Keroppi moet weer wachten

Keroppi moet weer wachten

In het vorige verhaaltje had ik het al beloofd, mij '‘avontuur' nadat ik vol enthousiasme de schouwburg had verlaten. Voor de mensen die zich afvragen waarom het woordje 'weer' zich in de titel bevind, als je terug zoekt bij de oude verhaaltjes dan is er ook een verhaaltje getiteld: Keroppi moet wachten.
Een andere situatie waarin ik noodgedwongen op een plek moest blijven wachten waar ik (zacht uitgedrukt) het niet zo naar m’n zin had.

Zo blij als ik was dat ik verlost was van de klucht en het bejaarden publiek in de schouwburg, zo snel sloeg mijn humeur om naar een mineur stemming. Niet alleen moest ik door een wat minder gezellige buurt lopen op weg naar het punt waar ik opgepikt zou worden, ook zou ik er wel even moeten wachten.

Nou is wachten niet zo erg, maar wel als het in het donker, op zaterdagavond, in een twijfelachtige buurt (voor het station) is. De enige reden dat ik hier stond was omdat het centraal gelegen en makkelijk te vinden is.

Oorspronkelijk was namelijk ook het plan dat ik naar het station zou lopen om daar in dezelfde trein als mijn vriendinnen te springen, zodat we gezamenlijk naar het punt van bestemming zouden kunnen reizen. Maar toen ik echter mijn vriendin opbelde met de mededeling dat ze nu al in de trein konden springen, werd mij verteld dat haar moeder zo vriendelijk was om ons voor de deur te droppen. Verheugd omdat ons een ingewikkelde reis met het OV bespaard werd, vond ik het een stuk minder erg om te wachten.

"Maar, zo voegde mijn vriendin erachteraan het kan nog wel even duren want wij moeten ons haar nog even gauw doen!" In mijn hoofd rekende ik: "‘haar doen plus hierheen rijden, dat is toch wel zo’n 20 minuutjes". Dat viel best te overleven. Minus 5 minuutjes lopen naar de oppik plek zou het uitkomen op een kwartiertje wachten.

Aangekomen op de plek die ik nu bijna de plek des onheils wil noemen, stelde ik mij zo op dat ik al het verkeer (dat uit een aantal richtingen kon komen) goed kon zien aankomen en dat ik zelf ook wel zou opvallen.
Maar opvallen was toch wel het laatste wat ik opeens wilde toen een stelletje asociale jongeren mij (te horen aan het volume van hun geschreeuw) van achteren steeds meer naderde. Hard proberend om onzichtbaar te zijn, herkende ik opeens 2 stemmen in het geschreeuw. Na even mijn geheugen geraadpleegd te hebben, herinnerde ik me dat het 2 ex-collega's waren. Geen zin in een verplicht 'hee hoe gaat het' gesprekje en om te moeten uitleggen waarom ik hier moederziel alleen stond, hoopte ik van ganser harte dat ze mij niet van achteren zouden herkennen.

Gelukkig was dat niet het geval en met hun tuig-vriendjes verdwenen ze naar de perrons. Niet veel laten begon het te miezeren, en gecombineerd met de duistere nacht en de smoezelige buurt voelde ik me net de hoofdpersoon in een B-film, klaar om vermoord te worden. Ondertussen was ik niet de enige die stond te wachten om opgepikt te worden, ik had een medelotgenoot. Toen er een auto stopte op 1 van de parkeerhaventjes parallel aan de weg, kon ik door de koplampen in mijn gezicht niet onderscheiden wie er zich in de auto bevond. Waren het mijn vriendinnen met moeder of was het voor mijn mede wachtende bedoelde. Zowel mijn lotgenoot als ik stonden weifelend te kijken, toen de auto met z’n lichten knipperde besloot ik een paar stapjes vooruit te zetten. Kon ik me maar herinneren wat voor auto ze ook al weer hadden!

Maar helaas, de auto was niet voor mij bedoeld en ik bleef wachten terwijl de miezer zich langzaam begon te veranderen in regen. Uitgelopen mascara kon me even weinig schelen, als ik maar snel opgehaald werd... zo lang duurt het toch niet om je haar te doen?

Toen gebeurde 2x achtereenvolgens iets wat ik later pas begreep, misschien maar goed ook, anders was ik ter plekke gefreaked.
Tot twee keer toe kwam een auto het parkeerhaventje oprijden, bleef met het kaartleeslampje aangeknipt, stoïcijns voor zich uitstarend 20 seconden wachten, om vervolgens weer verder te rijden.
Pas toen dit de tweede keer was gebeurd snapte ik wat net was voorgevallen. Deze meneren hadden mij waarschijnlijk in het hoekje'‘stoephoer' gestopt, toen ik echter geen poging tot klantenwerving deed (ik staarde juist star de andere kant op), begrepen ze dat ik mijn geld toch op een andere manier verdiende en reden weer weg.

Gelukkig kwam de wel voor mij bedoelde auto niet veel later dan na het tweede incident aanrijden. Zodat ik een beetje geschrokken, een beetje verkleumd en ook een beetje lacherig door dit voorval kon instappen.