Ik ga scheiden
Wij vertrouwen elkaar niet meer. We proberen het wel, maar het fundament is weg. Het fundament van liefde, onze liefde voor elkaar. Het moet er zijn, anders is er geen basis om voor elkaar te gaan, om voor elkaars doelen te gaan zeg maar. Dat zei onze relatietherapeute. Maar er is weinig vertrouwen dat het goed komt, van beide kanten. We hebben nu al een jaar geen seks gehad. Ik moet er niet meer aan denken dat met hem te hebben. Seks. Wij hielden ervan, van ongeremde seks. Hoe hij nu aan zijn trekken komt, weet ik niet. Ik doe niets meer, ook niet bij mijzelf, het is dood. Ik verzorg de kids. De opvoeding is grotendeels aan mij overgelaten, door hem, mijn man die snel mijn ex zal worden, alleen weet hij dat nog niet. Een drukke baan en zijn persoonlijke hobby's, persoonlijk omdat ze niet met het gezin gedaan konden worden bijvoorbeeld, zorgden ervoor dat ik heel langzaam steeds meer taken met betrekking tot de kinderen ging overnemen. We hadden daar felle ruzies om in de eerste jaren dat de kinderen er waren. Maar je blijft geen ruzie maken als je ziet dat je dreumesen er het ergste onder lijden.
Ilse en Markus, onze kinderen, zijn nu 8 en 12. Markus zit tegen de pubertijd aan een heeft het moeilijk met onze ruzies. Hij wil dat we weer gelukkig zijn, dat willen wij ook, Jan en ik. Ik ben Petra een vrouw van 38 mijn man is 48, ik had nooit kunnen vermoeden dat het leeftijdsverschil ook een rol zou kunnen spelen. Ik merkte dat hij erg veel rust om zich heen nodig begon te hebben.
Ik ga hem die welverdiende rust geven. Ik ben bij een advocaat geweest om het een en ander in gang te zetten.
Ik vertelde het aan Jan. Het gevolg was een gebroken tand en een scheur in mijn lip. Hij is nogal driftig, met name wanneer hij te veel gedronken heeft. Ach, waarom vertel ik het nog. Er zijn duizenden vrouwen zoals ik in een zelfde situatie. Toch schrijf ik het op alhoewel ik geen idee heb aan wie ik het richt.
Het is nu vier weken geleden dat ik hem verteld heb dat ik wil scheiden en naar een advocaat ben geweest om daarover inlichtingen in te winnen. Gisterenavond, toen de kinderen op bed lagen, heb ik hem er nog een keer mee geconfronteerd. Hij sloeg mij dit keer niet ondanks het feit dat hij weer genoeg op had.
"Wat wil je nou?" schreeuwde hij.
"Ik wil dat je kamers gaat zoeken", zei ik heel beheerst.
"En wie krijgt de kinderen, en waarom moet ik weg? Waarom ga jij niet op kamers?"
"Wat doe jij met de kinderen? Wanneer ben je voor het laatst weggeweest met ze?"
"Krijgen we dat verhaal weer."
"Het is geen verhaal, Jan, het is de pure waarheid. Ga nu gewoon op jezelf wonen. Wat moet je nog met ons? Volgens mij zijn wij een blok aan je been. Je wilt alleen rust. Je houdt van je borrel, van je vrienden bij het voetbalveld. Als je op kamers zit, dan kun je doen wat je wilt en wanneer je wilt. Alleen vrijheid, Jan, alleen vrijheid." Hij staarde naar buiten, zei even niets meer. Dan plotseling:
"Ik ben gewend aan jullie, snap je dat dan niet? Ik kan niet zonder mijn kinderen. Ik ga nooit weg. Dat kan ik niet."
"Kan ik niet? Je durft niet", zei ik, en terwijl ik het zei voelde ik dat ik het niet had moeten doen. Zijn handen sloten zich om zijn bierglas. Ze begonnen te trillen, toen had ik op moeten vliegen en wegrennen. Maar ik bleef zitten. Plotseling plantte hij het glas in mijn voorhoofd.
Gevolg: vijf hechtingen en alweer een illusie armer dat het met een goed gesprek eventueel goed zou kunnen komen. Hij kreeg een proces verbaal mee naar huis wegens mishandeling. Ik vertrok naar mijn ouders met de kinderen. Jan bleef in ons huis wonen. Later hoorde ik dat er geweldige feesten waren. Voelbalfeesten met veel bier en vage vrienden van het voetbalveld.
Een maand later.
Ik had genoeg tijd om na te denken bij mijn ouders. Ze zeiden dat ik net zo lang mocht blijven als nodig was. Na een maand begonnen de eerste scheurtjes zich te tonen. De eerste ergernissen. Mijn vader is gepensioneerd en geniet van zijn vrijheid. De kinderen maakten veel te veel geluid naar zijn zin. Mijn moeder wist niet hoe ze het mij moest vertellen. Ik maakte het haar makkelijk toen ze ongeveer tien minuten om de hete brei heen had gedraaid.
"Wij gaan morgen weer naar huis. Ik bel Jan wel op vanavond."
"Krijg je er geen problemen mee, lieverd?" zei mijn moeder bezorgd. Ik pakte haar wang en wreef met mijn duim over haar slaap.
"De problemen zijn er al mam. Jan en ik moeten een oplossing vinden voor de kinderen."
"Maar hij heeft zo weinig gebeld? Ben je wel welkom morgen?"
"We zullen zien hoe veel hij van zijn kinderen houdt."
Ik belde hem op.
"Dag Jan, ik wil weer naar huis komen met de kinderen."
"Mooi, je vader en moeder zijn jou ook zat?"
"De vraag is ben jij ons zat? Heb je nagedacht waarom wij weg waren?"
Het was best even stil toen ik hem dat vroeg. Op dat moment gierde het door mij heen hoe dom hij eigenlijk was. Was het verschil dan toch te groot geworden, bedacht ik mij. Ik had de saaie jaren bankzittend ingevuld met kleine en grote cursussen. Ik voelde dat ik ooit zelfstandig door het leven moest gaan.
"Nah, nagedacht. Het was je eigen schuld, jij bleef mij uitdagen."
"Ben je in therapie?" Weer was het een tijdje stil.
"Ja."
"Heb je er wat aan?" Ik moest het weer uit hem trekken.
"Eigenlijk wel, ik moet je nooit meer pijn doen, zo veel is mij wel duidelijk. Ik moet je zeggen dat ik daar wel verdriet van gehad heb." Eindelijk dacht ik, eindelijk.