'Cultuur in provincie niet ten koste van stad'

Icoon TheaterHet stimuleren van cultuur in de provincie mag niet ten koste gaan van de bestaande culturele instellingen in de grote steden. Dat stelden de cultuurwethouders van de negen grootste steden vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. De wethouders verwijzen naar twee voorstellen van coalitiepartijen CDA en PvdA, waarin gepleit wordt voor een betere spreiding van de cultuurgelden over het land.

"Het klinkt sympathiek om cultuur in kleinere steden en dorpjes te bevorderen. Maar dit mag de bestaande musea, theaters en ander culturele instellingen in de grote steden financieel niet onder druk zetten'', aldus de Haagse wethouder Jetta Klijnsma (PvdA). Haar collega Carolien Gehrels (PvdA) van Amsterdam zei bij het overhandigen van de brief in het parlementsgebouw dat "de kunst daar gestimuleerd moet worden waar het ontstaat, en dat gebeurt al sinds mensenheugenis in de grote steden''.

Kamerlid Nicolien van Vroonhoven (CDA) ziet het liefst dat investeren in de provincie niet ten koste gaat van de cultuur in de grote steden. "De provincie is belangrijk voor ons, dat staat ook in het coalitieakkoord. Daarom moeten we onderzoeken hoe wij de cultuur aldaar kunnen stimuleren'', zei de parlementariër in een reactie op de brief. De twee voorstellen van CDA en PvdA komen in de loop van december aan de orde in de Tweede Kamer, als minister Ronald Plasterk (PvdA, Cultuur) zijn Cultuurnota verdedigt.