Wall Street sluit slechte januarimaand

De aandelenbeurzen in New York hebben vrijdag met verlies een slechte januarimaand afgesloten, waarin de breed samengestelde S&P 500 het grootste verlies voor de eerste maand van het jaar liet zien sinds 2010. Beleggers kregen tegenvallende cijfers te verwerken van bedrijven als Amazon, MasterCard en Mattel en de zorgen over de kapitaalvlucht uit opkomende markten bleven op de achtergrond.

De Dow-Jonesindex eindigde 0,9 procent lager op 15.698,85 punten. De Dow is daarmee in januari met 5,3 procent gedaald. De S&P zakte 0,7 procent tot 1782,59 punten en heeft 3,6 procent ingeleverd sinds begin dit jaar. De technologiebeurs Nasdaq verloor 0,5 procent tot 4103,88 punten, waarmee het verlies over januari uitkomt op 1,7 procent.

Amazon ging bijna 11 procent omlaag. De internetverkoper maakte donderdag nabeurs tegenvallende winst- en omzetcijfers over het afgelopen kwartaal bekend.

's Werelds grootste speelgoedproducent Mattel leverde 12 procent in. De winst over het vierde kwartaal viel lager uit dan verwacht, net als de omzet.

Creditcardmaatschappij MasterCard zakte 5,1 procent, na een teleurstellende winst in de laatste 3 maanden van 2013.

Google ging 4 procent omhoog tot 1180 dollar per aandeel. Het internetbedrijf kwam donderdag na het slot van de handel in New York met omzetcijfers die beter waren dan analisten hadden voorspeld.

Spelletjesmaker Zynga, bekend van FarmVille, won 23,6 procent, na de bekendmaking van banenverlies en een overname van een ontwikkelaar van spelletjes voor mobiele telefoons.

Supermarktketen Wal-Mart verlaagde zijn winstverwachting voor het vierde kwartaal en heel 2013. Het grootste supermarktconcern ter wereld daalde 0,1 procent.

De Universiteit van Michigan maakte vrijdag bekend dat het consumentenvertrouwen in de Verenigde Staten in januari licht is gedaald. Verder werd gemeld dat de groei van de industrie rond Chicago in januari iets is afgezwakt. De Amerikaanse consumentenbestedingen zijn in december sterker gestegen dan verwacht, zo bleek uit cijfers van de overheid.

De euro was 1,3488 dollar waard, tegen 1,3503 dollar bij het slot van de Europese beurshandel. De prijs van Amerikaanse olie zakte 0,8 procent tot 97,47 dollar per vat. Brentolie werd 1,5 procent goedkoper op 106,36 dollar per vat.