Interview: Julia Samuel / Elise Lengkeek
Jullie hebben beiden een grote betrokkenheid bij de ‘underdog’ van de maatschappij. Elise, jij liet dit al blijken in je boek ‘Ik Beken’, waarin je het verhaal van Ferry Holtkamp, verzetsstrijder uit Nederlands-Indie, vertelt en Julia vooral door haar werk in Afrika. Waar komt die fascinatie en betrokkenheid vandaan en hebben jullie samen ook één bepaald doel? Is er vanuit Elise interesse voor jouw interessegebied, en andersom?
Elise: "In mijn werk als journalist word ik soms geconfronteerd met leed dat mij wakker houdt. Leed dat zich bizar genoeg vaak ook bevindt in het gezelschap van humor en schoonheid. Niet alleen in Julia’s wereld, maar ook in de verzwegen verschrikkingen die Indische mensen meedragen in hun ziel. Na de gedwongen repatriëring van Indische Nederlanders naar Nederland was niemand hier geïnteresseerd in hun ervaringen en verhalen; over wat zij hadden moeten doorstaan tijdens het wrede Japanse regime en na de oorlog, toen de inlandse nationalisten het liefst elke (Indische) Nederlander hadden vermoord. In Nederland echter wachtte de gerepatrieerden slechts vijandigheid en grove discriminatie door zowel de overheid als de samenleving. Nederland is tot nu toe het enige land dat zijn Indische oorlogsslachtoffers nooit financieel heeft gecompenseerd.
Vanaf 1995 werd ik door het schrijven van De hel van Tjideng mij ervan bewust dat er nauwelijks iets bekend is over de donkere bladzijden uit de geschiedenis van Nederlands-Indië in de Tweede Wereldoorlog, daarna in de Bersiaptijd en nog later in Nederland. Toen wist ik wat me te doen stond, ik ben gaan schrijven vanuit de diep gekoesterde hoop dat de indringende verhalen van respectievelijk Ferry Holtkamp en Julia Samuël de harten van heel veel mensen zouden raken en hen aan het denken zou zetten. Ik hoop dat die boeken een schakeltje mogen vormen in het tot stand brengen van gerechtigheid."
Misschien gaan we het op 28 oktober beleven! Op initiatief van het Indisch Platform is Ik Beken namelijk ter informatie uitgereikt aan de leden van de 'Vaste Kamercommissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport' die de Indische kwestie onder hun hoede hebben. Nu pas blijkt dat Ik Beken in de afgelopen maanden als breekijzer heeft mogen dienen om politici bewust te maken van het onrecht dat de Indische gemeenschap is aangedaan. Op woensdag, 28 oktober a.s. zal na bijna 65 jaar duidelijk worden of deze regering wel bereid zal zijn de morele schuld die Nederland heeft alsnog in te lossen aan de Indische gemeenschap. Het gaat niet alleen om rechtsherstel en het vergoeden van oorlogsschade en –roof, maar ook om de betaling van salarissen van rijksambtenaren die vanaf de oorlog zijn stopgezet.
Julia: "Ik kan niet tegen onrecht. En als ik naar de wereld kijk zie ik dat al het mooie in de wereld oneerlijk verdeeld is. Gezondheidszorg is een fundamenteel recht. En dat ontbreekt er in veel landen aan. Ik zag het onder andere in Afghanistan, Pakistan, Iran en Zuid-Amerikaanse landen. Na vele omzwervingen over de wereld kwam ik in het continent Afrika terecht. De mensen daar hebben mijn hart gestolen. Sinds 1999 geef ik samen met David Robertson met 'Drive Against Malaria' bijstand aan duizenden kinderen in alarmerende malarianood in zeer afgelegen gebieden. Mensen die naar de rand van de maatschappij zijn verdrongen en die zijn verstoken van gezondheidszorg. Moet je je voorstellen: Voor slechts 85 eurocent kunnen wij een leven sparen van een kind. Wij komen terecht in de centra van malariabrandhaarden in grotendeels vergeten plaatsen waar het aantal extreme malaria gevallen razendsnel de kop opsteekt. De ouders zijn uitgeput, fysiek, psychisch en financieel. De armoede belemmert de totale gezondheid. Het is voor ons heel pijnlijk om te zien dat er voor veel mensen geen enkele hulp beschikbaar is buiten de grote steden. In vele dorpen zijn wij er om tientallen malariapatientjes te behandelen, die anders van het leven beroofd zouden zijn. Vaak zijn de kinderen aan het eind van hun krachten. Tragedies van onnodig stervende moeders, baby’s en kinderen heeft onze betrokkenheid bij deze dorpen en bij al die vergeten en zwaar gehavende plekken in Afrika enorm versterkt. We blijven ons richten op malariabescherming voor al deze vergeten slachtoffers. Het feit dat de bevolking ons vraagt om hun dorpen niet in de steek te laten, maakt duidelijk hoe noodzakelijk ons werk is.
