isle of Wight Festival is nog niet iedereen onder de indruk van het trio. Zo noemt de toonaangevende Britse dj John Peel de band Emerson, Lake & Palmer een verspilling van talent en electriciteit.
Emerson, Lake & Palmer (1970)
Datzelfde jaar tekent de groep een platencontract bij Atlantic Records en brengt vanaf dat moment indrukwekkende albums uit zoals Emerson, Lake & Palmer (1970), waarop we ook de single 'Lucky Man' aantreffen, die in 1971 een zestal weken in de Nederlandse Top 40 staat en daarbij de 12e plaats weet te halen.
Ook met de daaropvolgende albums Tarkus (1971), Pictures at an Exhibition (1971), Trilogy (1972) en Brain Salad Surgery (1973) weet de band een behoorlijke status te behalen in de progressieve scene.
Uit het Nieuwsblad van het Noorden van 11 juni 1971
In de daaropvolgende drie jaar is het opvallend rustig rondom de band. In 1976 komen de mannen weer bijeen voor de opnames van een nieuwe plaats getiteld Works Volume 1. Van de opnames verschijnt een dubbel-elpee met drie plaatkanten met werk van elk bandlid en een kant met materiaal van de gehele band. Zo bevat de plaat het 18 minuten durende door Emerson gecomponeerde 'Piano Concerto No. 1' en heeft de groep met haar bewerking van Aaron Copland's 'Fanfare for the Common Man' haar meest succesvolle single tot op dat moment in hun thuisland.
In november 1977 verschijnt Works Volume 2, waarop we een aantal kortere nummers van de band aantreffen, die al voor eerdere platen waren geschreven maar nooit deze albums hadden gehaald. De plaat, met singles als 'Watching over You' en 'Tiger in a Spotlight' is dan ook geen groot succes voor de groep. Ter promotie van de albums doet de groep een uitgebreide tournee door Noord-Amerika van mei 1977 tot maart 1978. De ambitieuze concertreeks, waarbij Emerson, Lake & Palmer ook optreden met een groot orkest, levert de band een verlies van zo'n 3 miljoen dollar op.
Van het concert in het Olympic Stadium in Montreal, Canada op 26 augustus 1977 worden opnames gemaakt, die in november 1979 op de elpee Emerson, Lake & Palmer in Concert verschijnen. Van de plaat verschijnt in 1980 de single 'Lucky Man', waarmee de groep haar grootste hit scoort in Nederland. De single staat 12 weken in de Nederlandse Top 40 en zou de 4e plaats halen. De band was op dat moment, na de tegenvallende resultaten van het album Love Beach (1978) al opgehouden te bestaan.
De latere jaren
In 1985 richten Emerson en Lake samen met voormalig Rainbow-drummer Cozy Powell de band Emerson, Lake & Powell op. Van de band zou maar één album verschijnen, met daarop de succesvolle single 'Touch and Go'. In 1986 gaat de band op tournee waarbij naast eigen werk ook materiaal van The Nice en Emerson, Lake & Palmer wordt gespeeld.
Een tweetal jaren later richten Emerson en Lake samen met Robert Berry de band 3 op, waarvan eveneens maar één album getiteld To the Power of Three verschijnt. Ook speelt Emerson samen met John Entwistle, Joe Walsh, Jeff Baxter en Simon Phillips in de supergroep The Best.
In 1991 komen de mannen van Emerson, Lake & Palmer weer bijeen en brengen een jaar later het succesvolle comeback album Black Moon uit. Nadat in 1994 het album In the Hot Seat is verschenen ontstaan er weer spanningen tussen de bandleden en in 1998 besluiten de mannen om opnieuw de handdoek in de ring te gooien. Emerson en Lake gaan, nadat Emerson in 2003 zijn auto-biografie Pictures of an Exhibitionist heeft gepubliceerd, samen verder en doen in april 2010 een tournee door Noord-Amerika waarbij de meer akoestische stukken van Emerson, Lake & Palmer worden vertolkt.
Uit het Nieuwsblad van het Noorden van 10 december 1998
Op 25 juli 2011 geeft de groep nog een eenmalig concert in het Victoria Park in Londen ter ere van hun veertigjarige bestaan. Van het optreden verschijnt de plaat High Voltage en de dvd/blu-ray Welcome Back My Friends. 40th Anniversary Reunion Concert. High Voltage Festival – 25 July 2010.
Op 11 maart 2016 wordt Keith Emerson dood aangetroffen in zijn huis in Santa Monica. Waaraan de muzikant is overleden wordt niet bekend gemaakt, maar wel wordt aangegeven dat de politie de zaak in behandeling heeft als een zelfmoord. De muzikant, die samen met Rick Wright van Pink Floyd, Tony Banks van Genesis, Rick Wakeman van Yes en Jon Lord van Deep Purple, tot de allerbeste toetsenisten van de moderne popmuziek werd gerekend was 71 jaar.