Richting het Einde

Ze zit als een heel klein mensje in haar veel te grote bureaustoel naar de televisie te staren. De televisie staat uit. Als ik binnenkom zit ze in die houding. Ik blijf altijd heel even naar haar kijken als ze zo zit. Pas als ik naast haar sta, merkt ze me op en ik zie dat haar ogen gaan glimmen als ze me herkent. Heel voorzichtig geef ik haar een kusje op haar voorhoofd. Blij als een klein kind kijkt ze naar me en binnen in me voel ik een steek. Zo keek ik naar haar als klein kind. Mijn oma.

Vijf maanden geleden had oma nog praatjes. Niet altijd verstaanbaar, maar altijd verhalen. Ze maakte grapjes en ze speelde nog een spelletje rummikub met me. Wij denken dat er vijf maanden geleden een zekeringetje is doorgebrand. Oma was opeens oud. Het bejaardentehuis waar ze zit, begrijpt niet dat oma weinig meer zelf kan vanwege de Parkinson. Om de verzorging daar te helpen hebben wij een afsprakenlijst gemaakt, om zo een deel van de, in onze ogen, meer dan noodzakelijke taken over te nemen. De was, het uitsorteren van de medicatie en als we daar toch zijn, het hoogst noodzakelijke opruim- en schoonmaakwerk. Alles om oma in een leefbare situatie te houden.

Oma eet gezellig met de andere oudjes beneden in de kantine. Daar krijgt ze een lekkere warme maaltijd waar ze gek op is. Opeens wilde oma steeds minder vaak naar beneden. De reden was ons niet duidelijk, tot iemand van de bediening ons het volgende wist te vertellen: Er zit een dame, iedere avond achter oma te eten. Deze mevrouw vond dat oma onsmakelijk at. Zij vond het dan ook nodig om daar opmerkingen over te maken. Toen daar niet op gereageerd werd, heeft zij een lijst gemaakt. Een lijst om handtekeningen te verzamelen, om ervoor te zorgen dat oma niet meer beneden komt eten. Het deed ons pijn dat we helemaal tot de directie hebben moeten gaan, om dit opgelost te krijgen. Maar oma wilde niet meer beneden eten.

Het gaat steeds slechter met oma. Oma praat steeds meer over de dood en wij praten met haar mee. Oma vraagt of er geen pil is die ze kan krijgen, zodat ze rustig kan sterven. En zo zal het zijn. Eerst met de huisarts praten, het hoofd van de verzorging en zo nog een lange lijst van mensen die wat te zeggen kunnen hebben over het overlijden van mijn oma. Er wordt gekozen voor passieve euthanasie. Oma zet gewillig haar handtekening.

"Kan ze niet naar een verzorgingshuis? Is ze daar niet beter op haar plek?" Jazeker, ze zou daar beter op haar plek zijn. Alleen wil niemand haar hebben. Ze is te jong, ze is te oud, ze is niet dement, ze is te dement, ze heeft Parkinson, wij kunnen die zorg niet leveren. Allemaal begrijpelijke antwoorden. De tehuizen die haar wel willen hebben, daar willen wij haar niet plaatsen. Ook in je laatste weken, maanden, jaren misschien wel, verdient een mens een bepaalde kwaliteit van leven. Oma spoort ons aan harder op zoek te gaan naar een pil. Ze wil niet meer.

Terwijl ik de trillende hand van oma vasthoud, kijkt ze me opeens met heldere ogen aan en zegt: "En je mag niet janken. Huilen wel. Maar niet langer dan vier dagen. Daarna heb je genoeg om me gerouwd." Ik kijk haar aan en beloof haar dat ik niet zal janken. Ze geeft me een aai over mijn hoofd, zoals ze vroeger ook deed. "En weet je, gisteren waren hier heel veel mensen. Allemaal voor mij. Het was zo druk dat ze het konijnenhok uit de gang moesten halen om op te kunnen gaan zitten." Ik lach en zeg dat het een hele slimme oplossing was. En hoe graag ik het ook zou willen, er staat geen konijnenhok in de gang.

Mijn oma is oud geworden. Ze wil dood. Ik gun haar de rust. Ze heeft het verdiend. Jammer genoeg denkt de medische wereld daar anders over. Actieve euthanasie is nog niet aan de orde. De passieve euthanasie is een lang traject. De pijnstillers en slaappillen die ze krijgt worden door de verzorging gestolen en het is onze schuld dat er niet genoeg is. Met pijn in mijn hart laat ik mijn oma in haar kleine kamertje, in haar grote stoel, in het kille bejaardenhuis achter. Ik zal mijn oma missen. Mijn oma is lief. Mijn oma verdient beter dan dit. En toch kan ik niets voor haar doen. Dat doet pijn.

Ik ken genoeg mensen die in de verzorging werken. Ik weet dat het een zeer zwaar maar ook heel dankbaar beroep is. In de verzorging van mijn oma zitten ook een aantal zeer lieve en goede zusters. Dit neemt niet weg dat er altijd een aantal tussen zitten die het beeld van de verzorging in mijn ogen verpesten. Voel je alsjeblieft niet aangevallen of beledigd door dit stuk. Ik heb meer dan respect voor iedereen die zich inzet voor de zieken en de ouderen.