Het boek Ik Beken dat Elise heeft geschreven is een prachtig werk dat de hele wereld moet lezen. Het is een aangrijpend meesterwerk dat het verborgen leed van de Indische mensen uit de schaduw haalt. Mijn vader komt uit Indonesië en wanneer ik dit boek lees, voel ik een enorme beklemming over wat er tijdens en na de oorlog in Nederlands-Indië is gebeurd; over wat mijn vader heeft gezien en nooit heeft kunnen delen met ons. Dit boek maakt daarom ongelofelijk veel emoties in mij los: woede, verdriet, compassie en verlangen naar recht en gerechtigheid. Niemand heeft het recht een ander leed te berokkenen."
Hoe werkt een co-auteurschap eigenlijk? Moet ik me jullie voorstellen op de bank, jij Julia al vertellend en Elise luisterend en schrijvend? Ik heb geen idee hoe zoiets werkt. Het lijkt me ingewikkelder dan het alleen te schrijven. Je moet duidelijk aanvoelen wat de ander bedoelt en dit toch ook in haar woorden en beleving neerschrijven.
Julia: "De samenwerking met Elise was uitermate plezierig. Toen ik haar benaderde met het verzoek om samen met mij het boek te schrijven hadden we beiden een vage notie over wat SAMEN schrijven betekent. Maar zij voelde zich al snel thuis in andermans nest. Gedurende het schrijfproces en de interviewsessies werden we beiden steeds enthousiaster. Elise is een stuwende kracht en zonder haar onvermoeibare steun en prachtig verwoorde input was dit boek niet tot stand gekomen. Samen met haar het boek schrijven is de beste keus die ik heb kunnen maken!"
Elise: "Ja, ik zat inderdaad uren op de bank naar Julia’s verhalen te luisteren. Ze liet mij Afrika zien en opsnuiven. We keken samen naar de documentaires en luisterden zwijgend naar de muziek die ons beiden enorm inspireerde bij het schrijven en opdiepen van herinneringen. Julia wist mij steeds weer mee te voeren in haar wereld en op dat moment gaat de film in mijn hoofd draaien: ik zie, hoor, ruik, proef en onderga alles alsof ik daar zelf ben. Ondertussen bouw ik al aan een concept waarin al die verhalen zich met elkaar laten verbinden. Vervolgens schreef ik op wat ik voor me zag en stuurde het naar Julia. Dat maakte weer nieuwe herinneringen in haar los en zij kon het dan weer aanvullen en verdiepen. Prachtig om zo te kunnen werken!"
Hoe lang zijn jullie bezig geweest met het schrijven van het boek en hoe ervoeren jullie het werken met de deadline van de uitgever? Een schrijfproces is toch vaak vooral een creatief proces dat zich niet echt door deadlines graag laat sturen?
Julia: "Wij hebben vorig jaar begin augustus rond de tafel gezeten bij FMB (red. de uitgever). Elise en ik hebben daarna heel wat dagen samen doorgebracht. Tussentijds mailden we elkaar. Het was een hele toer om de deadline te halen omdat ik zes maanden per jaar in Afrika werk en een groot deel van die tijd niet bereikbaar ben voor de buitenwereld. Tussen de bedrijven door, van dorp naar dorp, schreef ik, al rijdend in de Land Rover. Ook het contact zoeken met de moderne buitenwereld was een avontuur op zich. Er is geen elektriciteit, laat staan internet. Soms moesten we 6 uur rijden voordat ik in een stad was met een internetverbinding."
