Olympische geschiedenis in het kort - 6

Veel sporters zijn al volle bak bezig met de Olympische Spelen van Rio de Janeiro, die in augustus 2016 van start gaan. Ook bij FOK!sport zijn we in voorbereiding en dat gaan we onder meer doen met deze nieuwe rubriek. In de aanloop naar Rio komen we elke zondagochtend met een tiental statistieken, weetjes, korte verhaaltjes en meer uit de bijzonder rijke olympische geschiedenis, vaak geholpen door de enorme hoeveelheid informatie van Sports-Reference. Een vaste lijn zit er niet in: we houden geen chronologische volgorde aan en dus kan een statistisch weetje uit 2012 zomaar onder een opmerkelijke anekdote uit 1896 staan, maar we blijven zoeken naar opmerkelijke wetenswaardigheden. Let the Games begin!

De 20 kilometer snelwandelen bij de vrouwen leek in Sydney in 2000 een Australische winnares te krijgen. Bij het ingaan van het stadion voltrok zich voor Jane Saville echter een van de meest iconische dramamomenten uit de olympische geschiedenis. De Australische was een meter of 100 verwijderd van het winnen van goud voor eigen publiek, maar werd bij het ingaan van het stadion gediskwalificeerd voor 'liften', met twee voeten van de grond komen. Wang Liping uit China won, Saville zei na afloop één ding nodig te hebben: "Een wapen om mezelf door mijn hoofd te schieten." Overigens was Saville de tweede die in leidende positie moest stoppen: een kwartiertje voor de finish werd ook de Italiaanse Elisabetta Perrone als leidster uit de race genomen.

Tijdens de IOC-sessie van 2005 werd honkbal uit het olympisch programma van 2012 gestemd. Het was de eerste keer dat een sport van het programma gestemd werd sinds men besloot om op de Spelen van 1936 geen polotoernooi meer te houden.

Snelwandelen bij de vrouwen op de Spelen van 2000. Op 6:20 is de binnenkomst in het stadion van leidster Saville te zien, die tot ongeloof van alle Aussie's gediskwalificeerd wordt (Bron: YouTube)

De winnaars van gouden medailles op de Spelen van 1936 in Berlijn kregen van Adolf Hitler een jonge eikenboom mee naar huis. Een aantal van deze inmiddels volwassen bomen bestaan nog altijd, bijvoorbeeld in Groot-Brittannië en de VS. Van de vier bomen die de legendarische Jesse Owens won leeft er in elk geval nog één. Deze staat bij de Rhodes High School in Cleveland, waar Owens trainde. Het is een soort pelgrimsoord voor jonge lokale atleten, die bij een bezoekje steevast een foto onder de 'Boom van Hitler' nemen. 

Noorwegen domineerde de noordse combinatie tijdens de eerste Winterspelen: in 1924, 1928, 1932 en 1936 pakten de Noren goud, zilver en brons. Twee keer werd ook nog de vierde plek veroverd. Na de oorlog was dat beeld anders. Noorwegen won nog wel medailles, zelfs van goud, maar een sweep is sindsdien nooit meer gelukt. 

Op de lijst van voorgestelde sporten van de eerste Olympische Spelen, in 1896 in Athene, stond ook 'patinage', schaatsen. Het is echter niet bekend of daarmee het ons zo bekende langebaanschaatsen of het kunstschaatsen werd bedoeld. Gezien de tijdsgeest lijkt kunstschaatsen het meest logisch, maar er werd met betrekking tot 1896 nooit meer over gesproken. In 1908 stond het in Londen voor het eerst op het olympisch programma en vanaf 1924 was het een onderdeel van de Winterspelen.

Jim Hines (VS) wint olympisch goud op de 100 meter in Mexico in 1968. Zijn electronisch geklokte tijd kwam uit op 9,95 seconden, waarmee hij officieel de eerste is die de 10-secondengrens doorbroken heeft (Bron: YouTube)

De Fransman Frantz Reichel haalde in 1896 de finale op de 110 meter horden. Hij kon die finale echter niet lopen, want hij was te druk met het assisteren van zijn jongere landgenoot Albin Lermusiaux. Deze liep de marathon, waarin hij overigens 8 kilometer voor de finish uitviel. De finale kende daardoor slechts twee deelnemers: Thomas Curtis uit de VS versloeg de Brit Grantley Goulding met enkele centimeters.

De oudste atleet ooit die een olympische medaille won is de Zweed Oscar Swahn. De schutter won in Antwerpen in 1920 op 72-jarige leeftijd het zilver in de landenwedstrijd '100 meter rennend hert met dubbele schoten' (waarbij overigens niet op echte herten werd geschoten). Het was zijn zesde en laatste medaille, nadat hij in 1908 (twee) en 1912 ook al goud had gewonnen.

Roeier Henry Pearce uit Australië hield tijdens zijn kwartfinale op de Spelen van Amsterdam in 1928 de riemen even stil. De reden? Een moedereend en haar kroost kwam voorbij en Pearce wilde ze niet overvaren. Nadat de eenden gepasseerd waren ging hij verder, won hij zijn kwartfinale en ging hij uiteindelijk op weg naar goud.