Simpele superheldenpret met Shazam! Fury of the Gods
Het DC Extended Universe is op weg naar de uitgang; dit jaar begint een nieuw tijdperk, waarin een gedeeltelijke reboot van het fictieve universum wordt uitgevoerd (en we deze filmwereld gewoon DC Universe gaan noemen). Dat betekent dat sommige superhelden (zoals Superman en Batman) er straks anders uit zien, maar ook dat sommigen juist blijvertjes zullen zijn. Het ziet er naar uit dat Zachary Levi's Shazam er zo eentje is, en ergens is dat best wel prettig.
In de eerste Shazam! uit 2019 was al te zien dat het niet allemaal kommer, kwel en duistere tonen hoeft te zijn in het DC-universum. Een tienerjongen, Billy Batson, krijgt van een oude tovenaar superkrachten (en de mogelijkheid te veranderen in een volwassen man met superheldenpakje), neemt het op tegen een slechterik en heeft de tijd van zijn leven. Omdat de held ook in volwassen vorm stiekem nog een veertienjarige jongen is, blijft de toon luchtig, wordt niet alles serieus genomen en draait het meer om de lol dan om moeilijke gepijnigde superhelden met de wereld op hun schouders, zonder te vervallen in de overgrappigheid waar Marvel soms last van heeft.
In Shazam! Fury of the Gods wordt dat doorgetrokken, al is er wel sprake van een wereld op een set schouders, maar daarover straks meer. Aan het einde van de vorige film (ahem, spoiler voor de eerste film) deelt Billy zijn superkrachten met zijn broers en zussen uit het pleeggezin waar hij woont, en verslaan ze samen de slechterik. In deel 2 zijn ze een team van helden dat bij noodsituaties in hun stad Philadelphia in actie komt. Ze hebben de mystieke locatie waar de tovenaar vroeger woonde omgebouwd tot hun clubhuis (of 'lair') en beleven de grootste lol als helden met een leuke set krachten. Billy, toch een beetje de leider van de groep, dwingt af dat ze alleen als groep 'shazammen', en nooit alleen.
Het gaat ze allemaal wel goed af, totdat ze te maken krijgen met een drietal tegenstanders uit de Griekse mythologie. Het zijn de Dochters van Atlas (die gast met de wereld op zijn schouders) en ze menen recht te hebben op de superkrachten van de tovenaar; de krachten die nu in bezit zijn van de Shazamily.
Wat uit dit gegeven volgt is niet vreselijk origineel of erg diep uitgedacht. Op wat interessante momenten na vervalt het geheel in een bekend cliché: schurk wil iets van held, reageert volkomen overtrokken, held moet niet alleen zichzelf verdedigen maar ook de wereld redden. Vooral Lucy Liu, die één van de Dochters speelt, vervalt op een gegeven moment in de rol van de cartoon villain, die kwaad is om het kwaad zijn. Haar acties leiden tot vooral veel werk voor de visuele digitale artiesten, maar ook tot kansen voor Billy en z'n maatjes om manieren te vinden deze Godinnen te verslaan. En dat betekent, hoewel niet blakend van originaliteit, wel een selectie leuke momenten uit het fantasy-actiegenre.
Wat iets beter werkt is de verdere karakterisering van de helden. Deze film is geen oorsprongsverhaal en dus hoeven we niet te zien hoe de volwassen kids hun krachten leren kennen. In plaats daarvan is er, naast de heldendaden, een beetje ruimte voor kleine persoonlijke verhaallijnen, zoals Freddy, die doorgaans met een kruk loopt, maar geniet van de vrijheid die hij zichzelf kan geven in zijn superheldenrol (niet alleen kan hij dan normaal lopen; hij kan zelfs vliegen). En Billy, die in de eerste film als kind door zijn moeder werd afgewezen, gaat hier om met zijn verlatingsangst door zich misschien wel te krampachtig aan zijn pleegbroers en -zussen vast te klampen. Of Eugene, als kind een gamer, maar als superheld in hun 'lair' bezig de verschillende werelden te verkennen die achter vele mystieke deuren schuil gaan. Dit gaat allemaal niet enorm diep - een coming out wordt snel weggewuifd/geaccepteerd met een "ja, dat weten we", een tienerromance wordt hooguit gecompliceerd door de centrale schurkenplot - maar het houdt het wel interessant: de schurken mogen dan niet zo boeiend zijn, maar je wilt wel weten hoe de helden ermee omgaan.
Uiteindelijk voegt de tweede Shazam! misschien niet bijster veel toe aan de eerste, behalve dat het de vraag beantwoordt over hoe een groep tienerhelden, of eigenlijk zelfs kinderen, zich staande houdt. Aandacht voor karakterontwikkeling is er, maar kan nauwelijks voorkomen dat de clichéschurken de saaiheidsfactor van het verhaal vergroten. En tóch is het gewoon eigenlijk wel geinige superheldenpret. Verwacht alleen niets vernieuwends.