Elise: "Toen Julia eind april afreisde, hadden we deel 1 af en waren daar tevreden over. Ik ging verder met het schrijven van de volgende delen op basis van de mails van Julia en de gesprekken die we hadden gevoerd, maar ik had Julia natuurlijk nodig om van alles aan te vullen en uit te diepen. Toch duurde het nog zeker tot de derde week van juni voor Julia in Kameroen haar mails kon lezen. Feitelijk moest ik nog tweederde van het boek binnen drie weken afschrijven, toen eindelijk Julia’s eerste reactie binnenkwam. Vanaf dat moment zat ik -letterlijk geboeid door Julia’s belevenissen en ervaringen- elke werkdag van ’s morgens zes uur tot middernacht aan mijn laptop gekluisterd om de deadline te halen (17 juli jl.). Wanneer ik uitgeput raakte, zei ik tegen mezelf: mens, zeur niet en doe gewoon je werk. Jij hebt met elektriciteit, stromend water en internet onder handbereik nog altijd een luizenleven vergeleken bij Julia op dit moment…"
Na het lezen van de proefdruk was ik behoorlijk onder de indruk van het hele verhaal. Ik had al op tv gezien dat jij betrokken was bij Drive Against Malaria en ook toen al greep dat verhaal me aan. Heb je enig idee of wat jullie daar doen ooit voldoende zal zijn om malaria uit te roeien?
Julia: "Wij doen wat binnen onze macht ligt en zetten alle zeilen bij om zoveel mogelijk gezinnen te bereiken. Sommige mensen vragen zich af hoe twee mensen in een Land Rover het verschil kunnen maken. Weet je, we kunnen organiseren: konvooien regelen met Land Rovers, containertrucks, boten en zelfs vliegtuigen. Zo hebben we bijvoorbeeld in Angola 27.000 gezinnen geholpen, in Congo 760.000 en Kameroen 500.000. We vragen partnerorganisaties en ambassades om de koppen bij elkaar te brengen en sámen de handen uit de mouwen te steken. Hoe meer fondsen wij binnen krijgen, hoe meer kinderlevens wij kunnen sparen. Wij moeten ervoor zorgen dat de mensen malariavrij zijn. En dat kan!!! Er bestaat een uitstekende preventie dankzij geïmpregneerde muskietennetten die een werking hebben van vier jaar. Daarnaast bestaat er een Artemisinine-combinatie-therapie, die malaria binnen drie dagen kan genezen. Dat kost slechts 85 eurocent (de dosering is afhankelijk van het gewicht van de patiënt). Het is belangrijk om de armste bevolkingsgroepen te bereiken. Mensen die geen geld en toegang hebben tot gezondheidszorg."
Voel je je soms niet machteloos als je daar die kinderen ziet spelen, je realiserend dat zij soms maar weinig toekomstperspectief hebben? Ik zou me als westerling, denk ik, ook schuldig voelen dat ik het zo goed heb. Hoe ga jij met dit soort gevoelens om?
Julia: "Afrikanen zijn een emotioneel sterk volk. Saamhorigheid, aandacht en liefde voor elkaar spelen een enorme belangrijke rol. Zij beleven het leven in haar puurste vorm. Dat is geestelijke rijkdom waar wij veel van kunnen leren. Dat is hun leven nu en in de toekomst. Zij zijn arm in materiële en financiële zin. De enige rijkdom die zij bezitten zijn hun kinderen. En die worden bruut uit hun leven gerukt door malaria. Het onnodig sterven van deze kinderen gaat mij aan het hart. Toegang tot gezondheidszorg is een recht voor iedereen. En wij proberen daar, met al onze kracht en middelen die voorhanden zijn, iets aan te doen. De dankbaarheid van de moeders, die voorheen vele kinderen hebben verloren door malaria, is onbeschrijfelijk."
Je beschrijft in het boek op indrukwekkende wijze de verbranding van een dorp (inclusief bevolking) in Senegal. Dit heeft op mij een onuitwisbare indruk gemaakt. Ik kan me zo voorstellen dat dit beeld nooit meer van je netvlies weggaat. Hoe plaats je zoiets weer in je dagelijkse leven, hoe kun je verder na zoiets aanschouwd te hebben (zonder noemenswaardig te kunnen ingrijpen)?
Julia: "Dat is een tragedie die voor de rest van mijn leven op mijn netvlies blijft gebrand. De vlammenzee sloeg als een razende om zich heen. Maar ook in tragedies zit een positieve boodschap. En die boodschap is dat we dankbaar moeten zijn voor al het mooie dat het leven te bieden heeft, elke dag dat de zon op komt, elke dag dat we in vrijheid leven en gezond zijn. Gelukkig kan ik hier samen met David uren over praten. Zo verwerken we allebei wat we onderweg meemaken."
Het is duidelijk, Julia en Elise zitten niet om woorden verlegen. Mijn vragen maken hele verhalen bij hun los en geven een duidelijke impuls om nog meer te vertellen dan hun boeken al doen.