De grote hufters van Nederland!

Toevallig zag en hoorde ik een wat oudere man een paar dagen geleden amok maken bij de lege flessenmachine in AH bij ons in Zoetermeer. De flessen liepen vast en hij maakte zich druk tegen een AH-medewerker. ‘Meneer het heeft mijn aandacht, maar ik kan er nu even niets aan doen, het spijt me’, zei de medewerker met normale stem. De man schudde heftig met zijn hoofd en liep scheldend weg. Daar sta je dan voor pakweg een euro of 9 netto per uur. Werkzaam bij één van de grootste grutters en graaiers van Nederland. Nu stellen ze voor de naambordjes van hun kleding te halen. Immers, wanneer we niet meer weten wie het zijn, zijn de medewerkers ook minder kwetsbaar, is de veronderstelling. De hufters zoeken betreffende medewerkers vaak op via social media en dan komen de ongebreidelde bedreigingen. Zo werkt het bij hufters. Hufters zijn primitieve hopen water en vet zonder een regulerend centraal zenuwstelsel.

Hufters zijn mannen en vrouwen, maar ook kinderen, die niet meer relativeren. Niet meer reflecteren alleen impulsen. Oer-impulsen. Oer-impulsen zijn impulsen van vluchten of aanvallen. Het hoorde bij de eerste mensen op aarde en het was ook van levensbelang. Nu niet meer. We hebben niet meer te maken met beesten die je kunnen doden op straat of voedsel wat direct van je afgenomen gaat worden.

Een niet werkende flessenautomaat is waarschijnlijk een beest dat je aanvalt. Je gaat direct in de verdediging of je valt aan. De man volgde zijn impulsen en dat maakte hem voor even een hufter. Wiki zegt: Hufter is een informele aanduiding voor iemand die zich bij herhaling niet conformeert aan de geldende sociale regels en omgangsvormen en zich daarmee schuldig maakt aan asociaal gedrag. ‘De geldende sociale regels’, wat maakt dat ze ‘geldig’ zijn? Ik zeg: complementair gedrag vormgegeven door –rede--.

Het is voor steeds meer Nederlanders de ‘ver van hun bed show’. We rijden ze klem met de auto en slaan ze op hun bek na verkeersfoutjes. We steken jonge mensen dood om killer raps. Voetbal is geen spel meer met de bal maar een matpartij waar veel gewonden en het liefst doden bij moeten vallen en als het even kan politiemensen. Het lijkt of we degenereren, terug naar de oermens: leven om te overleven met één groot verschil: zij moesten en wisten niet beter, wij wel.