Bonnetjes van Bleker
Voor politicologen en demagogen was het weer genieten afgelopen weken. Het jaarlijkse declaratiefestijn van RTL4 Nieuws geeft een inkijk in declaraties, en dus in de persoonlijkheid, van politici. Van alle huidige politici is Henk Bleker de meest fascinerende die ons land rijk is. Henk is de verpersoonlijking van The Dutch Dream. Een heikneuterige ponyfokker uit Oost-Groningen met het sex-appeal van een vaatdoek die het schopt tot staatssecretaris en als bonus een knappe intelligente jongedame aan zijn zijde heeft. Het politieke sterrendom lijkt voor iedereen binnen handbereik.
Henk is ook een beetje de Frans Bauer van de Nederlandse politiek. Want wat hij is zo gewoon gebleven. Ondanks alles staat Henk nog met zijn rubberlaarzen in de Hollandse klei. Tenminste, dat dacht ik, totdat van de week bleek dat Henk op de kosten van de belastingbetaler 392 euro heeft gespendeerd aan een nachtje slapen in het Okura nadat hij aan tafel had gezeten bij een talkshow. Henks woordvoerder gaf het standaardantwoord dat hij niet meer in "dit soort klasse hotels wil verblijven". Ik denk inderdaad dat Henk niet meer in grote en dure hotelkamers wil verblijven, al heeft dat niets met financiële schaamte te maken.
Stel je nou eens voor dat Henk zich enige maanden geleden had voorgenomen om zijn allermenselijkste kant te tonen en dat hij hiervoor zichzelf mocht belonen met een luxueus slaapfeestje. Vol zelfvertrouwen schoof ijdele Henkie aan bij Pauw en Witteman om daar zijn grote daad voor de mensheid te doen. Gedurende de uitzending krabbelde Henk een briefje voor de arme asielzoeker Mauro die, in ieder geval voor hij de grens werd over getrapt werd, nog met Henk en z'n moeder mee mocht naar FC Twente - PSV. De jongeman weigerde het aanbod op een vriendelijke wijze.
Verward door de afwijzing stapte Henk in de declarabele taxi op weg naar het Okura. Aangekomen in het hotel overdenkt Henk de gebeurtenissen onder het genot van een glas whisky. Vijf glazen en geen steek verder besluit de staatssecretaris zijn dure suite op te zoeken. Staand voor het enorme raam in de grote kamer met Amsterdam aan zijn voeten spookt de vriendelijke afwijzing van Mauro door zijn hoofd. Waarom wil ik deze jongen het land uittrappen? Waarom heeft hij mij niet volledig vernederd ten overstaande van de televisiekijker? Waarom ben ik toch zo'n lul die jongvolwassenen het land uit wil zetten? Ben ik daarom de politiek in gegaan? Wat is er over van de christelijke gedachte van barmhartigheid? Moet ik zelfs niet mijn vijand liefhebben? Ben ik niet de politiek ingegaan om zoveel mogelijk mensen een zo goed mogelijke toekomst te geven?
Henk gaat op het enorme bed liggen en woelt zich in slaap. Op een gegeven moment droomt hij over een verdrietige jongeman die zielsalleen door de straten van de Angolese hoofdstad Luanda slentert. De werkloze jongen spreekt matig Portugees en mist zijn familie, thuisland en vrienden. Badend in het zweet wordt Henk wakker om vervolgens schuldbewust in tranen uit te barsten. Snikkend belt hij zijn jonge muze op en vraagt haar om troost. Ze had beschaamd naar het harteloze televisieoptreden van Henk gekeken. De dubbele tong van de ponyfokker wekt meelij bij zijn vriendin. Hij lispelt haar in het oor of ze alsjeblieft de taxi naar Amsterdam wil pakken om hem te steunen. Ze hoeft niet zelf te betalen, vertrouwt hij haar toe. Resoluut weigert ze het aanbod. Liefde heeft grenzen en 's nachts de taxi naar Amsterdam pakken valt daarbuiten. In plaats daarvan geeft ze Henk het advies iets te kopen dat hem kan troosten op moeilijke momenten, iets dat hij kan vasthouden. Hij besluit het advies te omarmen. Sindsdien heeft Henk een voorraadje zachte Xenos-kussens, in hartjesvorm. Als Henk weer eens een regel-is-regel-maatregel moet uitvoeren, slaapt hij daarna alleen nog in knusse hotelkamers. Denkend aan vrolijke Afrikaanse jongens klemt hij het kussen stevig tegen zich aan. Onderwijl hij in slaap valt denkt Henk geruststellend: "Zie je wel, ik heb toch nog een hart".