Ik heb de bijbel verbrand

Ik had nooit moeten toegeven dat ik pagina's uit de Bijbel verbrand heb. Ik had de commotie kunnen voorzien. De MP heeft me gewezen op de mogelijke gevaren, de minister van Buitenlandse Zaken heeft een klemmend beroep op me gedaan in verband met de exportbelangen: publiceer die bekentenis niet op je weblog.
Maar ik heb het toch toegegeven. Ik heb pagina's uit de Bijbel gescheurd en in rook laten opgaan. Omdat je altijd twee vloeitjes nodig had voor een joint, en er dan ook nog eens weinig tabak in moet en veel wiet, had je altijd tabak over en vloeitjes te weinig. Dus dan pakte je maar weer een bladzijde Genesis. Onze Bijbel was het enige boek voorhanden dat gedrukt was op vloeipapier. Ik woonde namelijk destijds samen met een meisje van Calvinistische huize, en haar ouders waren behalve gelovig ook zuinig. Een Bijbel van vloeipapier was alles wat ik voor haar als bruidschat meekreeg.

"In het zeshonderdste jaar des levens van Noach, in de tweede maand, op den zeventienden dag der maand, op dezen zelfden dag zijn alle fonteinen des groten afgronds opengebroken, en de sluizen des hemels geopend." Dat las ik dan voor alvorens ik de bladzijde gebruikte om de tweede joint van de nog jonge avond te rollen, en hop, daar lagen we weer in een lachkick: zeshonderd jaar! Zou oud is Sinterklaas geeneens! En pas als we uitgehikt waren en de tranen van onze wangetjes hadden afgeveegd, ging de brand in weer een Bijbelpagina.

Tegen de tijd dat we de Bijbel tot en met Spreuken hadden weggepaft ging de relatie uit, en met de relatie sleet ook het roken van verdovende middelen uit mijn dagelijks leven weg. Maar het kwaad was geschied, het Heilige Boek tot as verpulverd...

Ik had het nooit moeten toegeven. Maar wat had ik moeten zeggen? Ik heb het telefoonboek opgerookt? Dan zouden er ambtenaren onder ede gehoord moeten worden tijdens nachtelijke debatten in de Tweede Kamer, dan had er met AIVD-stukken gewapperd moeten worden, dan had iedereen ten slotte iedereen voor leugenaar uitgemaakt.

Nu moeten we serieus vrezen dat er in de Amerikaanse Bible Belt Nederlandse vlaggen zullen branden, en dat er stenen door de ruiten van het consulaat in Kaapstad zullen vliegen; ik neem het risico voor waarschijnlijk dat de hele Christelijke wereld Nederlandse producten zal boycotten. Dat alles omdat ik zonodig eerlijk moest opbiechten dat ik de Bijbel heb verbrand en waarom.

Een ding neem ik trouwens niet terug. Het is een schandelijk boek, want de bladzijden hebben geeneens een plakrand. Door de inkt ervan heb ik bovendien een hersenbeschadiging opgelopen.