Film: The Smurfs
Misschien is een van de belangrijkste succesfactoren voor het verfilmen van kinderfictie wel de tijd die je neemt om te wachten met de verfilming. De eerste verhalen over de Smurfen werden gepubliceerd rond 1960, maar zoals met veel stripfiguren werden ze pas echt bekend toen in de jaren '80 de Smurfen-tekenfilmserie op televisie was. Zij die jong waren tijdens die uitzendingen en de herhalingen daarvan, dienen nu als de volwassenen die graag de Smurfen weer eens willen zien en in hun enthousiasme de huidige jeugd meesleuren naar de bioscoop.
Als gevolg daarvan kennen vertoningen van The Smurfs (of De Smurfen, zoals de Nederlands nagesynchroniseerde versie heet) ongetwijfeld een gemengd publiek van oude en nieuwe Smurfenfans. Zij komen om die kleine blauwe mannetjes (en dat vrouwtje) nog eens te zien, of om hier voor het eerst kennis mee te maken. Beide partijen worden beloond: de bekendste Smurfen komen in beeld, met hun eigen karaktertrekjes en bekende kenmerken. Hun wereld, het Smurfendorp, wordt getoond en we maken kennis met aartsvijand Gargamel. Een feest van herkenning en een goede inleiding in het verhaal van de film.
In The Smurfs wordt uitgelegd dat ergens in een magisch bos een klein dorpje met blauwe wezens te vinden is. Of eigenlijk niet te vinden, want het is verborgen, maar het is er. Tijdens het Blauwe Maanfestival weet Gargamel (passend gespeeld door een onherkenbare Hank Azaria) het dorp binnen te dringen en de Smurfen op te jagen. Een groep van zes Smurfen raakt tijden het vluchten verdwaald en vindt een portaal dat alleen tijdens de blauwe maan geopend is. Onbedoeld komen Grote Smurf, Klungel, Smurfin, Moppersmurf, Brilsmurf en de voor de film gecreëerde McSmurf via dit portaal in New York, waar ze uiteindelijk terecht komen bij het pasgetrouwde stel Patrick en Grace (gespeeld door Neil Patrick Harris en Jayma Mays).
Het spreekt voor zich dat ook Gargamel zijn weg naar New York weet te vinden en hij vormt gedurende het avontuur zowel de dreiging als een komische noot in het verhaal. Azaria weet prima raad met de kinderslapstick en acteert met de kat Azraël alsof het beest echt met hem praat. Dat is echter weinig vergeleken met Harris en Mays, die gedurende de hele film met de zes Smurfen communiceren zonder dat je echt het gevoel krijgt dat je naar een grotendeels gecomputeriseerde situatie zit te kijken. Alleen het vasthouden van Smurfen in mensenhanden komt wat onecht over, maar de film maakt genoeg sympathie bij de kijker los om dat te doen vergeten.
De jolige kleine Smurfen in het grote New York, de vastberaden, wereldvreemde Gargamel en de menselijke Patrick en Grace zorgen ervoor dat het jonge publiek een leuk avontuur te zien krijgt en het oudere publiek tevreden wordt gesteld in de wens de Smurfen nog eens in actie te zien. The Smurfs is daarmee een gesmurfte poging een komische bioscoopsmurf voor jong en oud te maken.