Nieuw figuur nodig

Dit is Tuvokki!Om de zoveel tijd was Angela ontevreden met haar lichaam. Dan weer waren haar billen te dik of haar borsten te klein. Ze dacht aan liposuctie of vergrotingen van het een of ander. Ze droomde van een strak lichaam, zodat iedereen haar weer aardig zou gaan vinden. Ze plande altijd een afspraak met een plastisch chirurg in haar agenda. Maar de man daadwerkelijk bellen deed ze nooit. Op die manier kon ze blijven dromen van het figuur dat haar gelukkig zou maken, want verder was er niks mis met haar. Toch durfde ze niet.

Ze was bang voor de gevolgen, voor narcose en messen die geslepen werden. Hoe zou ze moeten uitleggen dat ze van 'orca-fat' naar een lekker lijntje was gegaan, zonder er iets voor te hoeven doen? 'Nou ik heb behoorlijk gespaard voor deze vetafzuiging,' zou bij veel mensen niet al te veel sympathie opwekken. En daar had ze al zo weinig van. Sympathie. Al sinds de lagere school merkte ze dat. Klasgenoten sloten haar buiten; gesprekken verstomden als ze aan kwam lopen. Om niet te verdwijnen in de stille pesterijen had ze zichzelf aangeleerd om zich stilletjes bij een gesprek te voegen, zonder er aan deel te nemen. Dan luisterde ze naar het onderwerp en op het moment dat ze iets interessants wist te vertellen, een wetenswaardigheidje of grappige toevoeging, dan brak ze in door een stap naar voren te zetten, zodat iedereen haar kon zien, en met volle overtuiging en een gulle lach haar zegje te doen.

Ze snapte reacties als: 'Och, daar heb je die dikke kut weer,' of: 'Hou je ranzige bek nou eens en ga met jezelf spelen, vadzige hoer,' niet goed. Ze bracht immers een contextgevoelige bijdrage. Ze toonde haar goede wil en haar interesse in de gespreksgenoten. Dat ze haar afwezen omdat ze te dik was, geloofde ze in eerste instantie niet. Daarna kwam het besef dat ze, sociaal gezien, alles goed deed. Ze haalde goede cijfers, was populair bij de leraren, die altijd een beroep op haar konden doen, en sprak nooit slecht over haar klasgenoten, zoals zij dat zelf wél deden. Het kon in de ogen van Angela alleen maar een fysieke oorzaak hebben. Depressief werd ze er van.

Angela kende maar één écht goede remedie tegen depressies: chocoladeijs!

Dat was haar schooltijd. Sindsdien had ze haar gewicht redelijk onder controle. Ze was namelijk bang geweest dat ze zou blijven uitdijen, maar dat viel mee. Haar onzekere buien kwamen wel nog regelmatig terug. Ze zat dan in zak en as, vergat dat het leven best waard was om geleefd te worden en ventileerde haar slechte zelfbeeld naar iedereen die haar maar wilde spreken. Haar redenering was simpel. Als zij zichzelf slecht of dik of onaantrekkelijk of stom vond, vond de rest van de wereld dat ook. En mensen die haar stom vonden, waren haar vijanden en verdienden het om afgesnauwd te worden. Dat ze zichzelf stom vond was tot daar aan toe. Ze begreep niet dat mensen haar nog eens verder de grond in wilden trappen, terwijl ze al zielig in een hoekje down lag te zijn.

In die perioden moesten vooral haar collega's het ontgelden. Zonder aanleiding werd Angela kwaad om de kleinste dingen. Ze werkte in een omgeving met voornamelijk vrouwen, want met mannen kon ze al helemaal niet omgaan. Haar collega's waren niet haar vriendinnen. Dat wilde ze niet. Zoals de dames op de afdeling regelmatig bij elkaar over de vloer kwamen, samen uitstapjes maakten en elke vrijdag de kroeg in gingen, wilde ze niet leven. Privé en zakelijk dienden strikt gescheiden te blijven. Daarbij had ze een hekel aan 'de stelletjes', zoals ze haar collega's noemden. Altijd hadden ze het over hun vriendjes of mannen, terwijl Angela alleen door het leven ging.

