Concert: Wolfmother - Paradiso

Het muzikale aanbod dinsdagavond in Paradiso was geheel volgens thema. Het gebeurt maar zelden dat een voorprogramma en hoofdact zo goed bij elkaar passen (hoewel The Black Angels en The Black Keys begin maart hetzelfde kunstje flikken). Wolf and Cub waren de opwarmers voor het succesvolle Wolfmother. Een Australisch onderonsje dus, de eerste afkomstig uit Adelaide en de tweede uit Sydney. Beiden zijn daarnaast ook nog eens gespecialiseerd in vuige retrorock waar je hardrock-hormonen overuren van gaan draaien.

Wolfmother werd vorig jaar al met open armen ontvangen als Alpha-opener op Lowlands en stond in het voorprogramma van Pearl Jam. Het getorpedeerde debuutalbum won al snel bekendheid met een geluid dat tussen Led Zeppelin, Black Sabbath en The White Stripes vibreerde. Een openingsband op een festival staat meestal een lauw, halfslapend en brak publiek te wachten, maar na het eerste nummer vol met vette riffs en rauwe backbeats zat de sfeer er toen best goed in. Ditzelfde kunstje trachtte de band ook in een uitverkocht Paradiso voor elkaar te krijgen.


Wolf and Cub greep echter eerst de kans op erkenning met nogal een ongebruikelijke bandbezetting: gitarist/zanger, bassist en twee drummers. Ze zetten ruim een half uur aanstekelijke bluesrock neer met veel improve-gepingel op gitaar en een heerlijke overvloed aan percussie. Een perfecte openingsact voor Wolfmother.

Het publiek keek echter gespannen uit naar de verschijning van de krullenbol Andrew Stocksdale en zijn twee companen, Chris Ross en Myles Heskett. Onder luid gejuich werd de band verwelkomd. Stockdale greep zijn gitaar en sloeg genadeloos toe. Dimension sneerde op de grondvesten van de oude kerk, het begin was goed en het vervolg werd in stijgende lijn doorgezet. Het geluid was perfect afgesteld, waardoor de opruiende en scherpe gitaaraanslagen tot in de kleinste details te horen waren en daarnaast was Stockdale ook nog eens goed bij stem (op een te lage inzet in Mind's Eye na) en duidelijk te verstaan. Hij was (in tegenstelling tot Lowlands afgelopen jaar) ook plots getransformeerd tot podiumbeest: met windmills op gitaar, springend vanaf monitors en in extase verkerend eiste hij de aandacht op van de zaal. Het optreden van afgelopen jaar verbleekte in alle opzichten bij het concert dat Wolfmother hier liet horen.


De retrorock werd als een lawine over het publiek heen gestort met hoogtepunten als White Unicorn, waarin de apotheotische riff tactisch werd uitgesteld maar uiteindelijk het publiek liet losbarsten, en Woman dat werd neergezet in een fantastische extended version. Lange oorgastische bluesrock gitaarsolo's tilden het nummer naar een duur van ongeveer tien minuten. De toegift bestond onder andere uit het opzwepende Colossal, de cover Communication Breakdown van Led Zeppelin en tenslotte het overweldigende Joker and the Thief. Het alles overheersende gevoel van dit optreden was de drang om je wijsvinger en pink de lucht in te steken en keihard "Fuck YEAH!!!" te brullen!