Britney Spears

Ze is, uit mijn hoofd, 2 december jarig, dus bijna 28 jaar oud. Ik vind haar nog steeds wel wat hebben, al leerde ik haar kennen toen ik nog helemaal niets voelde voor welk meisje dan ook. Ik weet het nog goed, ik was tien, en staarde gebiologeerd naar haar. Later pas zag ik de intentie van de videoclip, hoe baanbrekend ze was geweest, hoe jong, hoe sexy. Hoe dan ook, ze had meteen haar naam gevestigd. Sindsdien ben ik haar – eerst onbewust, toen bewust – gaan volgen. Niet obsessief, hoor. Maar toch. Je zou het één van mijn muziekzonden kunnen noemen, wellicht de grootste. Zoals sommige generaties nog bij 'die blonde van de Mama's en de Papa's' wegdromen, bij Blondie, bij Madonna, zo kan ik nog steeds Britney Spears niet loslaten.

Meisjespop, dat is het, zeg je dan. En wellicht is dat ook zo. Ik weet dat ze niet haar eigen teksten schrijft, niet de instrumenten bespeelt, niet op de goede toonhoogte hoeft te zingen omdat dat tegenwoordig in elk popnummer met de computer wordt geredigeerd, niet zorgt voor distributie en verkoop, behalve af en toe naar willekeur een aantal liedjes inzingen eigenlijk gewoon geen donder hoeft uit te voeren, maar toch download ik elke cd weer. Even luisteren. En elke keer weer staat er minstens één volstrekt geniaal nummer op. De rest van de plaat is hedendaagse kwaliteit, en dat is het leuke elke keer weer. De nummers door vele belangrijke music-makers geproduceerd, de teksten door beroemde popschrijvers geschreven, de platenmaatschappij één van de Big Five. Gelikt, dat is het.

En zo ook de videootjes. Single na single, hoe middelmatig soms de teksten ook zijn en hoe uitgekauwd de deuntjes ook mogen klinken, wordt gereleased met een volstrekt geniaal clipje waarin onze Brit weer net even ondeugender doet dan in de vorige. Hit me baby, one more time! werd opgevolgd met respectievelijk Oops, I did it again en I'm a slave for you!. De clipjes hitsiger en hitsiger. Britney, eigenlijk gewoon een hillbilly-Louisiaanse met een IQ ver onder de 100 en een simplistische instelling, groeit in de video's uit tot wulpse blonde legende, heupwiegende, tietshakende natte droom. Jong, hitsig, wil wat, zingt constant over seks. Dat verkoopt.

En Britney speelt het spelletje mooi mee – die denkt, laat maar komen, die miljoenen. En ze komen. Elke nieuwe cd of tour weer. Ze playbackt al sinds 1999 vrijwel alles, maar dat schijnt niet te schelen. De gillende dertienjarige meisjes en puberjochies komen er wel op af. Zo ook ik. Toen mijn school in de derde klas een tweedaags uitstapje naar Trier had gepland, had ik mijn pasgekochte Philips 20 GB HDD120 Jukebox volgeplempt met muziek, waaronder een geripte versie van de cd die ik als laatste had gekocht – In The Zone van La Spears. Ik kende haar tot dan toe slechts van TMF (MTV hadden we niet in ons dorpje), maar vond het spannend en veelbelovend.

En geniaal was het. Vertrouwd, haast. Als muziekliefhebber weet je dat de muziekmarkt gecorrumpeerd is door grote platenmaatschappijen. Die bepalen wat wordt gedraaid, wie popie-jopie is en welke stijl 'vernieuwend' blijkt. Dit kun je verafschuwen, gerechtvaardigd me dunkt, waarna je je verbergt in oude troep en onbekendere muzikanten. Dat doe ik net zo goed wel eens. Maar je kunt het ook aangrijpen om de ontwikkelingen te volgen. Als ik de nieuwe Spears-plaat hoor, hoor ik een veelvoud aan volledig innovatieve sound effectjes, hippe stemvervormingen, baslijntjes, keyboard-geluiden en dergelijke, die elk stuk voor stuk later ook weer variërend terugkomen in de muziek van dat jaar en de paar jaar erop. Een goed voorbeeld is dat nummer van Justin Timberlake, Sexyback. Dat kwam twee jaar na het Trier-uitstapje, begin 2006 uit en was geheel vernieuwend. Die irritante computergeluidjes waren in dat nummer uniek, maar meteen was duidelijk dat een nieuwe fase in de popmuziek bereikt was – die waarin irritante computergeluidjes en stemvervormingen hip is. Drie jaar later zijn die effectjes een eigen leven gaan leiden en duiken ze in alle vormen van muziek op. Pop pioniert op die wijze – júist door de corporatistische miljoenencontracten met 's werelds hipste producers, tekstschrijvers en artiesten.

In The Zone, 2004, was geen uitzondering op de regel. Ik raakte op één nummer zeer gesteld, zijnde Brave New Girl. Als taalkundestudent ben ik naast de vernieuwende muziek zelf, vooral ook gesteld op de teksten die ze uitkraamt. De duidelijke referentie naar Huxley, daar grinnikte ik ook op mijn vijftiende al om. Ook Touch of my hand (over vingeren) kon mijn goedkeuring wegdragen, alsmede Breathe on me. Destijds, in Trier en later, stond ik volledig alleen. Mijn vrienden luisterden alles behalve Spears. Wellicht durfden ze het niet toe te geven, hoop ik dan maar. Spears' teksten zijn in te delen in een paar categorieën, elk een eigen doel dienend. Natuurlijk heeft ze vrijwel geen enkele tekst zelf geschreven, maar dienen ze allen op hun eigen wijze haar carrière.

