FOK!auto: Oerend Hard (2)
De vorige keer ben ik begonnen met de prangende vraag die iedereen met een motorhart al decennia bezighoudt: Welke motoren hadden hadden Bertus en Tinus uit het liedje van Normaal?
We hebben eerst eens gekeken wat er zoal gebeurde binnen de Britse motorindustrie in de eerste helft van de vorige eeuw. Dat is een enorm verhaal waar we slechts een paar hoogtepunten uit hebben aangestipt. Hieronder het vervolg en de beantwoording van de vraag.
Het driecylinderdrama
We schrijven tweede helft van de jaren zestig. BSA hoort inmiddels bij Norton-Villiers. In 1965 wordt een ontwerp getekend voor een 750 cc driecylinder motor. In 1968 wordt over het ontwerp vergaderd en in al zijn wijsheid besluit de directie om het ontwerp op de plank te laten liggen. Toen de leden van de directie opstonden, zei er een: ''You know, they're building a four cylinder.” Men ging weer zitten en besliste staande de vergadering om hun ontwerp toch maar in productie te nemen.
Want 'they', dat was Honda, met de CB750 die korte tijd later op de Motor Show in Tokyo werd geshowd. Dat was een enorme klapper, voorzien van zaken die nog lang geen gemeengoed waren, zoals een hydraulisch bediende schijfrem in het voorwiel, elektrische richtingwijzers en, vooral, een startmotor. De kickstarter zat er nog wel op, maar hem gebruiken hoefde niet meer. De kleppenbediening ging met een bovenliggende nokkenas: simpel, betrouwbaar en goedkoop. Na de millenniumwisseling werd de CB750 door een groot aantal journalisten wereldwijd uitgeroepen tot motor van de eeuw. Ik kan dat beamen, want ik bezit de nieuwere versie van dit monument in motorland:
Wat stond daar tegenover bij Norton-Villiers? Voor BSA was dat de Rocket, voor Triumph de Trident. Hetzelfde blok, maar bij Triumph kwam het blok precies verticaal in het frame te staan, bij BSA 10 graden voorover gekanteld. Dat maakte de productie natuurlijk meteen veel duurder, terwijl het ontwerp verder ook vreselijk achterhaald was. Het was nog steeds pre unit uitgevoerd, dus met een aparte versnellingsbak, en de stoterstangen waren er ook nog steeds. Honda won dan ook met twee vingers in de neus. Hun motoren waren veel betrouwbaarder, goedkoper en ook nog eens sterker en sneller. Een paar jaar later kwam Kawasaki met de 900cc, een vergelijkbaar ontwerp maar wel veel te laat om de voorsprong van Honda snel in te lopen.
Nu komen we bij Bertus en Tinus
De ballade speelde, denk ik, begin jaren zeventig. Bertus en Tinus waren waarschijnlijk werkzaam in de bouw. Vrijgezellen van achterin de twintig, beetje beunen in de vrije tijd, goed verdienen en in het weekend flink lol maken. En motorrijden, dat natuurlijk ook. Voor een dikke fiets zat je traditioneel toch altijd bij de grote Engelse motoren. Iedereen wist precies wat je daaraan kon doen om ze leuker te maken, onderdelen waren er zat en met de kennis zat het ook wel goed. Als ze dus iets betaalbaars en groots wilden hebben, zochten ze een tweedehands motor van eind jaren zestig.
Bertus wilde een Norton, dus dat moest een Commando worden. Een kanon van 750cc, 58 pk, dat ding haalde bijna 200! Goed, je moest hem aantrappen, je had gewone trommelremmen en het blok was altijd kleddernat van de gelekte olie met die losse versnellingsbak, maar dat had iedereen, dus wie maalde erom? Tinus wilde iets anders, waarschijnlijk juist omdat Bertus een Norton had. Hij wilde dus een ander merk, maar wel een dikke, snelle fiets. Dat moest dan de BSA Spitfire worden. 650 cc en misschien nog wel iets sneller dan de Norton. Ook dat beest van Tinus had gewoon trommelremmen en je moest hem aantrappen. Wel zat de versnellingsbak in het blok, dus de boel zag er toch wat moderner uit. Waarom juist deze twee typen motoren van die merken? Simpel, het waren de vetste fietsen, de rest was 500cc of minder. Die vielen gewoon af.
En de politie dan?
Geen problemen, daar in de Achterhoek. De Porschegroep van de Rijkspolitie begon juist met de 911 Targa van 110 pk. Dat ding haalde de 200 niet eens, hij werd afgedroogd door de snelste personenauto van toen, de Opel Commodore GSE van 160pk. Dat laatste kan ik weten, want ik had er eentje. En bovendien kwamen die twee waarschijnlijk nooit van zijn leven op de snelweg. Nee, met een beetje lef bleven ze op hun Britse beesten iedere wetshandhaver ruim voor. Het lied vermeldt ook dat ze baas waren op de weg, en dat klopte. Met een beroerd eind, dat wel.