Rutte ontkent falen rond Verdaas
Premier Mark Rutte (VVD) houdt vol dat hem iets te verwijten valt door Co Verdaas (PvdA) aan te stellen als staatssecretaris van Economische Zaken. In het debat over het aftreden van Verdaas zei Rutte dat toen hij als formateur zijn kabinet samenstelde hem niet de informatie bekend was die nu bekend is.
Verdaas lag als gedeputeerde in de provincie Gelderland al eerder onder vuur vanwege het gebruik van de dienstauto. "En de Provinciale Staten hebben daar politieke conclusies over getrokken."
In het gesprek dat Rutte als formateur had met Verdaas is deze kwestie ook aan de orde gekomen, zei de premier in het Kamerdebat. "Ik heb doorgevraagd waar ik moest doorvragen. Maar ik kan geen vragen stellen over zaken die mij niet bekend zijn."
Hij doelde hiermee op de kwestie rond de declaraties en de woonplaats van Verdaas. Verdaas woonde feitelijk in Zwolle, terwijl hij als gedeputeerde in Gelderland had moeten wonen. De declaraties die hij indiende voor zijn privéritten waren echter voor het traject Nijmegen naar Arnhem.
Volgens D66-leider Alexander Pechtold was al lang bekend dat de werkelijke woonplaats van Verdaas werd betwist. Ook CDA-fractievoorzitter Sybrand van Haersma Buma wreef het Rutte in dat hij had moeten weten dat er al discussie was over de woonplaats en de declaraties van Verdaas.
De gang van zaken toont volgens Rutte verder aan dat het 'systeem functioneert'. Kandiaat-bewindslieden zijn zelf verantwoordelijk voor het vertellen van alle relevante zaken. Doen zij dat niet en komen deze zaken alsnog naar boven, kan het ertoe leiden dat zij alsnog moeten vertrekken, zei de premier.
Hij voelt er niets voor om de verantwoordelijkheid hiervoor in toekomstige situaties bij de formateur neer te leggen, zoals Pechtold bepleitte. Dat is volgens hem 'niet werkbaar', omdat het de verantwoordelijkheid weghaalt bij de kandidaat.
De premier wilde niet zeggen of het aftreden van Verdaas terecht is geweest. Die 'politieke weging' is niet meer aan de orde, omdat Verdaas zelf is opgestapt. Rutte zei het 'buitengewoon onkies' te vinden om nog eens met een oordeel en een 'trap na' te komen, nadat Verdaas al 'de hoogste politieke prijs' heeft betaald.