Ze probeerde het wel. Ze kende genoeg leuke mannen, die haar elke keer weer vertelden dat ze helemaal niet dik of lelijk was. Nou... 'kende' is misschien een groot woord. 'E-mailcontact is ook contact,' zeiden haar zussen die beiden met leuke en mooie mannen getrouwd waren. En zolang Angela dat nog niet had, was ze op zoek naar een nieuw figuur. De afspraak met de chirurg maakte ze nooit, dus was ze op zoek naar een vriendje.

Op internet had ze een foto van zichzelf staan in haar beste vorm. Daarmee scoorde ze best een hoop aandacht. En die aandacht had ze nodig om zichzelf wat zekerder te voelen. Tot een date kwam het zelden. Het verschil tussen de Angela van de foto en die in werkelijkheid was vrij groot. En groot moet je hier heel letterlijk nemen. De keren dat het tot een date kwam, zag Angela altijd meteen de teleurstelling op het gezicht van haar zoveelste internetvriendje. Dan was de avond voor haar al verpest.

Ze keek letterlijk de kat uit de boom, in dat soort gevallen. Er was eens een best aantrekkelijke jongen, die interesse in haar had getoond. Tijdens hun msn-gesprekken was ze er van overtuigd geraakt dat de knul goede bedoelingen had. Ook daar twijfelde ze vaak aan. Dit keer had ze met hem afgesproken in een café in de stad. Bij binnenkomst zag ze hem al zitten. Hij keek langs haar heen, naar de deur. Op zoek naar de slankere versie van zijn gezelschap van die avond. Met tegenzin hielp ze hem uit die droom.

"Hoi, ben jij Alwin?"
"Eh, jah."
Angela zag de blik in de ogen van de jonge vent; schrik, teleurstelling, en ze wilde alweer gaan. "Ik ben Angela." Ze ging zitten en liet hem maar het woord doen.
"Joh, leuk je te zien. Wil je wat drinken?" Hij zat zelf aan zijn laatste slokje bier en zij bestelde er ook maar eentje. "En, Angela, eh, kom je hier vaker?" Met een glimlach zette hij het oudste versierpraatje ter wereld in. Dat betekende alleen maar dat hij niks anders kon verzinnen, omdat hij geen enkele interesse had in haar.
Ze reageerde door een minzaam glimlachje te tonen. Wellicht spoorde dat hem aan tot iets beters. Maar naarmate het gesprekje vorderde ging het bergafwaarts.
"Ik vond het wel spannend om je te ontmoeten," probeerde hij. "We hebben al zo veel leuke gesprekken gehad." Hij keek haar aan en Angela wist al precies hoe laat het was. Dat hij de verleden tijd gebruikte zei haar al dat hij er geen pest aan vond hier met haar te zitten. Hij schaamde zich waarschijnlijk om met haar gezien te worden. Als antwoord trok ze één wenkbrauw omhoog, om te zeggen: 'Is dit alles wat je hebt?'

De jongen probeerde de conversatie aan de gang te houden, maar alles wat hij zei kwam verkeerd aan bij Angela. Twee biertjes later verliet hij haar alweer met de stomste smoes die ze tot nu toe had gehoord.
"Zeg, als je helemaal niks terug zegt ben ik er vandoor, dan kan ik net zo goed tegen de muur praten. Je hebt de afgelopen twee uur nog geen drie woorden gezegd. Prettige avond nog." En hij stapte op en verdween voorgoed uit haar leven. Ze zat nog een tijdje te dromen dat hij wellicht terug zou komen. Maar hoe graag ze ook wilde: de droom vervaagde. Nooit kon er een vent de juiste dingen zeggen, zonder haar te beoordelen op haar uiterlijk.

Zo begonnen vaak haar perioden van onzekerheid. De wereld wees haar af. Een nieuw figuur was een nieuw vriendje. Een nieuw vriendje werd altijd een nieuwe teleurstelling. En een teleurstelling werd altijd weer chocoladeijs. Met een enkeltje naar het begin van de cirkel. Zo blijft er altijd iets te dromen over.