Politie en marechaussee bewaren gegevens te lang

Twee politiekorpsen, de marechaussee en een bijzondere opsporingsdienst hebben onvoldoende gedaan om zich te houden aan de wettelijke bewaartermijn van politiegegevens. Dat meldt het College bescherming persoonsgegevens (CBP) dinsdag op basis van onderzoek.

De CBP ontdekte onder meer dat het misging bij de Criminele Inlichtingeneenheden (CIE's) van de korpsen Flevoland en Brabant Zuid-Oost. Voor de verwerking van politiegegevens door deze afdelingen gelden strenge wettelijke eisen, onder meer omdat de informatie niet altijd betrouwbaar is, maar wel grote gevolgen kan hebben voor de personen die het betreft.

Ook bij de marechaussee en de Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de Inspectie leefomgeving en transport ontdekte de CBP tekortkomingen. Daar zouden onvoldoende maatregelen getroffen zijn om de wettelijke bewaartermijnen na te leven.

De Wet politiegegevens bepaalt dat informatie verwijderd moeten worden wanneer deze niet langer noodzakelijk is voor onderzoek. Daarbij geldt dat uiterlijk vijf jaar nadat voor het laatst gegevens zijn toegevoegd, gegevens verwijderd moeten worden.

In de wet is verder een verplichte jaarlijkse toets opgenomen om vast te stellen in hoeverre gegevens nog noodzakelijk zijn om te bewaren. Geen van de vier onderzochte partijen bleek deze periodieke toets uit te voeren.