9-11: The Big Why
Europa, Japan en de VS doen sinds de jaren vijftig mee aan een technologierace. Technologische innovatie brengt geld in het laatje. In Europa en Japan trekt de overheid vrij royaal de portemonnee voor het stimuleren van technologisch onderzoek. In de VS daarentegen kan dat niet; zo gauw de federale overheid daar ook maar een stuiver uittrekt voor onderzoek dat één branche speciaal ten goede komt, piepen alle andere branches dat ze die stuiver ook moeten hebben. Omdat die branches vaak in bepaalde staten sterk zijn, wordt dat piepen doorgebruld in Washington - daar zijn de senatoren immers voor. De VS kan daardoor niet aan industriepolitiek doen, anders dan door twee instituten: het leger en de Nasa.
Vooral het leger is populair, want behalve technologische innovatie levert de dollar die het Pentagon uitgeeft ook nog eens internationale macht op. Zolang de VS over het beste geoutilleerde leger ter wereld beschikt, hebben de Amerikanen het meest te zeggen op de internationale podia.
Follow the money. De VS heeft er dus belang bij geld te steken in dure toys for boys; Boeing, General Motors en Microsoft profiteren snel genoeg van de technologische doorbraken die daarmee bereikt worden. De Koude Oorlog was alleen daarom al de moeite waard voor de VS. Maar het draagvlak voor deze 'omweg' staat in een democratie snel onder druk. Washington kan deze omslachtige industriepolitiek alleen volhouden, als de kiezer een reëel gevaar voelt. De eerste golfoorlog (Bush Senior) krikte de budgetten wel eventjes op, maar dat de ene Arabier de andere lastig viel - lag de redneck uit Arizona of de liberal uit Michigan daar nou echt wakker van? Ver weg gedoe allemaal...
Toen de Russische dreiging weggevallen was, had de Amerikaanse overheid dus behoefte aan een voelbaar gevaar. Religieus terrorisme had zich tot dan toe altijd beperkt tot de regio waar die religie dominant was; moslimterroristen bliezen zichzelf op in de straten van Djakarta, Khartoem en Tripoli. De kans dat een 'war on terrorism' aan de Amerikanen te verkopen was, zónder dat die terreur naar de Amerikaanse burgers gebracht zou worden, was miniem.
Motive. Het antwoord op de Big Why van 9-11.
(Over means and oppurtunity is op deze site al zoveel geschreven en gespeculeerd, en daar weten anderen zoveel meer van, dat ik die even laat liggen. Het enige dat bij mij is blijven hangen is dat het 9-11 onderzoek 1 miljoen dollar kostte, en het onderzoek naar de blowjob van Monica Lewinsky tegen de zeven miljoen dollar. Dat is 7 keer zoveel! Wie wordt hier nou geacht wat te slikken?)
Dankzij 11 september is de war on terror nog járen een dankbaar te marketen concept. Zelfs Nederlandse burgers doen van harte mee aan het spelletje, sneuvelen 'voor de goede zaak' in Uruzgan. Dat dit spelletje alleen gespeeld wordt om dat het Amerikaanse politieke systeem geen directe technologiestimulering toestaat (zelfs universiteiten zijn in de VS voor onderzoek afhankelijk van legaten en sponsoring) doet er - ook volgens onze regering - niet zo heel veel toe. Fijn, we weten nu ook hoeveel onze regering om haar burgers geeft.
Follow the money, en een andere mooie frase komt binnen gehoorsafstand: the politics of fear. Een bange bevolking doet wat de overheid zegt, en accepteert verlies van privacy, geheime gevangenissen, schending van de mensenrechten - want het doel, de terreur bestrijden, heiligt de middelen.
Een war on terror - Bush heeft zijn oorlog, Bush heeft zijn politics of fear. The man has it all! En Balkenende volgt in het kielzog. Zullen we daar eens met zijn allen aan denken, als de eerste maandag van de maand de toeters afgaan?