Ten eerste autobiografisch getinte liedjes. Ze zijn altijd vanuit de ik-persoon geschreven, drukken volledig het imago uit dat ze op dat moment wil uitstralen (aanvankelijk wat 'schattig', later steeds 'geiler') en zetten haar neer als zelfbewuste topmuzikante. Voorbeeld: “She's so lucky, she's a star, buy she cry-cry-cries in her lonely heart, thinkin', if there's nothin' missin' in my life, then why do these tears come at night?” En: “What am I to do with my life? How am I supposed to know what's right? I can't help the way I feel, but my life has been so overprotected.” Laatst: “I'm Miss 'American Dream' since I was 17, don't matter if I step on the scene or sneak away to the Philippines, they still gonna put pictures of my derrière in the magazine – You want a piece of me?”

Als tweede stip ik de categorie 'over het muzikantenleven' aan. Denk hierbij aan nummers als Circus en Me against the music. Derde zou de 'lief imago'-groep zijn, met de submissieve rolpatroonteksten over jongens missen, eeuwige liefde en regelrechte smeekbedes. Die zijn later in haar carrière vanzelfsprekend volledig weggevaagd. Daarnaast zijn er de algemeen opgeilende teksten. Eveneens niet zelf geschreven of geproduceerd, wel een imago en daarmee de portemonnee dienend. De titels zeggen in deze categorie genoeg. Hit me baby one more time, You drive me crazy, Breathe on me, I'm a slave for you, Phonography, If you seek Amy (F.u.c.k. me, ook weer geniaal).

Die cd in 2007 of '08 liet ik links liggen, ik kan me de naam niet eens herinneren. Dat was haar 'comeback', die mijns inziens niet echt van de grond kwam in dat eerste jaar. Pas haar tweede nieuwe album bekoorde weer. En dat vooral vanwege twee nummers. Het ene, If u seek Amy, is geschreven vanuit de ik-persoon, en laat Britney op een feestje zoeken naar Amy. Niemand heeft d'r gezien, maar onze Brit is naarstig op zoek. Want: “I can't get her off of my brain. I just want to go to the party she gon' go, can't somebody take me home, haha hehe haha ho – love me, hate me, say what you want about me, but all of the boys and all of the girls are begging to f.u.c.k. me.” Een leuke woordspeling, goed uitgedacht en opgeschreven. Top. Maar Phonography slaat alles. Fonografie is een heel ouderwetse manier van muziek of geluiden opnemen en stamt nog uit de negentiende eeuw. Niemand kent het meer. Maar Phone snappen mensen wel. En nography mist maar één lettergreep met pr0n.

Het liedje gaat vanzelfsprekend over telefoonseks, niet over fonografen. De tekstschrijver in kwestie heeft zich echt uitgeleefd. Werkelijk alle aspecten van mobiele telefonie passeren de revue in ambigue constructies. Ik kan het wel omschrijven, maar spreekt de tekst voor zichzelf. Is dit dan  de poëzie van deze generatie? “I like my bluetooth, buttons comin' loose, I need my hands free, then I let my mind roam, playing with my ringtone,” en “Baby if you're not alone, take me off speaker phone, what I'm 'bout to say right here is just for your ears to hear, if you need to hit me back, I got a *69,four letter, four letter... – Let`s talk about biology, make believe you're next to me, phonography, phonography, talk that sexy talk to me – better make sure that the line is clean, keep it confidential, you and me, phonography.”

Een paar columns geleden sprak ik over een aantal aspecten aan mezelf die een meisje zouden kunnen afschrikken, met name mijn Bosatlasverzameling en liefde voor stokoude muziek. Britney is de derde op dat lijstje. Nog steeds kan de echte persoon achter het imago me geen kont schelen. Of ze nou d'r kop kaal scheert, zes kinderen uitpoept of d'r kruis laat zien als ze de auto uitstapt, dat is me echt om het even. Een niet al te intelligent blondje uit Louisiana, dat zegt genoeg, lijkt me. Maar de betoverende clipjes, de geniale Pepsi-commercials, de schaamteloosheid van de platenindustrie kortom, die laten me nooit meer los. Ook nu weer met het állernieuwste nummer, 3. Blijft direct in je kop hangen, pakjes waar geen man iets op aan te merken heeft, vertrouwde dansjes en vervormingen, maar toch weer gek vernieuwend. Sinds de sixties had elke generatie zijn Britney – of dat nou Sam Fox was, Madonna, Kim Wilde, die lekkere van de Bangles of die andere van de Mama's en de Papa's, dat maakt niet zoveel uit. Spears is een toevoeging aan het rijtje, alsmede een soort verpersoonlijking van de decadente tienercultuur van de 21e eeuw waar ik het in mijn vorige stuk over had. Ik blijf luisteren. En kijken. 't Is een jeugdzonde, wellicht. Iets wat je eigenlijk niet kunt zeggen zonder niet meer serieus genomen te worden. Maar ach. Bij deze. It's me against the musici. Just me?


And me. Britney Spears - 3 (2009)