Film: Jesus Camp
Jay-Cee is in da house!
Het is dus belangrijk voor de evangelicals om zo veel mogelijk mensen te bekeren tot Jezus’ leer, en welke groep leent zich daar het beste voor? Juist, kinderen. Hoe de christenen in Amerika proberen onder de kinderen zieltjes te winnen voor het leger Gods en het land terug te winnen van satanische krachten, zien we in Jesus Camp. In deze documentaire volgen we drie christelijk opgevoede kinderen van tien, elf jaar oud, die enkele weken doorbrengen in een zomerkamp, georganiseerd door de kinderpastoor Becky Fisher. Fisher, een typisch zwaarlijvige Amerikaanse vrouw, ziet het als haar heilige plicht de kinderen te overtuigen dat Jezus en de Heer een plan met de wereld hebben waarin de Verenigde Staten een hoofdrol in spelen. Een derde van de wereldbevolking bestaat namelijk uit kinderen, en in de handen van de kinderen ligt het lot van de wereld.
Praise the Lord, praise be to Jesus!
Homeschooling & Protoplasma
De meeste evangelicals kinderen in de film krijgen thuis les van hun ouders. Waarom zouden kinderen gaan twijfelen wanneer hun moeder ze verteld dat de wetenschap ons niks kan vertellen, zeker als kinderen opgroeien zonder het horen van een ander geluid. Bovendien is het natuurlijk fijner om als kind te horen dat je door God bent geschapen met een plan, dan dat je voort bent gekomen uit een stukje protoplasma. Dan word je vervolgens ook nog eens op kamp gestuurd met hyperenthousiaste mensen die je waarschuwen voor Het Kwaad, je vertellen dat abortus moord is, en dat jouw leven in dienst moet staan van God de vader. Ziedaar, nieuwe strijders voor het leger van Jezus. Kinderen groeien op, krijgen stemrecht, en stemmen dan op figuren als George Bush. Bush is ook een reborn Christian, zo eentje die na zijn alcohol en cocaïne verslaving het licht zag. De aartsconservatieve stroming vaart hier wel bij, maar daarin schuilt het gevaar: deze evangelicals zijn overtuigd van het eigen gelijk en daarbij zeer intolerant. En vandaar dat documentairemaaksters Heidy Ewing en Rachel Grady in Jesus Camp de indoctrinatie van kinderen in een evangelisch zomerkamp onder de loep nemen.
Levi, 11 jaar oud, op een anti-abortus demonstratie in Washington
Pretentie van objectiviteit gaat niet op
De maaksters van de documentaire hebben volgehouden een objectieve film te willen maken waarin ze het gewoon laten zien zoals het is. De christenen die in de film voorkomen hebben ook bewust meegewerkt, en niemand heeft na afloop laten weten problemen te hebben met hoe ze in beeld gebracht zijn. Behalve evangelical-voorman Ted Haggard, die de documentairemaakster ervan beschuldigde “een agenda” te hebben. En daar zit wel wat in. De film is duidelijk zo in elkaar gezet om een schokeffect te bereiken. Er wordt veelvuldig gebruik gemaakt van suggestieve montage, en de maaksters kunnen moeilijk volhouden de film zonder enige vooringenomenheid gemaakt te hebben.
Becky Fisher
Harry Potter Must Die!
Schokkend is Jesus Camp zeker te noemen. De scène waarin kinderen worden verwelkomd op het kamp begint ermee dat nog vrolijk liedjes zingen. De sfeer wordt grimmiger wanneer donderpreken volgen waarin Harry Potter, een tovenaar, afgedaan wordt als het gereedschap van Satan, en de kinderen vervolgens worden beschuldigd van hypocriet gedrag omdat ze wel eens scheldwoorden gebruiken op het schoolplein. Uiteindelijk rollen de kinderen huilend over de grond, in tongen sprekend, en vergiffenis vragend aan Jezus. Jesus Camp laat zien hoe kinderen bezig zijn met dingen, zoals de abortuswetgeving, waar ze als elfjarigen nog helemaal niet mee bezig zouden moeten zijn.
Jesus Camp is zeker geen objectieve film, maar desondanks wordt er voldoende ruimte overgelaten voor eigen interpretatie. De Oscarnominatie voor beste documentaire is zeker terecht, omdat het een verlichtend beeld schetst van een aspect van de opkomst van de diepreligieuze stroming in de Verenigde Staten. Een aanrader.
Label: A-Film Releasedatum: 7 juni 2007 Kijkwijzer:
Waardering: